© Proshots

Ronald de Boer ziet in de afgelopen jaren bij Ajax opvallend veel vergelijkingen met de ploeg die in 1995 de Champions League won en in 1996 de finale van het Miljoenenbal bereikte. Ook toen viel de selectie in een paar jaar tijd volledig uiteen, vertelt hij aan de NOS.

Drie seizoenen na het succesjaar waren naast de gebroeders De Boer alleen nog Danny Blind, Jari Litmanen en Edwin van der Sar onderdeel van de selectie. “Ondanks dat wij er als sterkhouders nog waren, merkte je dat we minder waren”, stelt De Boer. “Dat zie je bij het huidige Ajax ook. Je kunt leuk meedoen, biedt af en toe weerstand, maar om echt door te stoten heb je meer toppers nodig.” De problemen gingen in de jaren ’90 van kwaad tot erger. “Ik weet nog dat we een keer kansloos verloren bij NAC en ik tegen mijn broer Frank zei: Wat doen we in godsnaam nog hier?”

Met het vertrek van Matthijs de Ligt, Frenkie de Jong, Donny van de Beek en Hakim Ziyech raakte het huidige Ajax een hoop kwaliteit kwijt. Desondanks lijken een aantal talenten de komende jaren weer het eerste te bereiken. “Er komt met jongens als Brian Brobbey, Kenneth Taylor, Devyne Rensch en de broers Timber weer goede jeugd aan. Als je dan nog een goede aankoop kunt doen à la Dusan Tadic, Daley Blind of Davy Klaassen, dan staat er toch wel weer een goede ploeg. Het is nu even klote, maar Ajax moet de schouders eronder zetten en strijdbaar zijn.”