Langs de lijn op De Toekomst #20 Lúke Marinus
door Jan Verdonk

Een aantal keer per jaar probeer ik wedstrijden van de Ajax-jeugd op De Toekomst te bezoeken. Niets zo leuk als met eigen ogen de jonge Amsterdamse talentjes aan het werk te zien. Bovendien is het razend interessant alle opmerkingen om je heen te horen, van fans, volgers, ouders en talentjes uit andere teams. Het levert een dieper inzicht op van het wel en wee van de Ajax-jeugdopleiding. In de rubriek “Langs de lijn op De Toekomst” ga ik namens Ajax1.nl de komende tijd in gesprek met enkele van deze mensen. In deel 20 praat ik met Lúke Marinus, een regelmatige bezoeker van De Toekomst, die naar eigen zeggen graag personeelsordening bestudeert. Daarover is bij Ajax best wel het een en ander te zeggen, net als over het grotere organisatorische plaatje. Vandaar dat Lúke een mooie kandidaat is om zijn inzichten te delen in deze rubriek.

Tussen alle volgers op het jeugdcomplex van Ajax lopen ook heel wat originele denkers. Een daarvan is Lúke Marinus, een pas 23-jarige student met heel duidelijke denkbeelden over hoe een ideale organisatie er bij een sportclub uit moet zien. Als het aan hem ligt wordt er snel een einde gemaakt aan de kampenstrijd die – zoals het gesprek met Jaap de Groot duidelijk maakte – al decennialang diepgeworteld is binnen de club. Volgens Lúke zou het verstandig zijn te kijken naar wat mensen van elkaar kunnen leren, waardoor je elkaar versterkt. In de huidige Ajax-actualiteit is zo’n manier van denken interessant. Ik ben daarom erg blij dat Lúke met mij zijn denkbeelden over de Ajax-organisatie wilde delen, en zijn visie op het verloop van de ‘Fluwelen Revolutie’.

Beste Lúke! De meeste lezers zullen jou niet kennen. Kun je uitleggen wie je bent en waarom je wat kunt zeggen over de jeugdopleiding van Ajax?

‘Mijn naam is Lúke Marinus, en als 23-jarige kan ik toch wat zeggen over de jeugdopleiding omdat ik een vrije denker ben die voetbal kan vatten in scherpe bevindingen. Ik heb het Syndroom van Asperger, iets waarover veel schrikbeelden bestaan, maar waarbij het erom gaat dat je niet van oordelen houdt, maar juist van precies redeneren. Ik houd niet van verzuiling en kampenstrijd, maar zoek graag naar de diplomatieke voet. Mijn persoonlijke doel is dat ik de denktalen van diverse breinen in kaart breng, zodat iedereen precies weet wat hij van de ander kan leren. Zo kan er gemeenschappelijk betekenisvol naar zaken worden gekeken. Dit is iets waar Ajax nog wel wat kan verbeteren.’

Hoe ziet het ideale Ajax er voor jou uit?

‘Ajax 1 is een soort vlaggenschip, maar er zijn heel veel tussenstations die de aandacht verdienen voordat je van Ajax 1 hoge verwachtingen kunt hebben. Het belangrijkste bij die tussenstations is dat mensen beter worden vanwege elkaar. Bij Ajax zijn de taakomschrijvingen en besluit-technische aspecten nu nog niet goed geregeld, waardoor eigenlijk iedereen maar zijn eigen ding kan doen, zonder daarover aansprakelijkheid te dragen. Als je een bestuursraad zou hebben die elk soort signaal binnen laat komen, op een manier dat iedereen zijn betrokkenheid geprezen voelt, dan heb je te maken met een voetbalproject waar professioneel wordt gewerkt. Dit is bij Ajax in de basis niet het geval is. Hierdoor kan niet elke geleding zijn werk doen en raken mensen van buitenaf gefrustreerd. Er ontstaat zo een onfatsoenlijk gedeeld chagrijn. Het komt allemaal door een eng soort bevoegdheidsvacuüm. Alleen maar praten in een besloten hoekje levert nooit op dat je fundamentele zaken bespreekt. Je moet praten met degene waarmee je het meest van mening verschilt. Juist omdat je kunt leren of laten leren, waardoor de onmin verandert in gedeeld fanatisme en begripsvorming. Dat zou ik graag voor Ajax willen.’

