Dennis Bergkamp heeft in een uitgebreid interview met The Daily Mail gesproken over Johan Cruijff, de toekomst van Ajax en zijn eigen toekomst. In gesprek met Martin Keown, voormalig teamgenoot bij Arsenal, vertelde hij over de visie van de legendarische nummer veertien. Volgens Keown zou Bergkamp de toekomst van Ajax representeren. Vooral omdat hij, meer dan wie dan ook, de geestelijke opvolger is van Cruijff. “Soms voelt het inderdaad zo. Cruijff heeft altijd een bepaalde stijl gehad over voetbal. Hij had een unieke kijk op de manier van spelen. Bij Ajax houdt dat in dat we altijd 4-3-3 spelen, met buitenspelers. We willen altijd aanvallend spelen en proberen altijd de wedstrijd te domineren”, vertelt Bergkamp in gesprek met The Daily Mail.

“Veel mensen praten over systemen, maar ik geloof heel erg in individuen. Als je een goede speler hebt met veel voetbalintelligentie dan kan je een team vormen. Dat is ook wat Cruijff bedoelde. Hij vond dat het winnen van wedstrijden zonder aanvallend voetbal saai is. Hij vond echter ook dat aanvallend spelen zonder te winnen nutteloos is”, vervolgt de 46-jarige voormalig aanvaller, die tijdens het behalen van zijn trainersdiploma een diner met Cruijff had. “Hij vertelde toen uitgebreid hoe hij de toekomst van Ajax voor zich zag. Ik was toen net gestopt met voetbal en dacht eraan om een jeugdteam te gaan trainen. Ik wilde het rustig aan doen, maar hij zag me meer als een directeur. Hij liep altijd vooruit op andere mensen, maar hij heeft echt heel veel dingen moeten forceren om al die ex-spelers in hun huidige positie te krijgen.”

“Eén van de bekwaamheden van ex-spelers is dat we ons snel kunnen aanpassen aan situaties. In voetbal wist ik wat ik moest doen tegenover een slome verdediger. Maar ook als middenvelder wist ik waar ik de bal moest spelen om ruimtes te creëren. Dat is eigenlijk ook wat we nu doen in onze nieuwe baan. Er komt veel op ons af, maar ook al is het misschien nieuw, we weten hoe we ons moeten aanpassen. We zijn erg enthousiast om nieuwe dingen te leren. Kijk bijvoorbeeld naar Marc Overmars. Misschien was hij niet één van de slimste  op school, maar ik weet zeker dat hij nu wel één van de beste onderhandelaars is. Hij is altijd aan het handelen, zelfs met antiek. Hij doet dat nu met voetballers. Het is dezelfde bekwaamheid. Ook kent hij het voetbal, omdat hij op het hoogste niveau heeft gespeeld. De beste managers hebben vroeger vaak zelf in het bedrijf gewerkt, dat is met voetbal net zo. Je weet hoe het is om onder druk van, bijvoorbeeld 60.000 man, te presteren.”

Momenteel bevalt Bergkamp zijn rol als assistent-trainer zeer goed. Als Keown hem vraagt of hij ooit hoofdtrainer zou willen worden, heeft hij een duidelijk antwoord. “Ik houd ervan om af en toe te kunnen switchen tussen voetbal en alles daarbuiten. Net als toen ik speler was. (…) Als manager moet je 24/7 bereikbaar zijn. Ik hou van voetbal, maar dan vooral de details. Het individuele spel. Ik ben niet zo geïnteresseerd in de tactische zaken. Als hoofdtrainer moet je dat juist wél zijn. Daarom wil ik geen hoofdtrainer worden. Ik ben nu assistent-trainer en heb de voorkeur om op het veld te staan. Al helemaal met de talenten, degenen met veel potentie, dat geniet mijn voorkeur.”

Tot slot wordt gevraagd of Bergkamp ook zoiets met oud-spelers wil neerzetten bij Arsenal. “Als het allemaal duidelijk is wat er gaat gebeuren, dan misschien. Maar ik heb niet het idee dat ik hier bij Ajax klaar ben. Ik wil duidelijk maken dat ik heel waakzaam wil zijn. Zeker na het overlijden van Cruijff. Er zijn heel veel mensen die nu dingen willen veranderen en ik wil er voor zorgen dat dat niet gaat gebeuren,” besluit hij.