Frank de Boer zag afgelopen weekend opnieuw een steunpilaar van Ajax’ ijzersterke achterhoede wegvallen. Nadat Kenny Tete al eerder geblesseerd was geraakt, moest Jaïro Riedewald zondag het veld verlaten met een zware blessure. Doordat John Heitinga vorige week zijn carrière beëindigde, houdt De Boer nu vijf verdedigers over in zijn selectie. Dat is volgens de trainer genoeg. “Voor de blessures hadden we acht verdedigers. Daarvan zijn er nu nog maar vijf over. Er moeten dus niet heel veel problemen bijkomen in de achterhoede. Als dat wel gebeurt, zullen we jongens uit Jong Ajax bij de selectie halen. We gaan er in ieder geval niet paniekerig over doen. Ik zal het met deze mensen moeten doen en dat gaan we ook doen”, laat De Boer aan Ajax TV weten.




“Op dit moment halen we nog niemand van Jong Ajax bij de selectie”, vervolgt de Ajax-trainer. “Vijf verdedigers is normaal gesproken genoeg. Als er schorsingen zijn dan is het een ander verhaal. Natuurlijk zullen er jongens van Jong meetrainen, zodat we ook elf tegen elf kunnen trainen. Voornamelijk zullen dit verdedigers zijn die zich natuurlijk aan ons kunnen laten zien.”

In de eerste seizoenshelft bestond de achterhoede uit vier spelers: Tete, Veltman, Riedewald en Dijks. De Boer geeft aan dat er de komende tijd geen vaste verdediging zal staan. “Ricardo valt nu eventjes buiten de boot, maar werkt keihard om zich weer in het elftal te knokken. Dus de verdedigers staan zeker niet vast. Een achterhoede vormen met deze vijf verdedigers is zeker Eredivisie-waardig, dus ik heb daar geen hoofdpijn van op dit moment.”

Ajax werkte afgelopen transferperiode niet mee aan een vertrek van Van der Hoorn of Viergever. Dat komt nu goed uit. “Ik heb al eerder aangegeven dat als één van die twee zou weggaan we direct een nieuwe verdediger zouden gaan halen. Je ziet wat er kan gebeuren en wij wisten natuurlijk al wat langer dat John Heitinga afscheid zou gaan nemen. Dus op dat moment was het voor ons: of Mike en Nick zouden bij ons blijven of we moesten direct een versterking gaan zoeken. En die waren er niet, dus was het voor ons duidelijk dat ze niet weg mochten.”