Het einde van 2016 nadert. Het was een jaar met hoogtepunten, maar ook met heel veel dieptepunten. 2016 was het jaar waarin we op het allerlaatste moment nét geen kampioen werden. Maar de grootste nederlaag leden we een kleine twee maanden daarvoor toen we onze legende, onze Eeuwige Nummer 14, verloren.

Het was het jaar van de emoties, wat via al het verdriet rond Johan Cruijff, de indrukwekkende minuut stilte in de Amsterdam ArenA, de teleurstelling rond de laatste speeldag van het seizoen 2015-2016, de blijdschap en het plezier rond de debuterende talenten, het verdriet rond de vliegtuigramp van Chapecoense, de vreugde rond het spel, eindigde met een fantastische anekdote van Frank Rijkaard over Johan Cruijff en het passievolle juichen van Davy Klaassen tegen PSV.

Nadat voor het tweede jaar op rij het spel niet attractief genoeg was, zette Frank de Boer een punt achter zijn vijfeneenhalfjarige trainerschap bij Ajax. Halverwege 2016 werd Peter Bosz aangesteld als nieuwe hoofdtrainer van Ajax. Laat nou net Bosz op één van de laatste (bewegende) beelden van Johan Cruijff staan, op een trainingscomplex in Tel Aviv. Alsof het zo moest zijn…

 

2016 was ook het jaar van de ‘springende kikkers’. Wat er ook gebeurde, De Telegraaf kwam ze tegen. Net als dat 2016 het jaar was van de doorzetters en de opgevers. De échte strijders zwegen, terwijl de ‘nep’-strijders het mentaal ineens niet meer konden opbrengen. Waar in de eerste helft van het jaar nog een aantal ‘springende kikkers’ een vaste basisplaats hadden, was dat in de tweede helft van het jaar wel anders. Bosz zocht naar zijn ideale middenveld en kwam uiteindelijk uit bij het trio Lasse Schöne – Davy Klaassen – Hakim Ziyech. Ook voor- en achterin vonden de nodige veranderingen plaats. Mede hierdoor moesten de ‘springende kikkers’ plaatsnemen op de bank.

2016 was ook het jaar van nét geen Champions League-voetbal, al werd de laatste play-offwedstrijd vrij kansloos verloren. In de Europa League ging het Ajax echter voor de wind. Onder Bosz eindigden de Amsterdammers, zelfs met een B-ploeg, ongeslagen als eerste in de poule. De Apeldoorner kon het zich veroorloven om met een ‘B-ploeg’ te spelen. Al wordt met de term ‘B-ploeg’ eigenlijk te kort gedaan aan het vertoonde spel, wat bij vlagen oogstrelend was. Het woord luxeproblemen passeerde de afgelopen maanden dan ook vaak de revue, vooral als het ging over het middenveld. Bosz had naast zijn uiteindelijke vaste basis ook de beschikking over Donny van de Beek, Abdelhak Nouri, Frenkie de Jong, maar ook nog over de inmiddels vertrekkende Riechedly Bazoer en Nemanja Gudelj. Daar komt nog bij dat ook Jairo Riedewald uitstekend uit de voeten kan op de zes-positie. Uiteindelijk vond Bosz in Lasse Schöne zijn ideale nummer zes. De Deen knokte zich opnieuw terug in de basis. Het begint bijna een jaarlijks ritueel te worden. Het enige verschil is dat dit seizoen verreweg het beste jaar is van Schöne, die nog tot medio 2017 vastligt.

Wie het over de laatste maanden van 2016 heeft, komt automatisch uit bij Jong Ajax. De beloften zijn, vooral na het aanstellen van Marcel Keizer, op volle toeren gaan draaien. Het was in de eerste seizoenshelft genieten geblazen langs de lijn. Het spel, de doelpunten, het drukzetten, de acties, de passes, de looplijnen en vooral het plezier. Niet voor niks gaan de beloften als nummer twee de winterstop in. Het vertoonde spel past ook prima bij de filosofie van Peter Bosz, mede hierdoor debuteerden er al vijf spelers vanuit Jong Ajax in het eerste elftal. Het is dan ook zeker geen straf om vanuit het eerste een maand mee te spelen met Jong Ajax, zo moest ook Anwar El Ghazi bekennen. Na een ruzie met Bosz werd hij terug gezet naar de beloften, waar hij het plezier weer hervond in het spelletje.

