Vandaag werd bekend dat Ajax een bod van 25 miljoen euro op Bazoer heeft geaccepteerd. Eerder weigerden ze een bod van 20 miljoen op Klaassen. In beide gevallen werd het bod gedaan door SSC Napoli. Het lijken vrij willekeurige bedragen die geboden worden. Toch moet er bij Ajax enige systematiek zitten in het berekenen van de transferwaarde van spelers. Naar de formule waarmee Overmars berekent of een bod al dan niet wordt geaccepteerd, is het vooralsnog gissen. Laten we dat vooral doen. In iedere wiskundige formule moeten er een aantal variabelen verwerkt worden, in dit geval variabelen die invloed hebben op de waarde van een speler. Met deze variabelen kun je uiteindelijk de ultieme rekensom maken. Hier zijn de belangrijkste variabelen die leiden tot de ‘stelling van Marc’.
Kwaliteit
De kwaliteit van de speler is de belangrijkste factor voor het bepalen van zijn transferwaarde. Het is de belangrijkste motivatie om een speler te kopen, en dus bepaalt de kwaliteit voor het grootste deel hoe veel geld je moet neertellen voor een speler. Zowel Klaassen als Bazoer bezitten veel talent. Het is moeilijk om te zeggen welke speler beter is. Dit is vooral een kwestie van persoonlijke voorkeur. Laten we zeggen dat beide spelers evenveel kwaliteit bezitten. De variabele ‘kwaliteit’ zal in de formule worden aangeduid met de letter K. K kan waarden aannemen van 0.1 (lage kwaliteit) tot 2.0 (zeer hoge kwaliteit).
Leeftijd
Kwaliteit is niet de enige factor die meespeelt bij de bepaling van de transferwaarde van een speler. Een wereldster van 31 jaar is nu eenmaal minder waard dan een wereldster van 19. In het geval van Klaassen en Bazoer is dit gegeven zeer saillant. Het leeftijdsverschil tussen de heren is drie jaar en voor Bazoer werd zeven miljoen meer geboden. We kunnen er dus grofweg vanuit gaan dat je transferwaarde per jaar met twee miljoen afneemt. De top van een voetbalspeler ligt op zijn 27e. Voor de formule betekent dit dat je het aantal jaren dat je nog te gaan hebt tot je 27e kunt vermenigvuldigen met twee miljoen en dit bij je transferwaarde op kunt tellen. Wanneer we de letter L gebruiken voor de variabele Leeftijd, komt dat er in formulevorm als volgt uit te zien: (27-L)*2.
Hoe belangrijk is de speler voor de club?
Sleutelspelers zijn altijd duurder dan spelers die op de bank zitten. Daardoor is het verstandig om de variabele I (van het Engelse ‘importance’) te verwerken in de formule. Omdat deze variabele minder zwaar meetelt voor de berekening van de transferwaarde, kan I geen grote waarden aannemen. Een vermenigvuldigingsfactor van 0,6 tot 1,4 lijkt reëel in dit geval. Voor Ajax is het moeilijk te bepalen of Klaassen belangrijker is dan Bazoer, of andersom. Ook hiervoor geldt dus dat de waarde I bij de spelers (ongeveer) gelijk zal liggen.
Contractduur
Een contract vertegenwoordigt een waarde, dus de duur van het lopende contract zal invloed hebben op de transferwaarde. Een contract van nul jaar zal de transferwaarde totaal doen verdwijnen. Een contract van drie jaar zal de waarde van een speler fors verhogen. Wanneer je er vanuit gaat dat een gemiddelde contractduur twee jaar is, kun je dit als norm nemen. Als de speler nog een contract voor twee jaar heeft, zal de waarde dus niet toenemen en niet afnemen. Contractduur C (in jaren) zal in de formule dus gedeeld moeten worden door 2 (C/2) en vermenigvuldigd worden met de waarde tot dan toe. Dit betekent automatisch dat de waarde van een speler 1.5 keer toeneemt wanneer hij nog een contract voor drie jaar heeft en gehalveerd wordt wanneer hij nog een contract voor een jaar heeft.
Niveau van de kopende club
Een club als Ajax kan meer geld vragen wanneer Barcelona of Manchester City een bod uitbrengt, dan wanneer FC Thun of Rapid Boekarest de speler wil kopen. Om dit te vertalen naar de formule, verdelen we de clubs over vijf klassen. Clubs uit klasse 1 zijn wereldtop en moeten veel betalen, clubs uit klasse 5 betalen het minst. Een club uit klasse 1 krijgt de vermenigvuldigingsfactor 1.6 mee, een club uit klasse 2 krijgt een factor 1.3, een club uit klasse 3 1.0, klasse 4 0.7 en klasse 5 0.4. De variabele krijgt de letter K toegewezen.
Ervan uitgaande dat een gemiddelde speler van Ajax zo’n vijf miljoen euro kost, komt de stelling van Marc er als volgt uit te zien: T (transferwaarde in miljoenen) = (5K+((27-L)*2))*I*(C/2)*K. Deze formule geeft de denkwijze van de man met de rekenmachine aan. Een man die denkt in miljoenen. Een man die zich thuis voelt op de beurs, het liefst met een grote beurs. Kortom: een man als Overmars. Laten we onze handen dichtknijpen dat Bazoer geen econoom is, maar een voetballer. Een mens van vlees en bloed. Meer dan alleen een transferwaarde. Een buitengewoon talentvolle voetballer die in ieder geval nog een half jaar met liefde voor zijn club speelt.