© Proshots

Er is de laatste jaren veel kritiek op clubs die hun ziel verkopen. Aan een rijke Rus, een vermogende Sjeik, of een groot commercieel bedrijf. De macht van sponsoren is in feite altijd al groot geweest, maar die macht lijkt alleen maar groter te worden. Ze brengen immers geld mee. We zien lijdzaam toe hoe clubs hun identiteit, in sommige gevallen hun clubnaam of clubkleuren opgeven voor het grote geld. We kunnen er met ons hoofd niet bij dat supporters hun club toch blijven steunen. Een neppe club zonder identiteit, daar kun je niet voor juichen. De vraag is echter, zou je het zelf echt allemaal op kunnen geven?

Toegegeven, het is natuurlijk waardeloos om ieder jaar weer elf andere spelers op het veld te zien staan. Je wilt juichen voor jouw clubkleuren, voor jouw embleem, voor spelers uit de jeugd. Met een naam die daaraan verbonden is. Je moet er niet aan denken dat onze club straks Red Bull Ajax heet, waarvan de hoofdmacht speelt in de Punica ArenA en de jeugd zijn wedstrijden afwerkt op Sportpark Paradontax. Maar stel dát dit zou gebeuren, kun je dan echt alles opgeven?

Kun je echt een club waar je wellicht tientallen jaren hartstochtelijk van hebt gehouden, zomaar aan de kant zetten? Als deze club grote successen behaalt met spelers die gekocht zijn door een rijke Rus, kun je dan zonder ook maar een spier te vertrekken met droge ogen beweren dat je niet vanbinnen stiekem toch een beetje juicht?

Het is allemaal zeer hypothetisch uiteraard, maar wellicht is het onmogelijk om met honderd procent zekerheid te zeggen dat je club jouw club niet meer is zodra hij ‘zijn ziel verkoopt’. Dat weet je pas als het zover is. Laten we vooral hopen dat dit nooit gebeurt, maar tot die tijd kun je eigenlijk alleen maar de vraag stellen: wat zou ik eigenlijk doen. Misschien kom je tot een juist antwoord, misschien ook niet. Ik hoop dat we daar nooit achter gaan komen, vooralsnog heb ik het vertrouwen dat het Ajax-bestuur ons daarbij gaat helpen.