Ajax maakt zich op voor de laatste fase van de titelstrijd. Volgens trainer Frank de Boer moeten zijn spelers in deze periode geen aandacht hebben voor randzaken. “We moeten continu het besef hebben waar het om gaat. Niet achteraf denken dat we niet honderd procent hebben gegeven. In topsport kan twee procent het verschil maken. Daar moeten we als staf bovenop zitten, maar ook als spelersgroep. Als iemand verslapt, moeten we hem heel snel bij de haren trekken. Vooral ook buiten de lijnen. Randzaken moeten we van ons af zetten. We moeten alleen maar gefocust zijn op onze volgende tegenstander en op onze prestaties”, vertelt De Boer in gesprek met Ajax TV.
Komende zondag neemt Ajax het op tegen FC Utrecht. De hoofdtrainer van Ajax is op zijn hoede voor de ploeg uit de domstad. “Normaal gesproken hebben we het altijd vrij lastig met ze. Dat hebben we ook in de uitwedstrijd eerder dit seizoen gezien. Wij creëerden weinig kansen, maar zij creëerden toen ook niet echt veel. Het zal een flink karwei worden. Utrecht staat goed georganiseerd, dus we zullen op ons best moeten zijn om ze te verslaan.”
Kenny Tete maakte afgelopen vrijdag zijn rentree op het veld. De rechtsback speelde ruim een uur mee in de wedstrijd Jong Ajax – FC Emmen (2-0). Het is nog onduidelijk of Tete komend weekend in actie zal komen. Naar verwachting zal de verdediger wel worden opgenomen in de wedstrijdselectie. “Hij was gretig en heeft het goed doorstaan. Volgens mij gaat het vrij goed met hem. Hij was afgelopen week al heel gedreven op de trainingen. We hebben vijf jongens op scherp staan en hebben iedereen keihard nodig. Het hangt van hem af of hij zich weer in het team werkt. We hoeven niet per se te wisselen op dit moment, maar het kan zomaar zijn dat hij het fantastisch doet als iemand anders geschorst is. Dat zal hij zelf moeten afdwingen. De jongens die er nu staan, maken het hem hartstikke moeilijk. En mij ook, daar ben ik alleen maar blij mee.”
Waar Tete nagenoeg herstelt is van zijn enkelblessure, staat De Boer nog voor een lange revalidatieperiode. “Ik kan steeds beter op één been staan. Ik lijk wel een ooievaar. Ik haal het maximale uit de situatie. Dat verwacht ik van de spelers en dat mogen ze ook van mij verwachten”, besluit de trainer.