© Proshots

Bij Ajax zijn het afgelopen seizoen weer een aantal talenten doorgebroken. Toch hadden sommige talenten eerder de kans mogen krijgen volgens Dennis Bergkamp. Met name Donny van de Beek had meer speeltijd moeten krijgen, zo laat de assistent-trainer weten aan Voetbal International. “Daar hebben we inderdaad ook over gesproken. Dan ben ik gewoon een assistent die zijn mening geeft. Zoals Carlo l’Ami vanuit zijn vakgebied zijn mening over keepers geeft en Björn Rekelhof over fysieke zaken. Na zo’n gesprek neemt de hoofdtrainer een beslissing en dan gaan we weer verder. Geen enkel probleem. De hoofdtrainer moet uiteindelijk presteren met zijn ploeg, hij maakt de opstelling, hij bepaalt de speelwijze.”

“Maar als het zaken betreft die onze technische koers raken, dan moet ik ons beleid bewaken. Dat is mijn taak”, vervolgt Bergkamp. “Het zit in de natuur van Ajax én van mij om kritisch naar elkaar te zijn. Rechtstreeks. Ook met Frank de Boer heb ik genoeg voetbaldiscussies gehad. Vond hij geen probleem. Frank is opgegroeid in dezelfde clubcultuur.”

De belangrijkste reden waarom Bergkamp Van de Beek vaker in actie had willen zien in het eerste, was vanwege de ontwikkeling van talenten op het hoogste niveau. “Het beleid is talenten eerder en beter te laten doorstromen. Donny van de Beek is een mooi voorbeeld. Donny zit in een fase waarin hij de meeste groei kan doormaken door wedstrijden in het eerste te spelen. In een breder perspectief: als een talent uit de opleiding komt, zit hij op tachtig procent van zijn ontwikkeling. Die laatste twintig procent is op maar één plek te maken: bij het eerste elftal. Dan heb ik het niet over debuteren. Want tussen debuteren en doorbreken zit een groot verschil. Doorbreken betekent structureel in het eerste spelen. Je kunt twijfelen of een talent er al helemaal klaar voor is. De enige manier om daar achter te komen én de ontwikkeling voort te zetten, is hem speeltijd op het hoogste niveau te geven.”