Je weet dat in de rubriek tot nu toe een stelling centraal staat, en die is dat het de goede kant opgaat met de jeugdopleiding sinds de Fluwelen Revolutie. Hoe zie jij dit?

‘Voetbalinhoudelijk wordt er op basis van vernieuwingen veel beter omgesprongen met de stappen die de jongste jeugd moet doorlopen. Dat zie ik echter op hogere leeftijd vaak tenietgedaan worden. Goede voetballers oefenen in die fase nu vier jaar lang hetzelfde uit op dezelfde posities. Het zou mooi zijn als coaches beter verkennen hoeveel mogelijkheden een voetballer heeft en zo de slimheid van hun talenten beter ontwikkelen. Ze zoeken nu te veel normen bij posities, in plaats van normen bij talenten. Neem de spitspositie. Een Ajax-spits bestaat toch helemaal niet? Als Kluivert de norm is, zijn Van Basten, Cruijff en Ibrahimovic dan brandhout? Je moet je redden met wat voorradig is, en zorgen voor spectaculair en fris voetbal dat verbazing wekt. Dat doe je ook door soms onverwachtse wendingen aan opstellingen toe te voegen. Piet Keizer zei ‘samen asociaal zijn’, en ik zou eigenlijk willen zeggen ‘samen ruimte laten en nemen om asociaal te zijn’. Als je nadenkt over wat van belang is in de samenstelling, kun je ervoor zorgen dat anderen excelleren. Je moet je soms voor het teamverband schikken naar de mogelijkheden van de exceptionele andere, zoals Hulshoff, Reiziger en Davids bijvoorbeeld lukte. Te weinig jeugd leert dat nog.’

Dat is het voetbaltechnische. Hoe zie je het organisatorisch? 

‘Op dat gebied kan dat probleem niet worden verholpen, omdat er een kemphanenstrijd is over wie nou verantwoordelijk is voor de kwaliteit. Dit komt door de verkeerde opzet van het Technische Hart. Dat draagt te veel het stempel van het eerste elftal, in plaats van een ontwikkelingsgericht oogmerk. Mensen werken dubbelop in plaats van complementair aan elkaar. Het is geen creatieve opzet, alleen al vanwege de titelnamen in het model van het Technische Hart. Er is een hoofd kwaliteit, maar ook een hoofdtrainer plus een assistent, een directeur spelerszaken en een hoofd opleiding. Zij voelen zich allemaal geroepen tot het nemen van kwalitatieve besluiten. Je hebt de Moneyball-situatie, waarin algemeen bevoegde Billy Beane alle kaarten uit handen is geslagen, want hij mag zowel het selecteren als het opstellen niet doen. Het is een schijn dat Dennis Bergkamp iets kan betekenen voor het voetbal in dit model. Dit heeft zijn intrinsieke motivatie denk ik ook vermorzeld.’

Wat is je belangrijkste bezwaar tegen het Technisch Hart? 

‘Het gaat niet om het terugdraaien van de fouten, maar om het afrekenen van de gevolgen. Een bepaalde smeerlappenhoek in de vereniging wil van Wim Jonk en Ruben Jongkind af, ondanks de bevlogenheid en overgave waarmee ze hun werk doen en de vele positieve besluiten die ze in een dappere bui nemen. Hierbij hoort overigens ook het niet ophouden van de schijn dat dit model een kans van slagen heeft door braaf aan te schuiven. Hun protest is terecht, iedereen ziet hoe nadelig het voor de club is. De hoofdtrainer, de assistenten en de directeur spelerszaken zijn veel te close met elkaar. Het is geen geven en nemen momenteel, maar nemen, nemen en nemen. Een Bergkamp begint er niks tegen en botviert zijn onmacht daarom maar op Jonk. Zij kunnen Ajax nog steeds redden, maar dan moet er een beter model komen met functiewijzigingen en duidelijke afspraken over hoe er kritiek geleverd kan worden op elkaar. Hopelijk is dit dan een onnozele komedie geweest, in plaats van en tragisch drama.’

