Frank de Boer heeft de afgelopen jaren veel gebruikgemaakt van talenten uit de jeugdopleiding van Ajax. Zo kregen naast Vaclav Cerny en Donny van de Beek ook bijvoorbeeld Davy Klaassen en Kenny Tete van de trainer een kans in het eerste. Naast jeugdspelers moet een team volgens De Boer wel worden aangevuld met spelers van buitenaf. “Het is een illusie dat je met alleen basisspelers van een jaar of 19 begint, daar jongens van 17 achter hebt en even kampioen wordt. Die vlieger gaat niet op”, vertelt de trainer aan De Telegraaf.
De Boer heeft de lastige keuze om te bepalen of een talent klaar is voor de stap naar het eerste. “Ik ben verantwoordelijk voor de toekomst, maar ook voor het heden. Op dat dunne koordje balanceer ik steeds. Ga ik nu vol voor die jonge jongen en geef hem de tijd, of weet eigenlijk al zeker dat hij op een gegeven moment door zijn hoeven zakt en kies toch voor een aankoop? Omdat het me anders het kampioenschap kost…”
De Boer ziet dat steeds meer jeugdspelers de stap naar het eerste elftal maken. “Het ziet er goed uit. Ik heb het gevoel dat er steeds meer talenten doorkomen. Als je de A1 ziet, zijn het er een stuk of zeven en ook in de B1 zie ik jongens met veel potentie. In de opleiding worden die spelers sneller klaargestoomd voor het eerste, krijgen zij een pakketje mee. Maar ik ben er mede door mijn eigen ervaringen als speler nog altijd van overtuigd dat je bij het eerste het meeste leert. Alleen, hoe beter je in de jeugd gelegde basis is, hoe makkelijker je je doorontwikkelt tot topspeler.”
De trainer weet goed wie zich goed aan het ontwikkelen zijn. “Ik zie Kasper Dolberg in de A1, een prima spits. Carel Eiting en Matthijs de Ligt die het heel goed doen. En Gino Dekker ontwikkelt zich sterk, maar moet als tweedejaars A-junior nu de volgende stap zetten.”