Zondagmiddag komen Sean Klaiber, Zakaria Labyad en Erik ten Hag hun oude werknemer tegen in de Galgenwaard. Ajax heeft net als PSV, Feyenoord en AZ veel wedstrijden achter de rug, maar er gaat een fitte grote selectie richting de Domstad.
Ten Hag heeft na zondagmiddag de eerste drukke periode achter de rug. Na doordeweeks en in het weekend spelen, komt er een iets rustige periode aan. Zondagmiddag zullen er geen afwezigen zijn en kan de hoofdtrainer over iedereen beschikken, met uitzondering van de langdurig geblesseerde Mohammed Kudus. Dinsdagavond was dat wel anders en zorgde voor veel onduidelijkheid bij de club. Dat was ook te merken in het spel van de Amsterdammers. “Het is logisch dat in deze fase er veel ruimte ligt, maar daar moeten wij wel voor op gewassen zijn,” vertelde de hoofdtrainer na afloop van Midtjylland.
Bij de oude werkgever van Ten Hag is er op dit moment veel aan de gang. “Ik weet wat er speelt bij Utrecht, maar daar houd ik mij niet mee bezig. Het zal eraan liggen met welke houding wij het veld op stappen. Wij moeten daar dicteren,” vertelt hij tijdens de persconferentie. De laatste 2 wedstrijden waren niet vlekkeloos, maar daar houdt Ten Hag altijd rekening mee. “Wij moeten op dit moment als voetballerij heel blij zijn dat we kunnen voetballen. Het gaat af en toe met hobbels en soms zit het tegen. We hebben ons dinsdag rond het duel met FC Midtjylland gericht op de wedstrijd en die hebben we gewonnen. Ik houd mij bezig met voetballen en de ontwikkeling van het team. Het geeft een goed gevoel dat wij ons kunnen meten met Atalanta en Liverpool.”
Er zijn spelers die zich heel positief laten zien en iets negatiever laten zien op het moment. Quincy Promes is een van de spelers die een mindere periode meemaakt, maar de trainer heeft alle vertrouwen in de buitenspeler. “We hebben heel veel concurrentie en dat is dit seizoen ook nodig, zeker bij de aanvallers. Promes heeft mindere en goede wedstrijden gespeeld. Dinsdag was hij nog belangrijk bij de eerste goal. Hij moet hard werken en er positief in zitten, dan komt het goed. Ik geloof niet in vorm, dat kan niet zomaar weg zijn. Ik vertel hem wat zijn taken zijn en dan moet hij het laten zien. Hij moet gaan vlammen en dat kan hij.”