Peter Bosz heeft met de technische staf nooit getwijfeld over de manier van spelen van zijn ploeg. Ook niet in het begin van het seizoen toen het wat minder ging. “Ik heb mijn eigen manier van spelen. Daar hebben we in het begin van het seizoen ook over gesproken. Als ik van te voren had gedacht dat het onmogelijk was geweest van wat er aan mij werd gevraagd, dan was ik geen trainer van Ajax geworden. Er is nooit twijfel geweest over de manier van spelen. Ook niet in het begin van het seizoen toen we een wat moeilijkere periode hadden. Dat heeft tijd nodig gehad. Tegen Willem II in de beker klopte het voor het eerst”, vertelt Bosz aan tafel bij Rondo op Ziggo Sport.
In dat duel stelde de hoofdtrainer van Ajax Lasse Schöne op als centrale middenvelder, wat uiteindelijk het ontbrekende puzzelstukje in zijn elftal bleek. “Hij werd een paar jaar ook als rechtsbuiten gezien, maar ik zag hem als middenvelder. Ik heb dat ook in een gesprek tegen hem verteld. Vervolgens liet ik weten dat Klaassen boven hem stond in de pikorde. In datzelfde gesprek liet Lasse weten ook als controlerende middenvelder te kunnen spelen. Lasse was het puzzelstukje wat ik aan het zoeken was.”
Het aantrekken van Heiko Westermann heeft volgens Bosz nog altijd een meerwaarde. “Ik ben het er niet mee eens dat het aantrekken van Heiko een mislukking is. Met de kennis van nu is het makkelijk om te oordelen. Maar aan het begin van het seizoen hield niemand er rekening mee dat Matthijs de Ligt, destijds 16 jaar, het zo goed zou doen. Al helemaal voor een centrale verdediger is dat heel erg knap. Heiko is een hele fijne jongen om er bij te hebben in de selectie. Na de training gaat hij vaak nog wat shuttles van honderd meter rennen. Heiko is echt een voorbeeld voor de jonkies in onze selectie.”
