Iedere week schrijft een speler of speelster van Ajax een blog voor Ajax.nl. Deze week is het de beurt aan Vaclav Cerny. De 17-jarige aanvaller vertelt trots over zijn debuut in het eerste van Ajax, maar ook over zijn debuut voor Jong Tsjechië. “De maand augustus was voor mij ongelooflijk met mijn debuut in de ArenA in de competitie en in de Europa Cup. Maar ook in september kwam daar een mooie mijlpaal bij. Ik debuteerde bij Jong Tsjechië als jongste speler ooit,” beschrijft Cerny de afgelopen periode in zijn blog op Ajax.nl.

Ondanks zijn jonge leeftijd keken de vaste spelers volgens Cerny wel tegen hem op. “Ze wisten dat ik erbij was gehaald om het team misschien te kunnen helpen. De oudere jongens wilden vooral weten hoe het nou was om in de ArenA te spelen voor zoveel mensen. Want dat hebben ze nog nooit meegemaakt. Ik gebruikte naar hun toe steeds hetzelfde woord als hier na de wedstrijd: ‘ongelooflijk’, want dat was het! Vorig jaar op 1 december had ik mezelf tot doel gesteld in de ArenA te voetballen en dat is binnen het jaar gelukt. Tijd om trots te zijn op mijzelf is er eigenlijk niet, want het is zo’n druk programma. Ik moet continu goed blijven trainen en spelen. Het waren leuke momenten, maar daar mag ik tot de nacht van genieten. De volgende dag moet ik gewoon weer trainen.”

Na zijn debuut in het eerste van Ajax kijkt Cerny al weer vooruit. De Tsjech speelt nu voornamelijk met Jong Ajax in de Jupiler League. Volgens hem geen makkelijke competitie. “Dat ik nu op een lijstje sta van jongste debutanten in Ajax 1 is hartstikke mooi, maar ik wil altijd bij Ajax 1 horen. Nu speel ik met Jong Ajax in de Jupiler League. Die competitie is verschrikkelijk zwaar. Het is bijna irritant, want soms is het zo dat we bijna steeds de bal hebben en toch vinden de tegenstanders hun momenten om terug te komen. Misschien komt dat omdat we minder ervaring hebben, maar die teams zijn zo slim om tegen ons resultaat te halen. Ze zijn erg fysiek.”

Dat Cerny nu tegen fysiek sterkere tegenstanders moet spelen, maakt hem alleen maar beter. “Ik merk wel dat ik slimmer word. Met Jaap Stam heb ik het er altijd over dat ik de momenten moet zoeken. Ik moet slim zijn door een beetje te spelen met de tegenstander. Als ik zie dat de kans 1-tegen-1 klein is, dan speel ik terug want dan is er ruimte bij Robert Muric aan de andere kant. Maar als mijn tegenstander de volgende keer denkt dat ik weer terug ga spelen, maak ik de actie wel. Die momenten moet ik leren herkennen.”

De hele blog van Cerny is hier te lezen. Ajax nieuws Ajax1.nl