Wie kent het niet, de nacht van vrijdag op zaterdag. Iedere E- of F-pupil kent deze nacht wel, slecht kunnen slapen omdat je zoveel zin hebt in de volgende dag. Vaak nog veel te vroeg floot de vader van dienst op zijn fluitje om de wedstrijd te laten beginnen. Diverse moeders met nog natte haren stonden langs de kant om hun kroost aan te moedigen. En als je dan eindelijk een keer had gescoord, toevallig net na rust, zaten je ouders nog aan hun koffie te lurken in de kantine. Nadat je de hele dag op het voetbalveld had rondgehangen om ook te kijken bij de oudere elftallen, ging je misschien nog wel een wedstrijd kijken van je favoriete club, in ons geval natuurlijk Ajax.
Maar voetbal, daar gaat het de laatste tijd allang niet meer over in Amsterdam. Kampje hier, commissietje daar en nog een paar staffuncties die allemaal een rapportje schrijven over hoe het eigenlijk zou moeten gaan. Het mooiste is nog wel dat die dappere rapportschrijvers vaak zichzelf adviseren, snapt u het nog? Als supporter word je helemaal gek, terwijl de wereld in brand staat, het voetbal al jaren niet om aan te gluren is, zijn er volwassen mannen die niet meer met elkaar om tafel gaan zitten, omdat ze gewoon te eigenwijs zijn en een ego hebben waar zelfs Ivo Niehe van zou walgen. Ik kan begrijpen dat wanneer je je als persoon niet gehoord voelt, je het idee krijgt dat je niet serieus wordt genomen. Maar om dan je kont tegen de krib te gooien is zo dom. Als persoon beland je dan direct op een zijspoor en daarnaast geef je de andere partij ook de ideale stok om mee te slaan. Werkweigering, dus ontslag om je vervolgens te melden bij het UWV. Lekker iedere dag biljarten in het Volendamse buurtcentrum.
Het verhaal begon toch zo mooi, Satan, in de verpersoonlijking van Louis van Gaal, was via het kattenluikje van de achterdeur terecht gekomen op het pluche in de Arena. Sjaak Swart sprak epische woorden voor de NOS-camera. “Sjaak heb je het al gehoord? Louis van Gaal wordt technisch directeur!’’ Waarop Swart antwoordde: “Ja… Nee, maar niet hier!’’
Als ridders van de ronde tafel stonden enkele notabelen op onder leiding van Koning Arthur (Johan Cruijff). Nu zijn club zo gigantisch in brand stond, besloot El Salvador een helpende hand uit te steken. Het begrip Fluwelen Revolutie zag het daglicht en nu zou het roer even flink omgaan. Aansluiting bij de Europese (sub)top werd er gescandeerd, meer focus op jeugd en dan met name individuele ontwikkeling. Geen rare Sulejmani-achtige aankopen meer, maar op zoek naar een generatie Kluivert, Overmars en Van der Sar.
Het idee klonk zo mooi, maar vier jaar later staat de club wederom in de fik en eet de revolutie zoals wel vaker in de geschiedenis haar eigen kinderen op. Dat Frank de Boer vier keer kampioen is geworden was deels te danken aan hem, maar ook aan de Nederlandse competitie. Die club uit Eindhoven gaf jaren niet thuis (laat duidelijk zijn: ik wil nog geen placemat van die vereniging) en Feyenoord was duidelijk aan het bouwen na jaren van teloorgang na teloorgang. De Fluwelen Revolutie had dus een tendens in moeten zetten die zich zou focussen op meer getalenteerde jeugdspelers, spelers zonder ervaring. Echter zie ik op bestuurlijk niveau dezelfde tendens. Mensen zonder ruime bestuurlijke ervaring komen terecht op sleutelposities. De Overmarsjes, Van der Sarretjes en Bergkampjes. Het idee van Cruijff lijkt helder, daar zit echt wel toekomst in. Door de transfergekte is er niet meer te concurreren met andere competities. Zelfs in de tweede Engelse divisie strooien ze met geld waar iedere modale Eredivisieclub de hik van krijgt. Maar om zo’n plan is uit te voeren is wel een duidelijke structuur nodig, een duidelijke leiding en iemand die de baas is. Iemand met bestuurlijke ervaring en affiniteit met topsport. Echter moet zo iemand in Amsterdam iemand zijn met een Ajax verleden, een aardige selffulfilling prophecy. Die opvatting doet me een beetje denken aan de gedachtegang dat iedereen die buiten de Amsterdamse ring woont een boer zou zijn….
Ex-topvoetballers zijn niet per definitie goede trainers of bestuurders. Wanneer we kijken naar het Nederlandse trainersgilde en dan met name naar de toppers, zoals Hiddink, Van Gaal en Advocaat, valt me op dat dit allemaal coaches zijn die tijdens hun voetbalcarrière nou niet tegen de Di Stefano’s en Beckenbauers hebben gespeeld. Ik zeg niet dat het één het ander uitsluit, maar de opvatting dat alleen voormalig topvoetballers ook zo even een miljoenenbedrijf zouden kunnen runnen lijkt me een utopie. Wanneer een revolutie/verandering/koerswijziging wordt ingezet bij zo’n gigantische onderneming, zijn er mensen nodig met verschillende achtergronden. Wat Cruijff wilde was een goed idee, alleen had hij er zelf moeten gaan zitten. Althans, de eerste paar jaar, en zich laten omringen door enkele ervaren lieden met diverse achtergronden. Wanneer één iemand duidelijk de baas is, voorkom je eilandjes en ruzies. Doordat Jonk niet meer wil praten met de rest van het ‘soepie’ loopt hij aardig te koop met zijn eigen domheid of wellicht onervarenheid. Daarnaast is het de taak van ‘de baas’ – wie dat ook is – in de anarchie van kleuterschool Ajax om iedereen binnenboord te krijgen en daar te houden.
Dat Ajacieden nu massaal een helft overslaan kan ik enerzijds wel begrijpen. Anderzijds kan je de spelers niet de bestuurlijke chaos kwalijk nemen. Zij hebben alle steun nodig en worden nu dus ook slachtoffer van deze bestuurlijke crisis. Nu zou je dus echt kunnen stellen dat de bestuurscrisis echt invloed heeft op het eerste elftal. Zelf vind ik het altijd je reinste waanzin dat enkele voetbalmiljonairs last zouden hebben van zo’n bestuurlijke crisis. Tenzij de club de salarissen niet uitbetaalt, dan hoor je ze direct schreeuwen. Gelukkig hebben wij een directeur die netjes op de centjes past, dus dat zit wel snor.Ik hoop snel weer de kranten open te slaan en over voetbal te kunnen lezen, goed voetbal wel te verstaan en dat zaterdag of zondag weer de mooiste dag van de week wordt.