© Proshots

Over een paar dagen kan Matthijs de Ligt de jongste Nederlander ooit in een Europese finale worden. De kans is immers groot dat hij gaat spelen. En dat terwijl zijn seizoen startte tegen FC Emmen, toen ook al met Davinson Sánchez aan zijn zijde.

“In augustus maakte ik mijn debuut in het tweede elftal, tegen Emmen, met Davinson Sánchez naast me in de verdediging. Ik kwam uit de jeugd vandaan, was nog 16, en hij had net de finale van de Copa Libertadores gewonnen met Nacional. En negen maanden later staan we waarschijnlijk samen in de finale van de Europa League. Dat is vrij bizar”, vertelt de nuchter De Ligt aan Het Parool. Ook het feitje dat hij de jongste Nederlander in een Europese finale kan worden, doet hem vrij weinig: “Eerlijk gezegd kunnen die statistieken me gestolen worden. Dat is meer iets voor later. Het belangrijkste is dat Ajax goed voetbalt en wint. Dat is het enige dat telt.”

Als het even kan, gaat hij nog altijd op de fiets naar de Toekomst: “Dat is twintig minuutjes. Of mijn ouders brengen me. En anders kan ik worden opgehaald door een busje van Ajax.” Een rijbewijs heeft de 17-jarige verdediger immers nog niet, dat hoopt hij na het seizoen te halen. Dan kan hij ook eindelijk even bijkomen van een lang en bewogen seizoen: “Het is vooral mentaal een zwaar jaar. Na mijn debuut in Oranje tegen Bulgarije was ik onderwerp van discussie, vanwege de twee tegendoelpunten en de nederlaag. Dat is vreemd om mee te maken. Ik begreep het wel, maar ik moest dóór. Gelukkig kan ik zulke zaken redelijk van me afzetten. Ik blijf niet hangen in het negatieve.”

Hij kijkt uit naar de finale tegen het grote Manchester United: “Ik ben benieuwd wat de finale brengt. Manchester United heeft de sterren, wij zijn jong en in ontwikkeling. United is een veel rijkere club, maar zoals Johan Cruijff zei: een zak geld kan geen doelpunt maken. En zo is het.” Stiekem vindt hij het jammer dat Zlatan ontbreekt: “Het is geweldig om je te kunnen meten een topspits. Maar voor United is het een aderlating.”

Woensdagavond hoopt hij met de fans weer een mooi feestje te kunnen vieren, zoals hij dat in Lyon deed: “Ik ben niet alleen speler van Ajax, maar ook supporter. Daar zijn er in ons team meer van overigens, en dat zorgt wel voor extra beleving. Op het veld vind ik het heerlijk als het stadion tekeergaat. Daar geniet ik van. Ik ken ook al die liedjes die de supporters zingen. En als het feest is, zing ik ze allemaal mee. Dat maakt je geen betere voetballer, maar als het publiek dat leuk vindt, is het wel mooi.”