In september had iedereen je belachelijk gemaakt als je zou zeggen dat Ajax met Bayern op de laatste speeldag uit ging maken wie groepswinnaar werd. We moesten strijden met Benfica en als we geluk hadden werden we tweede.

The rest is history. Waar woensdagavond in de Johan Cruijff Arena weer een legendarisch hoofdstuk aan werd toegevoegd. Want daar stonden we dan, tegen Bayern München, met nog steeds alle kans om groepswinnaar te worden.

Het was een avond van veel moodswings en gemengde gevoelens. Want na de vroege 0-1 zag ik de bui al een beetje hangen: dit wordt ‘m niet meer. Maar Ajax had in München ook het tegendeel bewezen, dus we hielden de moed erin. Maar het duurde lang dit keer, heel lang. Ik was er net even rustig bij gaan zitten met een broodje frikandel en een kopje thee, toen ik me schrap moest zetten voor een bierdouche: 1-1! 

En met nog een halfuur te gaan was er weer hoop: we kunnen nog steeds groepswinnaar worden! Vijf minuten later werden we alweer van onze roze wolk geflikkeerd toen Max Wöber een oerdomme rode kaart pakte. Om weer ruim 5 minuten later te zien hoe ook Thomas Müller het veld moest verlaten. We zweefden tussen woede over de karatetrap van Müller en blijdschap dat het 10 tegen 10 was. 

Nog een kwartier te gaan: het kan nog altijd! De 82e minuut: euforie bereikt ongekende hoogtes, want Ajax krijgt een penalty. En hij gaat erin! We zijn virtueel groepswinnaar en met een minuut of 10 op de klok kan dit niet meer fout gaan, toch?

Of toch wel. Want tel er nog eens 5 minuten bij op en dan is het tijd voor een penalty aan de andere kant. Lewandowski onderbreekt zijn aanloop tweemaal, maar het mag allemaal van Turpin en het is 2-2. Lang tijd om daar boos over te zijn, hebben we niet, want dan valt de 2-3 al.

De bobo’s en de dagjesmensen die ook een keer naar Ajax gaan, verlaten massaal de tribunes. Later in de trein komen we een man tegen die ook na de 2-3 wegging om eerder thuis te zijn. Jammer joh, niet gelukt en ook nog de 3-3 gemist.

Want er waren nog 7 zenuwslopende minuten te spelen toen dit soort mensen besloot huiswaarts te gaan. Het was Nico Tagliafico die hen afstrafte. Net een karatetrap te verduren gehad en vervolgens nog even de 3-3 maken. Wat een baas. We gingen nog een keer helemaal los en hoopten nog even op een 4-3.

Het mocht niet zo zijn en dat zorgde voor een wat aparte afloop: moesten we nu blij zijn, of wat eigenlijk? Ik was er al snel uit: ik kan alleen maar trots zijn. Na afloop klonk nog een hele tijd ‘90 minuten lang, voor onze club uit Amsterdam. Gekkenhuis op de tribune, niemand die ons stoppen kan.’ De F-Side en Zuid 2 stonden nog behoorlijk vol en op een avondje met vele moodswings overheerste trots. Want ‘niemand die ons stoppen kan’, dat is na 12 Europese duels dit seizoen gewoon nog altijd de waarheid.