© Proshots

Vol verbijstering heb ik de afgelopen dagen het nieuws rondom Peter Bosz gadegeslagen. Een ongekend staaltje bestuurlijk falen. Op dat vlak is Ajax met afstand landskampioen geworden. De man die meer lof verdient dan ieder ander bij de club krijgt als dank voor een ongekend seizoen de welbekende zak. Zo voelt het althans. De clubiconen die nu de scepter zwaaien hebben hun oordeel geveld. Als deze week ons iets heeft geleerd, dan is het wel dat het op voetstukken in Amsterdam goed toeven is. Voetstukken lijken in de hoofdstad steviger dan in andere steden. Kom niet aan onze helden, ook jij niet Peter.

Bosz is gestuit op een onvermurwbaar blok Cruyff-volgelingen. Het begint er steeds meer op te lijken dat zij de naam Cruyff misbruiken om zelf de zin door te drijven. Verandering is onbespreekbaar. Iedereen die uit de pas loopt, wordt aan de kant geschoven. Voor nieuwe mensen is er één keuze: of je stapt op de Ajax-trein en volgt het traject die deze aflegt, of je blijft achter op het station. Bijzondere spil in dit hele gebeuren: Dennis Bergkamp. U weet wel, die man die ooit held van beroep was. Ook in de bestuurskamer staat hij op een hoge sokkel, vanaf zijn voetstuk neerkijkend op alle marionetten die de revue passeren. Zijn voormalige teamgenoten durven niet aan zijn reputatie te tornen, laat staan hem op zijn plaats te zetten. Dus krijgt hij het voordeel van de twijfel. Ten koste van heel veel naar nu blijkt.

De non-flying dutchman kan er niet uitvliegen. Hij heeft klaarblijkelijk onschendbaarheid, als ware hij een diplomaat. Kennelijk handelt hij hier ook naar. Dus krijg je als bestuur de keuze: kies je voor iemand die geweldig kon voetballen en als bestuurder nog niets heeft bewezen, of ga je voor een duo dat Ajax het beste voetbal heeft laten spelen dat we in ruim tien jaar – zo niet meer – hebben gezien. Dan kies je natuurlijk voor het eerste.

Uiteraard kun je niet alles op het bordje van Bergkamp schuiven, maar zijn rol in deze hele soap is extra saillant. Omdat hij altijd een held is geweest, omdat hij niets fout kon doen. Iemand met zijn aanzien wil je niet zien vallen. Daarom moeten grote voetballers geen hoogwaardigheidsbekleder worden. Hoe hoger je tijdens je carrière in aanzien bent gestegen, hoe dieper je na je carrière kunt vallen. Als ik voor ieder voorbeeld dat ik hierbij kan noemen een compliment zou krijgen, zou mijn ego inmiddels tot boven die van Zlatan Ibrahimovic zijn gerezen.

Wat zich precies intern heeft afgespeeld is moeilijk te zeggen, hier kan en mag je dan ook niet al te fel over oordelen. Maar het is wel duidelijk dat er in de achterkamertjes de laatste jaren niet veel is veranderd. Het is weer wij tegen hun, de fundering waar de fluwelen revolutie op is gebouwd. Bij ‘kamp hun’ vallen er slachtoffers. Maar de grootste slachtoffers zijn de leden van een relatief onafhankelijke groep. Die slachtoffers dat zijn jullie, de supporters. En eigenlijk iedereen die het Nederlandse voetbal een warm hart toedraagt.

Nog nooit was het voor de supporter zo makkelijk om in een seizoen de club zowel intens lief te hebben als hartstochtelijk te haten. Dit eerste vanwege het voetbal, het tweede vanwege een technisch hart waar nog nauwelijks Ajax-bloed doorheen stroomt. Het is gestold, onder invloed van het machtshormoon dat door het lichaam wordt aangemaakt bij een aanstelling op een hoge positie. Laten we overigens vooral niet vergeten dat de spelersgroep ook bij de grote verliezers hoort. Ook voor hen is het een onbegrijpelijk besluit. De opgebouwde teamgeest wordt plotsklaps op brute wijze afgebroken. De spelers krijgen een vrijkaart voor het ontwikkelen van onvrede. Een vrijkaart voor het ontwikkelen van een verlangen om het elders te gaan proberen. Kortom: dit krankzinnige besluit levert bij vrijwel iedereen wrange gevoelens op, behalve bij het technisch hart en bij fans van concurrerende clubs.

En dan de gevolgen. Ik ben bang voor de gevolgen. Wat gaat dit teweeg brengen. Het is Ajax gelukt om een seizoen dat een gouden toekomst bij de clubleiding in de schoot wierp toch nog in mineur te laten eindigen. Ten koste van wat? Dat is de vraag die we ons nu moeten stellen. Zijn de spelers eerder geneigd te vertrekken, wordt het moeilijker om mensen aan de club te verbinden? Na enkele euforische maanden hangt er nu toch een zwerm van negativiteit rond de ArenA. Dat kan onmogelijk een goede voorbode zijn voor het komende seizoen. De kliek van oud-voetballers – het resultaat van de fluwelen revolutie – zet zichzelf eens temeer nog steviger in het zadel. Een verrotte cultuur die zichzelf in stand blijft houden, wie kan zich hier ooit nog tussen wurmen zonder een trap op een niet al te plezierige plek te krijgen van een voetstukbezitter?

Als je als club zo’n fantastisch seizoen hebt gedraaid, en je de hoofdverantwoordelijke hiervoor op zo’n manier afserveert, dan moet je je kapot schamen. Dan ben je een door en door verrotte organisatie. Dan mag je nooit meer aan een vergadertafel plaatsnemen. Dan moet je zo beleefd zijn om zelf van je voetstuk te stappen en een diepe, nederige buiging te maken voor iedereen die je hebt geschoffeerd.