Dat is dus een taak die Van der Sar heeft gekregen. Maar stel dat ze er al in slagen tot een oplossing te komen, in hoeverre gaan de uiteenlopende visies over het te spelen voetbal binnen het Technisch Hart dan nog het functioneren van het orgaan belemmeren? Kan het wel uit uitgesproken Cruijffianen bestaan en uit mensen die ook bewezen hebben meer naar Van Gaal te neigen?

‘Als er geen oplossing gevonden wordt voor het communicatieprobleem, dan duidt dat erop dat mensen de kern van het probleem niet willen inzien. Je kunt geen vier of vijf kapiteins op één schip hebben. Of is iedereen vergeten hoe Van Gaal ooit met goede bedoelingen wilde dicteren aan Ronald Koeman hoe het moest? Het probleem bevond zich toen in de manier van manifesteren en tolereren bij Van Gaal, maar uiteindelijk bleek ook Koeman meer een oud paard dan een jonge ruiter. Zo’n situatie kun je niet laten opknappen door een directie die ondertussen duidelijk niet op die plek is gekomen omdat ze het beter denken te weten dan de vijf kapiteins aan boord. De vraag is dan ook of we nog meer kapiteins nodig hebben, en of zij nog wel weten wie de kapitein is. Cruijff is op voetbalgebied interessanter dan Van Gaal in mijn ogen, maar organisatorisch maakt hij het overcomplex.

Het is eigenlijk erg dat Ajax ondanks de reuzehistorie de kennis op psychologisch, mentaal, mentaal, somatisch en voetbaltechnisch gebied niet ergens heeft kunnen behouden in een soort afdeling die gewoon de directie en het Technisch Hart kon helpen. Bij Ajax houden ze speciale denkers ook liever op verre afstand, waardoor er altijd colonnes optrekken. Dat is geen symptoom maar een centraal probleem. Ik ben gigantisch geschokt dat volwassen breinen schijnbaar niet tot loepzuivere constateringen hebben kunnen of willen komen. Dit heeft alles te maken met de bedrijfscultuur.’

De bedrijfscultuur, daar noem je een mooi punt. Jaap de Groot beschreef hier hoe er in de jaren vijftig en zestig al diverse ‘families’ en ‘clans’ waren, die allen streden om macht. Eigenlijk zien we zoiets nog steeds. Hoe verander je zoiets diepgewortelds volgens jou?

‘Zoals Joris Luyendijk donderdagavond in Pauw al aangaf: cultuur volgt structuur. Het verandert pas als de prikkel er komt om samen te werken, als het dus echt om de inhoud mag gaan. Je moet zorgen voor minder lange tenen bij mensen, door een passend informatiecircuit en een goede interne controle met checks and balances. Waarom werkt een scout bijvoorbeeld altijd op basis van een eigen opgebouwde netwerk, terwijl dat vaak op liefhebberij bij elkaar gekomen is? Waarom gaat men niet binnen een netwerk van een collega aan de gang en informeer je het eigen netwerk in het voordeel van de collega waarmee je uitwisselt? Zorg je daarmee niet voor veel meer vakkundige discussie, waardoor je elkaar naar een hoger plan kunt wijzen? Dezelfde datering van ideeën zie ik op andere gebieden. Hoe kunnen sommige oud-bestuurders die bestuurlijk besmetgevaarlijk zijn gebleken nou aanblijven als erelid, terwijl één van de grootste ereleden in de persoon van Piet Keizer gewoon merkt door hun gedrag dat ze het voor zichzelf en consorten doen en niet voor de club? Ajax heeft verscherpende denkers nodig. Zonder dat soort lui redt Ajax het niet om voetbalwereld de volkssport nummer één te houden.’

Ondanks de bestuurlijke bezwaren, zien we in de jeugdopleiding de laatste jaren toch duidelijke veranderingen. Deze aanpassingen hebben voor het grote publiek jaren nodig om zichtbaar te worden, maar wat vind jij eigenlijk van de doorgevoerde veranderingen in met name de onder- en middenbouw?

