Toen David Neres vorig jaar naar Ajax kwam wist niemand eigenlijk wat we van hem konden verwachten. Natuurlijk, er waren YouTube-filmpjes met compilaties, maar YouTube-filmpjes kunnen zelfs Mitchell Dijks een technisch begaafde vleugelflitser doen lijken. Maandenlang bleven we ons afvragen wat voor speler het eigenlijk was. Niemand wist echt wat zijn kwaliteiten eigenlijk waren, behalve kauwgom kauwen. Dat deed hij vol overgave. Hij bleef de onbegrepen puber, een dwalende stoner. Meer puisten dan balcontacten. En, zoals zo veel Braziliaanse voetballers, meer achternamen dan voetbalinzicht. Gezien het bescheiden aantal achternamen van Neres zeker geen compliment.
Zoals dat gaat bij Ajax, viel het woord miskoop al snel. Vaak in één adem genoemd met de term impulsaankoop. Mede door het imposante prijskaartje werd hij na een invalbeurt of drie al bestempeld als de Braziliaanse Sulejmani. Kolderieke songteksten lagen al bij de drukker. Tot dat ene moment. Een geweldige ingeving, een van de spaarzame verstandige besluiten van het toenmalige technisch hart. Het contact werd gelegd en al snel daalde hij neer vanuit de hemel: Wamberto de Souza Campos. De knuffelbraziliaan die zoveel meer is dan alleen die buitenspelgoal tegen Utrecht (voor wie dit nog niet gedaan heeft: bekijk eens de bijdrage van Frank Heinen over de kleine Braziliaan in Eindsignaal, zijn vaste slotrubriek bij Studio Voetbal).
De engel Wamberto sloot de kleine verdwaalde David Neres in de armen, knuffelde hem en liet nooit meer los. Brazilianen zijn warmbloedig, ze fleuren op als ze de liefde van een medemens voelen. Als zijn moeder in het stadion is, straalt kleine David. Dan krijgt hij het op de heupen en verandert hij van David in Goaliath. Om na de wedstrijd weer ineen te krimpen tot dat hulpbehoevende ventje. Snakkend naar liefde van zijn medemens. Snakkend naar begrip. En dat begrip kreeg hij, van stiefvader Wamberto.
Wamberto liet hem weer lachen, zoals hij zelf ook altijd deed. Hij deed hem gepassioneerd balen na een gemiste kans, zoals hij zelf als de beste kon. Hij leerde hem een grijns waarom hij zelf altijd geliefd was. Onder Wamberto’s vleugels leerde David de wereld om zich heen langzaam begrijpen en waarderen. En de wereld leerde David beter begrijpen en waarderen. Aangewakkerd door zijn ontketende scoringsdrift en spelplezier.
Als Neres in Ajax een toneelstuk zou zijn, dan is Wamberto de deus ex-machina. Een goddelijke interventie van Homerische proporties. Goed, laten we niet hopen dat de interventie meteen het plot betekent van het boek, dat het boek deze winter gesloten wordt, maar door de mooiste lach die we ooit in de ArenA zagen in te zetten als wapen, gedragen door de Braziliaanse god Wamberto de Souza Campos, heeft de verhaallijn een geweldige twist gekregen.
Het verhaal ging van onbegrip en vertwijfeling naar acht goals en negen assists in een half jaar. En er zijn hopelijk nog de nodige hoofdstukken te schrijven. We hebben er zin in, dankzij Wamberto. Bij het eerstvolgende doelpunt van zijn geadopteerde kunnen we wat terugdoen. We zullen wiegen als echte Brazilianen, omdat er zojuist een Braziliaanse publiekslieveling is geboren. En dat allemaal dankzij de kleinste grootste Braziliaan aller tijden. Deus Wamberto ex machina de Souza Campos.