Dat de ‘B-ploeg’ zo goed draaide had mede met Jong Ajax te maken. De wereld maakte via Panathinaikos-thuis, Standard Luik-uit en ook via Kozakken Boys-uit en Willem II-thuis (beker) kennis met de talenten. De talenten lieten zien wat ze konden, lieten zien dat ze er klaar voor waren en bleken zeker niet minder te spelen. Bij vlagen tikten ze de tegenstanders compleet van de mat. Ze lieten bijna zien al échte mannen te zijn. Bijna, want tegen Cambuur ging het toch nog even mis. Er werd verloren met 2-1 en Ajax was uitgeschakeld in de beker. Jammer, want daardoor speelt Ajax na de winterstop voor één prijs minder. Maar het ergste is eigenlijk nog dat de kans op speeltijd voor de ‘B-ploeg’ afneemt. Maar Ajax is nou eenmaal Ajax, waardoor deze talenten ook in 2017 hun kansen zullen gaan krijgen.

2016 was ook het jaar waarin Ajax de scouting verlegde naar Zuid-Amerika. In juni trokken de Amsterdammers Davinson Sánchez en Mateo Cassierra aan. Twee grote Colombiaanse talenten. Waarbij vooral Sánchez in de eerste seizoenshelft indruk maakte. De verdediging stond met hem als een huis. Sánchez won bijna al zijn luchtduels en blonk uit met zijn slidings en tackles. Cassierra werd wat meer uit de luwte gehouden en liet zich vooral in Jong Ajax gelden. Al scoorde de spits wel bij zijn debuut in de Eredivisie tegen Sparta (3-1 zege). Hierna moest Cassierra het vooral hebben van minuten in Jong Ajax. Bij de beloften scoorde hij in één wedstrijd vier keer. Hij viel vooral op door zijn goede loopacties. Zo ook in de laatste competitiewedstrijd tegen PSV. Hij verving de geblesseerd geraakt Kasper Dolberg en kreeg vier opgelegde kansen, die hij min of meer zelf creëerde met zijn loopacties. Dat neemt niet weg dat daar er minimaal één van in had moeten gaan. Zijn vijfde kans ging er wel in, maar helaas werd die goal afgekeurd vanwege buitenspel. Cassierra verdient dan ook meer krediet en we zullen wat meer geduld moeten hebben met hem. Maar vooralsnog mogen wij, Ajacieden, niet klagen over de eerste twee gescoute Zuid-Amerikaanse spelers.

Wie 2016 zegt, heeft het ook over de doorbraak van talenten. Om te beginnen met Kasper Dolberg. Zo geruisloos als hij is, haakte hij aan bij de A-selectie, waar hij binnen mum van tijd een vaste basisplaats veroverde. In 27 wedstrijden kwam Dolberg tot 11 doelpunten en 4 assists. Ongekend knap van de blonde Deen, waar het talent – net als bij zijn tweede doelpunt tegen PEC Zwolle – vanaf spat. Uiteraard verdient ook Matthijs de Ligt een vermelding. Als 2016 voor iemand bijna onevenaarbaar was, dan was dat het wel voor de 17-jarige verdediger. De Ligt werd in 2016 kampioen met O19, werd uitgeroepen tot ‘Talent van de Toekomst’, debuteerde achtereenvolgend in het betaald voetbal (Jupiler League), in de KNVB-Beker, in de Europa League en in de Eredivisie. Daarbij werd hij ook nog de jongste basisdebutant van Ajax in een Europees toernooi, de op één na jongste Nederlandse basisdebutant in een Europees toernooi (17 jaar en 104 dagen), scoorde hij bij zijn debuut in Ajax 1 én werd hij in november definitief toegevoegd aan de A-selectie. Ook Abdelhak Nouri was een van de talenten die dit jaar officieel debuteerde in het eerste van Ajax. Het moment waar vele supporters op hadden gewacht was eindelijk daar. De frivole middenvelder debuteerde in de bekerwedstrijd tegen Willem II (5-0 zege). En zoals het een Ajax-debutant betaamt luisterde ook ‘Appie’ zijn debuut op met een doelpunt. Al wijzend naar zijn rug vierde hij de goal met het publiek. Niet naar zijn naam, nee naar rugnummer 34. Juist ja, het nummer van de volgende landstitel van Ajax.

Voor alle Ajacieden een heel mooi, gelukkig en sportief 2017 gewenst. Een jaar waarin hopelijk nieuwe Legendes zullen gaan opstaan en nieuwe helden geboren zullen gaan worden. Een jaar waar de Eeuwige Nummer 14 hopelijk met trots op kan neerkijken. Op naar 2017, op naar nummer 34!