Matthijs de Ligt is niet erg van slag geweest na de fout bij zijn debuut als international tegen Bulgarije. “Ik heb geen nachtmerries gehad na die vervelende wedstrijd tegen Bulgarije”, vertelt hij aan de Volkskrant. “Tsja, die wissel. Het was een keuze van de trainer die ik moest accepteren. Hij heeft het naderhand wel uitgelegd. Ik snap dat iedereen zich om mij bekommerde. Mensen veronderstelden dat ik in een diep dal zat. Ik ervoer het niet als een mentale dreun. Dit hoort bij topsport. Ik heb met de selectie van het Nederlands elftal een geweldige week gehad en veel geleerd.”
De Ligt voelde zich naderhand schuldig, maar ging snel over tot de orde van de dag. “Ik ben geen jongen die na zo’n vervelende ervaring huilend naar huis gaat. Zo zit ik niet in elkaar. Ik kan het snel een plekje geven. Ik moet verder. Mijn familieleden bleven er ook rustig onder. Ze vonden het vervelend voor mij, maar werden er niet mee lastiggevallen.” Volgens De Ligt horen dit soort fouten ook bij het proces om een betere voetballer te worden. “Het zijn flinke tikken, maar ik krijg ze liever nu dan later in mijn carrière. Je kunt pas over een bepaalde periode vaststellen of deze tegenslagen mij een betere speler hebben gemaakt.”
Hij beseft zich ook dat hij terug kan kijken op een heel leerzaam seizoen. “Als ik me bedenk wat mijn status was in het begin van dit seizoen en waar ik nu sta, denk ik: jeetje, wat is het hard gegaan. Ik moet mijn rijbewijs nog halen, maar werd al wel opgeroepen voor het Nederlands elftal. Als je in een roes zit en je kansen pakt, heb je niet het idee dat het heel raar is.”