‘Ik ben vrij erkentelijk dat met name voor de onder-(pupillen) en middenbouw(junioren) er wel innovatieprincipes zijn. Daar hebben ook niet voor een breed publiek bekende mensen enorme inspanningen en bijdragen aan geleverd. Ik ben zelf niet in de gelegenheid om overal regelmatig te kijken, maar je voelt het alleen al als je rondloopt ertussen, er is meer gemeende aandacht voor de jeugdtalenten. Op alle facetten. Ze lachen meer, ze durven meer, ze genieten meer. En zonder plezier kun je de grootste mentale problemen krijgen. Die mentale problemen zullen in de toekomst niet meer voorkomen. Het is alleen jammer dat de aspiranten en senioren minder op dergelijke manier onder handen zijn genomen. Het was de bedoeling dat niet alleen de jonge jeugd, maar ook de academie beter ging worden. Anders kun je namelijk niet de sprong naar de internationale top maken.’

Wat hadden die veranderingen volgens jou dan moeten zijn?

‘In de academie had er veel meer aandacht moeten komen voor strategisch-tactische en technisch-feitelijke argumenten. Ik zie dat het alleen maar gaat om passingslijnen erin slepen en passingslijnen van de tegenstander eruit halen, terwijl er op attractiviteit is ingeboekt. Voetballers ontwikkelen zich niet, ze verwikkelen zich. Wat als je dan in het topvoetbal wel ontwikkelde voetballers tegenkomt? Denk je dan dat je het redt zonder op te letten hoe je met jouw elftal van een ander kunt winnen? Denk je dat een systeem boven de voetbalwetten verheven is? Bogarde zei heel mooi dat hij iedereen iets kan leren, maar ik merk eerlijk gezegd alleen dat hij linies tactisch sterker maakt, niet een heel elftal technisch beter. Ik geloof in Bogarde, maar hij moet wel interessante visie bij zich krijgen.’

Je hebt het over tactiek en techniek. Piet Keizer stelt dat er in de huidige opleiding een te groot accent ligt op het fysieke aspect. Hoe zie jij dit?

‘Er ligt altijd accent op de dingen die mensen wel beheersen. Ruben Jongkind heeft terecht aangegeven dat er nauwelijks olympische sportlust in voetballers zit, en hij heeft prestatieaanwijzers gezocht die dat erin kunnen slijpen. Dat verhaal is ook grotendeels gelukt. Alleen we kunnen niet van Jongkind gaan verlangen dat hij een soort Bill James is op voetbalgebied, die alle normstellingen gaat maken. Daarvoor moeten andere mensen worden ingeschakeld en dat is niet gebeurd. Daarom is het voetbal kwalitatief nog niet verheven geraakt, terwijl de potentie door de verbeterde aanpak wel stukken groter is gemaakt. Er zijn dus ook nog andere vakgebieden die betrokken moeten worden, en dat geeft Wim Jonk ook ruiterlijk toe.

Bryan Roy vertelde me ooit dat het onmogelijk is om het voetbal abstract door te spreken, omdat er gewoon zoveel traditie in voetbal. Dat is natuurlijk een drogreden, waardoor mensen zich niet openstellen voor een scherpe plastische discussie. Voetbal is een wereld met speciale breinen en gedragingen die gewoon als één moeten worden geprezen, zodat men elkaar verdraagt. Roy kan een uitstekende coach worden, maar hij moet niet mannetjesputter worden, of doen alsof hij al een ruiter kan zijn. Hij is erin geïnteresseerd, dat is mooi, maar bewijs je dan eerst even als teamcoach of als iets anders. Roy moet vooral terughoudend worden met het naar voren schuiven van zichzelf. Mensen zien zijn bijdrages echt wel.

Met alle tekortkomingen in gedachten, kunnen we dan eigenlijk stellen dat het grootste probleem van ‘Fluwelen revolutie’ is dat het nooit voor de volle honderd procent van de grond is gekomen?

