Wij zijn Ajax en wij zijn een club uit de onderkant van de middenmoot van Europa. Toegegeven, het bekt niet zo lekker als het welbekende ‘Wij zijn Ajax, wij zijn de beste’ en er zullen zeker geen shirtjes verschijnen met die tekst, maar het is helaas wel een stuk dichter bij de waarheid. Uiteraard spelen de veranderde Europese voetbalverhoudingen onder druk van het grote geld daarbij een rol. Wie echter denkt dat Ajax slechts een slachtoffer van de tijd is heeft het mis. De club staat vooral waar het staat doordat het er maar niet in slaagt een logisch en functioneel beleid neer te zetten met behulp van de juiste mensen. Afgelopen zomer heeft spijtig genoeg maar weer eens bewezen dat er op korte termijn geen grote ommezwaai verwacht hoeft te worden.

Een artikel uit de VI van vandaag maakt duidelijk dat Ajax Heiko Westermann niet gescout heeft en is kritisch over de verdere manier van scouten bij de Amsterdammers. De vaste volgers wisten dit allang. Als er scouts zijn die niets afweten van ‘een lijst met wel vijftien namen’ zoals de Telegraaf die onlangs schetste, dan snap je een beetje hoe er gewerkt wordt. Overigens is de proftak geen uitzondering, in de jeugd werkt het precies hetzelfde. Afgelopen zomer kwam er niet een jongen met een breedgedragen steun binnen het hele scoutingsteam. Overleg was er nauwelijks. Ladru haalde wat jongens op eigen initiatief – soms op basis van maar een wedstrijd – binnen, net als Kwakman, en Bogarde mocht een talentje aandragen. Anderen werden daar niet of nauwelijks in gekend. Als er al een advies lag om een jongen eerst maar eens op stage te laten komen dan werd dat genegeerd. Van een hecht scoutingsteam is dan ook geen enkele sprake in de jeugd, net als in de proftak.

Een manier om het een en ander te verbeteren is het voeren van een helder personeelsbeleid, net als het maken van heldere afspraken over hoe nieuwe talenten binnengehaald worden en welke rol de scouting daarin heeft. Dat blijft echter uit. Nadat Ladru enkele jaren geleden de deur achter zich dichttrok bij Ajax wisten enkele collega’s op dat moment al dat hij zich ooit terug zou praten in een mooie functie, iets dat inmiddels gebeurd is als hoofd van de jeugdscouting. Op basis van welke kwaliteiten deze aanstelling heeft plaatsgevonden is echter niet geheel duidelijk. Hoogstwaarschijnlijk speelt zijn netwerk binnen de club de grootste rol. Dat is weliswaar menselijk, maar komt niet erg professioneel over. De aanstelling van Heitinga en Winter als jeugdtrainers duidt evenmin op het hanteren van hoogwaardige, heldere selectiecriteria. Welke kwaliteiten hen geschikt maken voor hun functies is tot op de dag van vandaag volstrekt onduidelijk. Maar ondertussen krijgen zij wel de cruciale taak om onze talentjes op De Toekomst beter te maken. Uiteindelijk zouden Ladru, Heitinga en Winter best geschikt kunnen zijn, maar dan moet je wel als club weten waarom. Nu doen ze in Amsterdam echter maar wat.

Een enkele fan zal allicht wijzen naar het aantrekken van Henk Veldmate voor liefst zes jaar, als ‘ontdekker van Suárez’. Een prima zaak zou je zeggen, toch? Maar waarom eigenlijk? Omdat hij Suárez heeft aangetrokken bij Groningen? Hoe zit het eigenlijk met de jongen voor wie Veldmate eigenlijk ging kijken in Uruguay: Elias Figueroa? Naar verluidt had Henk aan een kwartiertje genoeg om te zien dat dat niks was. Iets dat goed kan kloppen, want de beste man speelt inmiddels bij El Tanque Sisley. Omdat Veldmate echter toch in Uruguay was samen met Hans Nijland, besloten ze nog maar een wedstrijdje te bezoeken. Daar zagen ze stomtoevallig Luis Suárez, iemand van wie iedereen het talent binnen tien minuten kon herkennen. Op de verdere lijst van ontdekkingen staan jongens als Lindgren, Bruno Silva, Nevland, Kostiv Matavz en Berg. Aan de andere kant haalde Veldmate ook jongens als Magnasco, Cahais, Teixeira en Jones. Genoeg Groningers hebben geen moment wakker gelegen van het vertrek van Veldmate. Een contract van zes jaar is met die wetenschap bizar. Zeker omdat je iemand in huis hebt gehaald die zijn waarde nog niet heeft bewezen voor je organisatie. Waarom zou je zo’n man voor zes jaar strikken? Het is iets wat ook enkele scouts zich bij Ajax afvragen.

Als Ajax weg wil uit de middenmoot van Europa en vooruit wil dan zou het er verstandig aan doen een beter idee te krijgen van waar het mee bezig is. Laat het succes van je beleid niet afhangen van toeval, maar neem het heft in eigen handen. Vraag je af waarom je bepaalde keuzes maakt, en waarom eventuele nieuwe mensen goed zijn in het werk dat ze bij Ajax moeten gaan leveren. Zorg ervoor dat reeds aanwezige mensen zich gehoord en gewaardeerd voelen, en zorg voor een gevoel van eenheid. Ajax is nu nog altijd een club van eilandjes, waarin meer over elkaar wordt gesproken dan met elkaar. De Amsterdamse club haalt jonge talenten niet meer binnen vanwege een goed verhaal, maar puur nog door de naam. Jongens die gevoelig zijn voor een duidelijk plan kiezen momenteel voor andere clubs. Het oplossen van het leiderschapsprobleem binnen de organisatie zou al een flinke stap vooruit kunnen zijn. Een bindend element die ideeën levert, samenhang aanbrengt en relatief onervaren mensen als Overmars en Van der Sar steunt. Vooralsnog lijkt zo’n leider echter niet spoedig verwacht te hoeven worden. En zo zal Ajax waarschijnlijk nog wel even afhankelijk blijven van min of meer toevallig aangestelde passanten zoals onze huidige hoofdtrainer, die gelukkig voor de club in ieder geval een interessante voetbalvisie heeft.