Sinds de wedstrijd tegen Feyenoord is Ricardo van Rhijn druk bezig geweest met het werken aan zijn Van Rhijnvrije trap. ’Ik weet van mijzelf dat ik altijd al een redelijke trap heb gehad. Vroeger in de jeugd heb ik ook weleens vrije trappen genomen. In het eerste waren er altijd andere jongens die de taak op zich namen, denk aan Christian Eriksen en Toby Alderweireld. Toen Lasse Schöne geblesseerd raakte moesten andere mensen het doen. Dan moet je als team zijnde verschillende opties hebben want het is toch een kans en daar kun je gewoon heel gevaarlijk mee worden. Dat heeft Lasse al meerdere malen laten zien. Ik had tegen Feyenoord een mooie treffer en ik denk dat als je dat blijft onderhouden dat het dan een sterk punt van je kan worden en dan kan je een bepaalde vastigheid creëren,’ zegt Van Rhijn tegen AT5.

Als routine heeft Van Rhijn dat hij de bal klaarlegt en een paar passen achteruit doet. Het aantal passen hangt af van de plek waar de bal ligt. ‘Als de bal wat dichterbij ligt dan heb ik een andere aanloop dan wanneer hij verder weg ligt. Als hij wat verder weg ligt dan neem ik wat meer stappen achteruit en probeer je de bal zo te raken dat de bal over de muur heen ploft en daarna voor de keeper is om tegen te houden.’

Van Rhijn vindt dat je nooit klaar bent met leren. ‘Ik denk dat je altijd moet blijven oefenen . Nu ben ik er de afgelopen maanden intensief mee bezig geweest en ik denk dat als je dat doet gedurende de jaren dat je mag voetballen dat het dan ook goed blijft. Ik denk niet dat je dat ooit moet minderen als je eenmaal goed bezig bent.’

Na de training schiet hij vaak nog wat vrije trappen. ‘Soms is het een halfuur, soms een kwartier. Dan schiet je zo’n 40 tot 50 ballen. Je pakt bijvoorbeeld tien ballen en dan bepaal je dat er zeker zeven of acht ballen in moeten gaan. Dan heb je soms nog wel een uitschieter wat altijd kan gebeuren maar je moet die lat zo hoog leggen dat uiteindelijk van de tien ballen ze allemaal op goal gaan.’ Ajax nieuws Ajax1.nl