‘Absoluut. Johan Cruijff heeft honderd procent gelijk dat jonge voetballers jonge paarden zijn die het moeten leren van oude paarden. Hij heeft gelijk dat voetbaldieren in de directie een goede zaak zouden kunnen zijn, gezien hun passie en binding met de voetbalwereld. Alleen dan moeten de randvoorwaarden niet vergeten worden. Een goed informatiecircuit en positivisme achter innovatieprincipes. We moeten leren naar elkaar te luisteren en niet het eigen belang voorop te stellen. Relativeer jezelf, wees eerlijk en trek tijd uit voor mekaar. Doe niet alsof de onhandelbare kant altijd bij de ander ligt, kijk wat je kunt betekenen. En zie wat de ander waard is, ook op organisatorisch inzichtelijk gebied. Dan wordt je ruimhartig en vervliegt niet de eminente toekomst. Zoals die wel zal blijven verwaaien als je met de wind mee draait. Heb ruggengraat, dus wees vastberaden, heldhaftig en ontfermend. Aan barmhartigheid heb je niks, want daarvan ga je muiten, in plaats van denken aan de bindende factor: de kwaliteit op het veld bij de club in Ajax 1. Wees scherp en betrouwbaar, toon inzet en plezier. Dan is Ajax zo weer tussen de van oudsher zijnde internationale voetbaltop terug.’

Er zijn ook mensen die weinig hoop hebben op verandering, omdat ze ervan uitgaan dat er altijd krachten zullen zijn binnen de club die verandering tegenhouden, uit eigen machtsoverwegingen of voor het doorvoeren van een eigen agenda. Geloof jij daarin?

‘Nee, dat pikt onze fanatieke aanhang niet, die belegeren de organisatie dan, dan is er een soort van machtscoup. Als het zo zou zijn, dan hebben ze echt schijt aan mensen zoals Cruijff, Keizer en de overleden Gerrie Mühren. Ajax moet en zal terugkeren in gerenommeerde statuur. Ik geloof nooit dat Ajax door middel van een complot gestuit kan worden, en ik ben ook geen complotdenker. Ik zei altijd tegen mijn vrienden: leg al je kaarten op tafel, dan zeg ik welke je nooit op mag werpen. Zo ontwikkel je vriendschap in plaats van haat en nijd. Weten wat je van elkaar verlangt, en wat absoluut nimmer door de beugel kan, door dat al vroeg duidelijk te maken zodat je niemand vernedert. Eigenlijk een te humanistisch en antropologisch einde op een voetbalrubriek, maar zo zie ik het wel. Bruggen slaan is niet moeilijk. Als iemand doodleuk na vele voorlichting ervoor kiest om te springen in het ravijn, dan was het er toch nooit goed mee gekomen. In die zin dus nog een beetje Darwin.’

Als die bruggen en kaders die jij wenst te zien niet bewust worden afgehouden, hoe verklaar je dan dat ervaren politici als Hans Wijers twee jaar lang de vraag van Jonk om taakverduidelijkingen negeerden om na het rapport van Ling met zelfde aanbeveling toch een stap in die richting te doen?

‘Ik wed dat Wijers wist dat het enige antwoord dat allesomvattend was, namelijk één kapitein op het schip, te baanbrekend is en dat hij niet de persoon was om dat te beschermen. Als Wijers opstapt, betekent dat geen misbaar maar veel onvrede. Hij heeft gezien hoe je kan worden afgeschilderd als het mislukt, en wil dat er iets of iemand komt die zeker is dat het niet mislukt. Wijers is een goed man, die op verstandige voet met Cruijff optrok, alleen ook weet aan welke dossiers zijn handen niet moeten branden. Hij schakelt niet voor niks een Boston Consultancy Group en later Ling in als er een pijnlijk aspect in zijn ogen speelt, hij wil niet de gebeten hond kunnen zijn. Dat maakt hem een goed politicus. Alleen soms moet je klaar zijn om het op te nemen tegen de gevestigde orde en die tijd breekt nu aan. Wijers vindt zichzelf geen bevelvoerder of autoriteit om die orde omver te laten blazen. Voetbal is niet zijn cup of tea. Hij zag heus dat het geen duurzame clubleiding is.’

