De Zuid-Koreaanse voetballers waren in het vorige decennium immens populair. Het begon toen Ome Guus (Hiddink) in 2002 succes boekte met het nationale elftal van Zuid-Korea tijdens een WK dat in dat land (en in Japan) werd gehouden. Veel mensen herinneren zich nog de rode gloed op de tribunes en een liedje met een tekst die fonetisch wordt weergegeven als dee-ha-ming-goe (geen harde g, meer als in het Engelse ‘good’). De Zuid-Koreanen werden wereldwijd op handen gedragen en waren op dat moment minstens zo populair als de Aziatische tekenfiguren van Pokémon. Alleen de Spanjaarden en de Italianen zullen minder enthousiast zijn geweest over de Aziatische cupfighters.

Onze concurrenten sloegen meteen toe, Feyenoord kreeg een Song en PSV ging in zee met een Park en een Lee. Ondanks dat ze helemaal niet onsuccesvol waren, met name Park, bleven de Koreanen altijd knuffelbeertjes. Sociale, leuke, bescheiden jongens die je het liefst ieder moment van de dag een aai over de bol geeft: ‘Goed gedaan jongen’.

Enkele jaren later, toen de Koreanen-hype al ruimschoots was overgewaaid, dook er plots een Koreaan op bij Ajax met de vraag of hij mocht meetrainen. Zijn naam was Hyun-Jun Suk. Het was het begin van een jongensboek met een wat ongewone naam voor een hoofdpersoon. Suk stond daar als een schooljongetje dat met zijn rugtasje, gevuld met een Ajax-broodtrommeltje en een Ajax-drinkbeker met draaidop, bij het verkeerde lokaal staat voor zijn eerste les. Zoals een waar jongensboek betaamt, kreeg hij op wonderbaarlijke wijze uiteindelijk een contract aangeboden. Maar ook hij werd nooit als een volwaardig speler gezien. Ook bij Ajax was het ‘weer zo’n sympathieke knuffelkoreaan’. Helaas werd het jongensboek gesloten.

Vandaag echter, berichtte het Parool over diezelfde knuffelkoreaan. Naar verluidt is het jongensboek heropend. Na omzwervingen langs Groningen, het Portugese Madeira, het Saoedi-Arabische Al Ahli belandde hij wederom in Madeira (weliswaar bij een andere club), waar Suk een hele meneer is geworden. Hij scoort aan de lopende band, oogst lof en wordt begeerd door een scala aan Europese topclubs.




En dus worden er weer pagina’s gedrukt. Enkele jaren na het openen, zijn we zelfs in de spannendste hoofdstukken van het jongensboek beland. Het Parool weet namelijk te melden dat Suk zo graag naar Ajax wil, dat hij zijn zaakwaarnemer heeft beloofd hem een Lamborghini te schenken wanneer hij een transfer naar Ajax weet af te dwingen. Hij wees zelfs al een aanbieding van FC Porto af.

Hieruit blijkt dat hij nog steeds wel die lieve, sympathieke Koreaan is. We mogen hem alleen niet meer knuffelen, we moeten hem toejuichen. Als een grote meneer, een idool. Zijn liefde voor Ajax gaat heel ver. Als 18-jarige was hij al vastberaden dat hij bij Ajax wilde spelen en hij is nog steeds helemaal gek van de club. Hij wil zich in Amsterdam bewijzen. Het vreet aan hem dat het hem nooit gelukt is. Hij wil scoren in het shirt waar hij van houdt, het shirt dat hij altijd al geadoreerd heeft.

De enige manier om het jongensboek een passend slot te geven, is een transfer naar Ajax. Terug op het oude nest, bij zijn grote liefde. Weggaan als lief jongetje en terugkomen als grote man. Of het jongensboek ooit afgemaakt gaat worden is echter de grote vraag. Een jongensboek kost immers weinig geld, maar voor Suk geldt dit waarschijnlijk niet meer.