Anwar El Ghazi hoopt komend seizoen zijn oude vorm weer te herpakken. De vleugelaanvaller lijkt op de trainingen het vertrouwen te krijgen als rechtsbuiten. Onder Frank de Boer miste hij het vertrouwen als buitenspeler weleens. Zo werd hij een aantal keer ook op de spitspositie gezet. “Met mijn rol op het einde van het seizoen was ik niet echt blij. De trainer zag het wat minder in mij zitten. Ik wil geen reserve zijn, al heb ik als invaller ook mijn waarde gehad”, vertelt El Ghazi in Het Parool.
“Het was voor mij persoonlijk een jaar van ups en downs, dat eindigde met een down”, vervolgt hij. “Over de eerste seizoenshelft ben ik tevreden, over de Europese wedstrijden minder. Ondanks het feit dat ik niet alles heb gespeeld, staan er toch elf goals en drie assists achter mijn naam. Dat is mooi. Zoek maar eens een buitenspeler van twintig jaar die snel en sterk is en elf keer scoort. Niet dat ik mezelf wil ophemelen, want zo zit ik niet in elkaar. Maar ik vind dat je de zaken ook positief moet bekijken. Niet altijd alleen maar negatief.”
Nu de Ramadan is afgelopen kan en wil de 21-jarige aanvaller zich volledig richten op zijn prestaties. “Er is bij Ajax voor mij nu wat meer concurrentie dan een jaar geleden. Behalve Lasse Schöne zit ook Vaclav Cerny bij de groep. Prima, want ik zal het toch ook zelf moeten laten zien. Er werd mij gevraagd of ik het rugnummer 7 wilde dragen, want die was vrijgekomen na de transfer van Viktor Fischer. Dat nummer hoort bij de rechtsbuiten en ik voel me ook een rechtsbuiten. Ik heb er geen moeite mee om in de spits te staan als ik het team daarmee kan helpen, maar mijn hart ligt op de flank. Als de rugnummers straks officieel worden aangewezen, hoop ik dat ik het nummer 7 mag houden.”