Edson Álvarez maakte afgelopen zomer de overstap van Club América naar Ajax. Door de Amsterdamse interesse volgde hij de zegetocht van Ajax in Europa al op de voet, zo vertelt hij in De Telegraaf. “Ik wist dat Ajax me wilde kopen en dat maakte de wedstrijden nóg spannender”, aldus de 21-jarige verdediger annex middenvelder, die met het spelen in de Champions League een droom ziet uitkomen. “Mijn ouders zijn vrijdag in Amsterdam aangekomen om me in de Champions League te zien. Ik hoop dat ik speel.”

In de play-offs tegen APOEL Nicosia was Álvarez al belangrijk, door kort voor rust de 1-0 binnen te koppen. “Mijn telefoon explodeerde van de berichten en op social media lieten alle Ajax-fans en Mexicanen blijken heel blij voor me te zijn. Ze zijn echt trots.”

Zijn doelpunt was dan ook een opluchting voor de Mexicaan zelf. “In het begin moest ik aan het Nederlandse voetbal wennen, omdat ik negentig minuten alert moet zijn. Het voetbal gaat sneller en de tegenstanders zijn sterker. In Mexico heb je aan de bal meer tijd. Dusan Tadic, Hakim Ziyech, Donny van de Beek en Nicolás Tagliafico leren me elke dag zo veel. Mede daarom kon ik al zo belangrijk voor Ajax zijn en dat voelt fijn. Het doelpunt tegen APOEL was voor mijn teamgenoten, de club en de fans.”

Ook over de sfeer in de Johan Cruijff ArenA is Álvarez goed te spreken. “De supporters hier zijn really really crazy. Zoiets moois heb ik in mijn leven nog niet meegemaakt. Het publiek geeft ons energie.”