Matthijs de Ligt gaat de kerstavond in met een opgelucht gevoel. De verdediger zag Ajax rond een uur spelen op achterstand komen. “Het was belangrijk om met een goed gevoel de winterstop in te gaan. In de 60e minuut zag het er daar even niet naar uit, dus ik ben wel opgelucht dat het uiteindelijk wel gelukt is. We begonnen goed en hebben echt grote kansen gehad in het begin. We maakten ze alleen niet af en dan maak je het jezelf onnodig lastig. Willem II ging er daarna meer in geloven en we maakten zelf kleine fouten en dan houd je ze in de wedstrijd. Na de 0-1 begonnen we beter te voetballen”, zegt het talent voor de camera van AT5.
Keizer
Afgelopen week werd Marcel Keizer, daags na de bekernederlaag op bezoek bij FC Twente, ontslagen. De Ligt was verrast door het nieuws. “Ik kreeg een appje in de auto. Ik reed met mijn vader naar huis en zei: ‘onze trainer is ontslagen. Hoe, opeens?!’. Dat was wel even schrikken. Ik vind het zelf jammer, want ik vind Marcel een hele goede trainer. Het is zonde dat we niet hebben gebracht wat we moesten brengen, want daardoor is hij nu de laan uit gestuurd. De trainer wordt altijd als eindverantwoordelijke gezien, maar wij als spelers moeten ook naar onszelf kijken wat wij gepresteerd hebben de afgelopen maanden. Ik bedoel, Europees hebben we niets gehaald. De competitiestart was niet top en we zijn nu ook uit de beker gevlogen. Om alles naar de trainer te schuiven vind ik heel makkelijk.”
Bizar seizoen
Met de 3-1 overwinning op Willem II kwam er een einde aan een bijzonder jaar voor De Ligt. “Vorig seizoen was bizar… Finale Europa League en heel veel speelminuten als jonge jongen. Voor mij was het doel om dit seizoen alles te spelen. Op Vitesse na heb ik volgens mij alles gespeeld, dus daar ben ik heel content mee. Ik merk ook dat ik stappen maak. Ik ben zeker heel tevreden. Ik voel zelf ook dat ik stappen maak en dat ligt ook aan het team. Ik kan het niet alleen en merk dat het team zich ook beter voelt. Daardoor kom ik ook in mijn comfort-zone. Dat is alleen maar goed voor ons, denk ik.”