© Proshots

Peter Bosz heeft in vergelijking met vorig seizoen de basisploeg van Ajax op meerdere posities gewijzigd. Deze wijzigingen kwamen tot stand door blessures, schorsingen en transfers maar ook door zijn eigen keuzes. Kenny Tete, Anwar El Ghazi, Riechedly Bazoer en inmiddels ook Jairo Riedewald zijn van die keuzes de dupe. Bosz begrijpt goed dat de spelers het er moeilijk mee hebben, maar moet tegelijkertijd ook een compliment maken voor de instelling van de jongens.

“We zijn in het begin zoekende geweest en het kan gebeuren dat je met een trainer die de spelers nog niet heel goed kent enige wijzigingen toepast. Ik geloof er heel erg in dat als we goed gaan voetballen de resultaten vanzelf zullen komen. In het begin van het seizoen vond ik ons voetbal nog niet goed en langzaam beginnen nu beter te voetballen. Het heeft er natuurlijk ook mee te maken dat we nu al wat langer met elkaar samenwerken. De spelers begrijpen steeds beter wat wij als staf willen. Ook de afstemming onderling verloopt steeds beter”, vertelt Bosz in Ajax TV Kick Off.

“Het is heel fijn om spelers achter de hand te hebben die absoluut de kwaliteiten hebben om in Ajax 1 te spelen en dat je niet in paniek hoeft te raken als een speler een keer geschorst of geblesseerd is. Aan de andere kant is natuurlijk ook de realiteit dat dit jongens zijn die bij iedere andere club zullen spelen of zelfs bij het Nederlands elftal kunnen zitten. Ik kan me heel goed voorstellen dat het voor die jongens heel moeilijk is om te accepteren dat ze niet elke week spelen. We weten dat we bij Ajax heel veel wedstrijden spelen en dat we de jongens uiteindelijk ook allemaal nodig zullen hebben, maar dat een aantal jongens ongeduldig zijn dat begrijp ik wel. Dat zijn nu een aantal spelers, maar dat kunnen over een aantal weken misschien weer hele andere spelers zijn.”

De Apeldoorner bewondert de instelling van de jongens die hij op de bank houdt. “Riedewald wil zijn basisplaats terug. Dat is geweldig zo’n instelling. Wat ik wil zien is dat ze op die manier reageren. Op hun inzet heb ik niets aan te merken. Ik meen echt dat ik snap dat ze niet blij zijn. De reactie die ze moeten geven: het laten zien op de trainingen en in de minuten die ze krijgen vroeg of laat gaan krijgen. Ik ben tevreden over hoe die gasten reageren. Daardoor zijn de trainingen van een hoger niveau.”