Peter Bosz is blij met de eerste drie punten van het nieuwe seizoen. Bij zijn competitiedebuut als trainer van Ajax werd Sparta zondag met 3-1 verslagen. Desondanks ziet de 52-jarige Apeldoorner nog genoeg ruimte voor verbetering, zo laat hij weten in gesprek met de NOS. “Ik ben heel erg blij dat we gewonnen hebben, daar gaat het uiteindelijk allemaal om. We boeken elke week weer progressie in de uitvoering van de manier waarop wij willen spelen. Maar er is nog genoeg werk aan de winkel. Vandaag zag je bijvoorbeeld dat we het veld nog veel te lang hebben gehouden. Hierdoor komen onze middenvelders in een veel te grote ruimte te spelen. Om dit te bereiken zullen we verder naar voren moeten durven verdedigen. Dat is moeilijk, want het is veel makkelijker – en veiliger voor jezelf – om achteruit te lopen. Dat moet niet. Aan de andere kant vind ik dat we twee geweldige doelpunten hebben gescoord.”
Nadat Ajax al snel op voorsprong was gekomen, kreeg het binnen enkele minuten al de gelijkmaker te verwerken. Jasper Cillessen kon een vrije trap, die van richting werd veranderd, niet tegenhouden. “Nemanja vertelde al dat hij de bal bij die vrije trap aanraakte, waardoor Cillessen kansloos was. Het kan er dan misschien knullig uitzien, maar Jasper kon er niks aan doen. Als die bal net wordt aangeraakt dan ben je kansloos.”
Tot slot heeft Bosz nog lovende woorden over Mateo Cassierra. Het Colombiaanse talent scoorde op Het Kasteel zijn eerste Eredivisiedoelpunt voor Ajax. “Mateo is nu nog geen échte spits, maar ik denk dat hij dat wel kan worden. De spitspositie is nou eenmaal de moeilijkste positie van het elftal. Je staat altijd tegenover twee verdedigers. Cassierra is een hele intelligente speler, die ook nog heel veel voetballende kwaliteiten heeft. En ik denk dat hij op dit moment nog het best achter de spits uit de voeten komt. Zijn doelpunt is daarentegen wel weer een échte spitsengoal. Hij moet zich uiteraard nog ontwikkelen, maar als je negentien bent dan mag dat ook.”
