De afgelopen weken lijken de spelers van Ajax met bosjes om te vallen. Binnen korte tijd moesten maar liefst zeven Ajacieden worden afgevoerd naar de ziekenboeg. Vooral in de verdediging wordt het voor Marcel Keizer een steeds grotere puzzel om fitte spelers op te stellen. De vraag is dus: Ligt dit aan de manier van trainen of is de blessuregolf puur gebaseerd op toeval?

2011

In 2011 kende het Ajax van Frank de Boer ook een periode waarin het geplaagd werd door een groot aantal blessures. Boilesen, Özbiliz, Sigthórsson, De Jong, Ooijer, Bulykin, Boerrigter én Alderweireld moesten allen op hetzelfde moment geblesseerd toekijken. Aanvoerder Jan Vertonghen stelde destijds: “Vakantie kunnen we wel gebruiken. De helft van de selectie loopt rond met klachten en pijntjes.” Niet zo vreemd dus dat destijds werd gezocht naar een mogelijke oorzaak. Hierop besloot De Boer de trainingen aan te passen: “Het is zoeken naar een balans tussen trainen om beter te worden en herstellen van de vele wedstrijden. We doen vanaf nu andere trainingsvormen en een langere warming-up,” zei De Boer.

Pech

Ook dit seizoen strompelt Ajax letterlijk naar de winterstop maar of de maatregelen uit 2011 de oplossing kunnen bieden is twijfelachtig. Door het mislopen van Europees voetbal valt het met het volle programma dit seizoen wel mee. Bovendien loopt de aard van de blessures nogal uiteen: Amin Younes en Daley Sinkgraven kampen met knieblessures, Klaas-Jan Huntelaar heeft last van zijn kuit, Luis Manuel Orejuela van zijn voet, Mitchell Dijks en Nick Viergever van hun enkel en Max Wöber had hoofdpijn- en nekklachten. Het lijkt dus voornamelijk een kwestie van pech hebben te zijn.

Aanstaande zondag speelt Ajax de topper tegen PSV, waarbij de Amsterdammers moéten winnen om kans te blijven maken op het binnenhalen van de 34ste landstitel. Waar Ajax dus al flink wat tegenslagen te verwerken kreeg, heeft het bij PSV tot nu toe vooral meegezeten. Laten we hopen dat de rollen na zondag omgedraaid zijn voor de rest van het seizoen.