Zelfs als Ajax zich ooit organisatorisch weer zo weet te hervormen dat het een goed lopende machine wordt, houden we een veranderende voetbalwereld om ons heen waarin geld steeds belangrijker wordt. Hoe voorkomen we het vroegtijdig vertrek van talenten op basis van geld volgens jou?

‘Dat heeft met meerdere dingen te maken. Sinds het Bosman-arrest heb je een uitgang als je een talent bent, je kunt uit jouw contract lopen. Wat je vervolgens als eigenaar van zo´n project moet doen, is toch de lokroep versterken om te blijven. Denk bijvoorbeeld aan een automatische toetreding als verenigingslid, als je dat exclusiever maakt en weet dat je de wederdienst vergroot. Als je nu ziet hoe oude grote spelers soms aan lager wal geraakt zijn, hoe slecht ernaar omgezien wordt bij sommigen, want betaald voetballer zijn is in sommige dingen natuurlijk geen trotse zaak. En je kunt natuurlijk denken in uitzonderlijke verhogingen van de salariëring. Dat kun je verantwoorden door een stijging in de vermoedelijke marktprijs gedurende het jaar, al zitten daar altijd haken en ogen aan.

Je moet op voetbalgebied een belangrijk verhaal hebben, je moet de prestige van de toptalenten reusachtig toereiken, je moet echt diegenen beter het veld insturen en zorgen dat ze kansrijk zijn in de duels die komen. En je moet met andere woorden dus heel veel knowhow bieden, leuke authentieke vergezichten waardoor een voetballer gelooft in het project dat je organiseert. Echt op maat van het talent zodat hij voelt dat je maximaal met hem bezig wilt zijn. Dit heeft alles te maken met organisatieordening. Als het in de top goed zit, zorgt dat dat de ervaring van het talent heerlijk is. Zo bind je je talenten aan het project.’

En bestaat er dan nog zoiets als clubtrouw?

‘Ik geloof daar niet zo in en al helemaal niet bij voetballers, want ze zien toch altijd dat het gras elders groener is en dat is ook een logisch en verrijkend principe. Zorg ervoor dat je uitmuntend opleidt, waardoor alles goedkoop binnenkomt en als duurkoop vertrekt. Dat is een beroep. Dat is economisch meesterlijk zijn. Dat is de doorslaggevende factor in het verhaal van een terugkeer van Ajax op hoge podia internationaal. Maar wij moeten vind ik niet ons als handelshuis opstellen, je moet aantonen dat je goed kunt opleiden. Als je eenmaal de lat hoog genoeg hebt gelegd, daag jezelf dan ook uit om ze daarheen te laten ontwikkelen en ga niet bij het minste of geringste over tot paniekkopen. Want dat zijn het regelmatigst de miskopen. Wat overigens ook aan de beklemming in ons positiespel-denken ligt, we denken niet meer in samenspel maar in positiespel. Eigenlijk is dat de krachtigste verklaring voor de achteruitgang in de internationale ranglijsten. Ajax dient zich meer bezig te houden met duelleren en het positiespel als een tussendoortje te zien, waardoor je ongrijpbaar bent. Dat is mijn vergezicht, je moet toch conformeren aan voetbalwetten. Anders duvel je het ravijn in zonder dat je het een incident mag noemen.’

De leeromgeving moeten we dus verder optimaliseren. Van Basten gaf zoiets ook al aan in zijn column. Sommigen hopen erop dat Cruijff en Keizer dat nog samen zullen doen en dat hun strijdbijl begraven wordt . Waarin zit hun verschil eigenlijk volgens jou in het creëren van een rijke leeromgeving?

