© Proshots

In tijden dat Ajax zich beseft dat het af en toe de portemonnee moet trekken om successen te behalen, zijn het niet de grote aankopen die het meest in het oog springen. Traoré, ooit de beste speler van de Eredivisie, kan nog niet bijster veel potten breken en topaankoop Ziyech laat mooie, soms fantastische dingen zien, maar is nog geen drijvende kracht. Zeker niet als je het vergelijkt met jongelingen Dolberg en vooral Davinson Sanchez, de geweldenaar.

In de Klassieker werd duidelijk dat de Colombiaan Ajax door moeilijke wedstrijden kan sleuren. Een twintigjarige rots in de branding. Toen de ArenA bijna werd opgeleverd, zag Davinson het levenslicht. Twintig jaar later is hij degene die de boel overeind houdt in datzelfde stadion. Hij is the chosen one.

Voor veel mensen is het moeilijk om te genieten van verdedigers. Zeker als ze zo robuust zijn als Sanchez. Maar er is een punt waarop zelfs een verdediger zo dwingend is dat hij de harten van de voetballiefhebber kan stelen. In het nog prille seizoen is dit Sanchez al gelukt. Een waanzinnige prestatie. Aanpassingsproblemen komen in zijn woordenboek niet voor. De onverzettelijkheid van zijn karakter zie je terug in zijn spel.

Het is een type speler dat je graag in je team hebt. Het brengt rust en de ‘niemand maakt me wat’ mentaliteit doet je aanvoelen dat er niemand langs gaat komen zolang hij op het veld staat. In de wedstrijd tegen Feyenoord heeft hij ‘zijn’ zestienmetergebied met hand en tand verdedigd. Als er een bal in het doelgebied kwam, dan was hij daar om het ding weer weg te werken. Keer op keer op keer (op keer). Als hij er in zijn eentje had gestaan, was hetzelfde effect bereikt. Het is een man die in zijn eentje een volledige grensbewaking op zich kan nemen. Een nimmer scheurende muur die overeind blijft als de schaal van richter hoge getallen aangeeft.

De Ajacied van het seizoen is bikkelhard, maar grijpt nooit naar onverantwoorde middelen. Hij blijft binnen de lijntjes, anders dan menig ander Zuid-Amerikaans verdediger/beroepsslager. Zij staan erom bekend met het mes tussen de tanden te spelen, benen te breken waar nodig. Geen genade. Zo niet Davinson. Davinson is de rust zelve.

Sanchez is een voetballer die we eigenlijk niet kennen in Amsterdam. Iemand die zo de baas is, zo sterk en heersend in de lucht en over de grond. Toch is hij op enkele vlakken wel een typische Ajax-speler. Hij heeft een prachtige tackle, blijft ook in balbezit goed overeind en weet wanneer en hoe hij moet inschuiven. Een complete verdediger. Zo compleet, dat het bijna eng is. Twintig jaar, maar nu al iemand waar geen aanvaller tegenover wil staan. Je weet immers dat je niet aan de bak gaat komen.

Het overkwam Nicolai Jørgensen. 90 minuten lang toekijken hoe je directe tegenstander alles weghaalt wat in de buurt van het Ajax-doel komt. Zelfs als er vuurwerkbommen, zwijnenhoofden, scooters of andere grote voorwerpen het veld op gegooid zouden worden, zou hij deze zonder blikken of blozen weggehaald hebben. Vermoedelijk staat hij nog steeds in de Kuip. Rondrennend in het zestienmetergebied, alles wat in zijn buurt komt wordt het stadion uitgewerkt. Hij heeft immers een opdracht meegekregen: hou het doelgebied schoon. Laat iemand hem alsjeblieft vertellen dat we zaterdag in Amsterdam spelen, zodat hij op tijd de Kuip verlaat.

We mogen onze handen dichtknijpen met iedere minuut dat hij in Ajax-tenue op het veld staat. Het blijft jammer dat we waarschijnlijk niet heel lang kunnen genieten van deze alleenheerser. Maar doe dat vooral wel, zolang het nog kan. Geniet van iedere tackle, ieder block en iedere bal die hij de 16 uit ramt. Zolang hij in het veld staat, kan ons niets gebeuren. Peter Bosz kan zaterdagavond gerust in een 1-4-5 formatie spelen. Mits Davinson zijn zelf opgeworpen vesting in de Kuip wil opgeven voor een nieuw bouwproject in de ArenA.