Toen Ajax in juni 2016 circa vijf miljoen euro neertelde voor centrale verdediger Davinson Sánchez, werd dat gezien als een flink bedrag. Even daarvoor had Ajax tenslotte ook Mateo Cassierra voor 5,5 miljoen euro aangetrokken. Waar Cassierra het lastig heeft in Amsterdam en zijn minuten vaak bij Jong Ajax maakt, is landgenoot Sánchez een regelrechte schot in de roos gebleken. Nu, één jaar na zijn komst, schijnt Ajax vijftig(!) miljoen te vragen voor de Colombiaanse groeibriljant.
Uitgestippelde carrièreplannen
Als jeugdspeler verkaste Sánchez al gauw van club. Wegens de verhuizing van zijn ouders vertrok hij als jongeling naar Atlético Nacional, waar hij in oktober 2013 mocht debuteren. Na een aantal wedstrijden in het eerste elftal gespeeld te hebben, achtte de Colombiaan de tijd rijp voor een volgende stap. Daarin maakte de nog jonge Sánchez een bewuste keuze. Hij koos voor Ajax in plaats van FC Barcelona, waar hij in het tweede elftal zou starten. Met het oog op zijn carrière tekent hij een vijfjarig contract in Amsterdam. Na één wedstrijd in Jong Ajax kreeg de Colombiaan de kans in het hart van de verdediging vanwege een schorsing van Joël Veltman. Sindsdien is Sánchez niet meer weg te denken uit het elftal, dat afgelopen seizoen indrukwekkend presteerde in de Europa League. In die tussentijd is de verdediger steeds meer uitgegroeid tot een sterkhouder. Geen ouderwetse Hollandse verdediger die voetballend fantastisch is, maar een verdediger die wij bij Ajax eigenlijk zelden zien. Een harde, maar no-nonsense verdediger waarbij de verdedigende taken centraal staan. En ook in de top is dat opgevallen. Niet voor niets wordt het rijtje clubs dat aan Sánchez gelinkt word steeds groter. Onder meer FC Barcelona, Internazionale, Chelsea, Real Madrid, Paris Saint-Germain en Bayern München hengelen na één seizoen in Amsterdam al naar zijn diensten. Of de vraagprijs die Ajax hanteert, vijftig miljoen euro, de geïnteresseerde clubs zal afschrikken, weten we pas na het sluiten van de transfermarkt.
Zekerheid?
Zeker is wel dat de Colombiaanse aankoop voor Ajax een schot in de roos is gebleken. Talloze momenten van heldendaden van de Colombiaan tijdens het afgelopen seizoen zijn op te noemen. De eerste twee treffers die hij maakte tegen PEC Zwolle, de indrukwekkende sprints waar hij menig spits lachend bijhaalde vanuit een geslagen positie, zijn omhaal in de thuiswedstrijd tegen AZ en zijn fantastische verdedigende acties in de afgelopen Europa League-campagne. Wedstrijd voor wedstrijd slaagde Sánchez voor de test. Totdat de Europa League-finale aanbrak. José Mourinho had de tactiek dusdanig afgestemd dat de zwakheden van de Colombiaan bloot kwamen te leggen. Opbouwend is de verdediger namelijk niet de sterkste, maar omdat Matthijs de Ligt, die dit kunstje beter beheerst, werd afgedekt, werd Sánchez gedwongen uit zijn comfort zone te stappen. Voor deze test zakte de verdediger hard door het ijs, waardoor het maar afwachten is of de topclubs daadwerkelijk bereid zijn om een megabedrag uit te trekken voor de nog altijd maar 21-jarige verdediger.
Op welk gebied er nog werk aan de winkel is voor Sánchez, is dus niet zo heel lastig. Dat is namelijk het voetballende gedeelte. Verdedigend zit het allemaal tiptop in orde. Fysiek is hij ijzersterk, qua snelheid zit het ook goed en ook met het hoofd staat de verdediger zijn mannetje. Voor de Nederlandse competitie is Sánchez een uitstekende verdediger, zo niet de beste. Maar of hij ook week in week uit in een internationale topcompetitie op deze manier kan presteren is een vraagteken. En topclubs trekken niet vaak vijftig miljoen euro uit voor vraagtekens. Zij willen garanties die Sánchez nu nog niet kan geven. Daarom is het verstandig om nog één jaar bij Ajax door te ontwikkelen op het voetballende aspect. Hij hoeft geen tweede Franz Beckenbauer te worden, maar hij moet wel een bal van A naar B kunnen krijgen. Wanneer hij het voetballende gedeelte beter onder controle krijgt en minder foutieve inspeelpasses heeft, gaat de Colombiaan het nog heel ver schoppen. En bij Ajax kan dit in de luwte in vergelijking met de internationale top waar elke fout genadeloos wordt afgestraft. Dus Davinson, nog even één jaar doorgroeien in Amsterdam en je hebt de wereld aan je voeten.
