Jong Ajax verloor vrijdagmiddag met 3-2 van RKC Waalwijk. De Amsterdamse beloften kwamen knap terug van een 0-2-achterstand, maar konden net niet aan het langste eind trekken. Aan Ajax zijde was Abdelhak Nouri de absolute uitblinker. De middenvelder kon echter niet genieten van zijn eigen optreden, maar baalde vooral van het verlies. “Ik ben niet iemand die na de wedstrijd snel naar zichzelf gaat kijken. Ik zit nu even in een baal-moment over het gehele team. Overigens vind ik dat het een redelijke wedstrijd was van mijn kant. Ik heb mijn taken uitgevoerd, maar helaas was dat niet bij iedereen zo vandaag”, vertelt hij op de clubsite.
“Ik denk dat je de eerste helft gewoon weggeeft. Een 2-0-achterstand in Waalwijk is gewoon niet goed van onze kant”, vervolgt het talent. “Hoe we de tweede helft begonnen, zo hadden we de eerste helft ook moeten spelen. Dat hebben we de vorige wedstrijden ook gedaan. In de diepte loopacties maken, fel in de duels. Deze wedstrijd had de omschakeling van aanval naar verdediging stukken beter gekund en gemoeten. Dat het zover kwam dat we ons moesten terugvechten, is de grootste fout die we hebben gemaakt deze wedstrijd.”
Na de rust kwam Jong Ajax via Donny van de Beek en Abdelhak Nouri knap terug in de wedstrijd. De beloften speelden aanzienlijk beter dan in de eerste helft. “Ik denk dat we het als team de tweede helft goed hebben opgepakt. Vervolgens is het erg jammer dat we dan een tegendoelpunt krijgen en op een 3-2-achterstand komen. Op een discutabele manier, want de vrijetrap waar het doelpunt uit voort kwam werd vijf meter naar voren genomen door de RKC-speler. Ik wil zeker niet naar de scheidsrechter wijzen maar dit was een grote fout van zijn kant.”
Na vijf wedstrijden staat Jong Ajax nu op een gedeelde derde plaats. Nouri ziet daarom voldoende perspectief voor de beloften in de Jupiler League. “We doen nog steeds bovenin mee in de Jupiler League. We willen zo hoog mogelijk eindigen, en dat is de eerste plek. Dat we daar tot vandaag stonden is mooi, maar de competitie is net begonnen. We moeten niet gelijk feest gaan vieren. Je ziet dat als je even verslapt, dat je gelijk de goals om je oren krijgt. Dus onze opdracht is duidelijk: niet verslappen.”