‘Nou, eigenlijk verschillen ze daarover niet. Alleen er spelen natuurlijk medische problemen en psychologische discussies bij Cruijff. Cruijff is een voorvechter van homegrown loyalisten aanstellen, terwijl Keizer zijn voorwaarden stelt bij het neerzetten van homegrown organisaties. Ze waren het er overigens duidelijk over eens dat er destijds dacht ik maar drie jeugdcoaches mochten blijven, dus ze vinden allebei dat er op een rigoureuze manier ingegrepen moet worden als mensen gewoon de filosofie niet willen of kunnen snappen. Het enige onderscheid is volgens mij dat Keizer vindt dat je ten alle tijden on speaking terms moet blijven, ook als men negatief ten opzichte van elkanders bedoelingen staat als clubgrootheden. Keizer wil dat er mensen rond Cruijff zich kritisch opstellen ten opzichte van hem en zijn werkstijl, want Cruijff stelt zich onafhankelijk in alle opzichten op. Keizer vindt dat Cruijff zijn adviezen veelvuldig in de wind slaat terwijl hij dat niet consistent onderbouwt. Waaraan dat ligt, kan ik als buitenstaander niet beoordelen. Maar mijn oplossing is: zet de grootste adviseurs van de hoofdkwaliteit bij Cruijff in de buurt en maak het hem simpel om te helpen waar hij dat kan en wil. Zorg dat er goede omgang is en dat deze mensen ook wijs en ruimhartig genoeg zijn om de eminente prominenten te prijzen. Ook tegen wil en dank in van Cruijff, want zo houd je de mensen binnenboord. Ook Cruijff. Je moet de verstandhouding goed definiëren en zorgen dat er definitief wederzijds respect is. Pas dan is het mogelijk om van Ajax een topsportomgeving te maken.

En eerlijk gezegd, dat is toch de legacy die onze Johan moet willen neerzetten? In het belang van de algehele club. Je moet consensusgericht met elkaar omgaan. Ik hoop met mijn hele Ajax-hart dat voor het te laat is, de club een zilvervloot is, en dat heel de wereld ons leert waarderen. Zoveel gigantisch interessante ogen en breinen, zoveel originaliteit. Dat is Ajax. En daar hoeven we geen grootspraak over te hebben, we moeten gewoon aantonen wat we kunnen. En niet onzekerheid maskeren via allerlei lompe uitlatingen zoals ‘Wij Zijn Ajax, Wij Zijn De Beste’. Als we dat echt zijn, dan blijkt dat vanzelf en dan verbazen we daarmee mensen op een fatsoenlijke manier. Je mag best een beetje rivaliteit opwekken, maar dat kan op een subtielere en laconiekere manier en met meer respect voor de duels met tegenpartijen. Ik denk dat onze dommigheid de voetbalwereld besmet. Ik denk dat Ajax echt af moet van het perverse obsessieve winstoogmerk. Gewoon weer terug naar de nuchtere, snuggere realiteit. We hebben alles aan te tonen en daar moeten de schouders onder gezet worden. Springlevend zijn en blijven, en niet hossen terwijl er niks te vieren valt. Je kunt beter een goede verliezer zijn dan een warse winnaar. Heb sportlust en hou jezelf actueel. Praat niet zoveel over de glorietijd, want die is ver weg en dat weten we nu allemaal wel. Het draait erom dat het terugkomt. Met de ziekte van Johan Cruijff hoop ik dat velen zich afvragen of ze hem een gevoelsmatig trotse tijd kunnen bezorgen.’

Met die mooie boodschap eindigt het gesprek met Lúke. Ik wil hem er heel hartelijk voor bedanken namens de redactie van Ajax1.nl. Lúke is in ieder geval maar weer eens een bewijs van het feit dat er heel veel mensen rondlopen op De Toekomst met schitterende ideeën over hoe het bij de club geregeld zou moeten zijn. Dat kan zowel een uitkomst als een probleem zijn, aangezien niet iedereen een stem kan krijgen in de organisatie van de club. Het is echter wel zeer waardevol naar elkaar te luisteren, precies hetgeen Lúke betoogt.

Eerdere editie(s) van deze rubriek vind je hier: Ajax nieuws Toekomst Ajax1.nl

————————————-

Denk jij ook van waarde te kunnen zijn voor deze rubriek, en wil je jouw verhaal net als Lúke met mij delen? Mail dan naar janverdonk_ajax1@hotmail.com of neem contact met me op via LinkedIn (https://www.linkedin.com/in/janverdonk1984)