Het lijkt erop dat de laatste weken van Hakim Ziyech in het shirt van Ajax geteld zijn. De Marokkaans-Nederlandse middenvelder maakt dit seizoen een allesbehalve tevreden indruk en dat terwijl zijn cijfers er niet om liegen: veertien assists en acht doelpunten in dertig wedstrijden. Ondanks dat wordt hij niet op handen gedragen door de Ajax-aanhang. Zoals het er nu naar uitziet, vertrekt Ziyech zelfs door de achterdeur. Geen mooi afscheid, geen vuurwerk, maar zo snel mogelijk weg. Dat is weleens anders geweest voor spelers met dergelijke cijfers.
De soap rondom Hakim Ziyech begon eigenlijk al na de eerste thuiswedstrijd tegen FC Groningen, in september. Ziyech raakte in een interview na de wedstrijd, met FOX Sports-presentatrice Hélène Hendriks, geïrriteerd over de vraagstellingen van Hendriks. Daarna zagen we hem nog maar zelden voor de camera verschijnen.
Daaropvolgend speelde Ajax in eigen huis een paar teleurstellende wedstrijden tegen Vitesse, FC Utrecht en (de eerste helft) tegen Roda JC. Enkele Ajax-fans begonnen zich tegen hem te keren en Ziyech maakte, na een fantastisch debuutseizoen waarin hij een belangrijke rol speelde in het behalen van de Europa League finale, kennis met het fluitende publiek in Amsterdam. In de Arena is men nu eenmaal gewend dat er ruimschoots gewonnen wordt tegen ploegen van dergelijk kaliber. Anders dan bij, respectievelijk, zijn vorige clubs SC Heerenveen en FC Twente, is het Ajax publiek kritisch. En al helemaal als zij hun ploeg in het begin van het seizoen Europees voetbal hebben zien verspelen. Het Ajax publiek verwacht meer dan alleen drie punten. En Ziyech weet wat dat inhoudt, want zijn manier van voetballen is exact wat Ajax-supporters willen zien: blik naar voren, veel risico en lekker frivool (soms iets te).
Ondanks dat is Ziyech na bijna twee seizoenen nog steeds impopulair in Amsterdam. Het gefluit aan zijn adres, staat Ziyech niet aan en dat laat hij dan ook duidelijk merken in interviews. Eind november zette hij na de 5-1 gewonnen thuiswedstrijd tegen Roda JC, waarbij in de eerste helft veel fluitconcerten te horen waren, zijn vraagtekens bij de trouwheid van de Ajax-supporters. “Supporters die hun eigen spelers uitfluiten, kan ik geen supporters noemen”, zei hij toen. Die uitspraak schoot bij de Ajax aanhang weer in het verkeerde keelgat.
Als supporter zijnde ben ik geneigd ‘de kant’ van de supportersschare te kiezen, maar ook daar kan ik mij niet helemaal in vinden. Ik ben namelijk van mening dat een supporter nooit zijn eigen spelers hoort uit te fluiten. Hoe slecht het ook met zijn cluppie gaat. Máár ik vind ook dat je als speler zijnde soms de hand in eigen boezem moet kunnen steken. Iets wat bij Ziyech vaak ontbreekt. In plaats van te beamen dat het spel, ook van zijn kant, bij vlagen gewoon ondermaats is, maakt hij het alleen maar erger door de Ajax-supporters aan te vallen. Los van het feit dat hij daar misschien ook wel een punt heeft, weet een beetje mediagetrainde profvoetballer zich hier toch wel tactischer uit te praten. En dan nog die onverschillige houding voor de camera, die het er ook niet beter op maakt. Het handjevol ‘supporters’ wat naar hem floot, heeft zijn zin gekregen en het verpest voor die andere 90 procent die hun club wel gewoon bleef steunen. Want het seizoen loopt inmiddels op zijn einde en de scheur tussen Ziyech en Ajax is nog steeds niet hersteld.
Onder Marcel Keizer was Ziyech de vice-keizer. Hoe slecht hij ook in wedstrijd zat, nooit werd hij naar de kant gehaald. Iets wat Bosz daarentegen nog wel eens durfde te doen. De aanstelling van Ten Hag leek in dat opzicht geen verkeerde keuze. Onder zijn beleid bloeide Labyad weer op bij FC Utrecht en ook zijn Marokkaanse landgenoot Ayoub blonk wekelijks uit in de Domstad. Én daarnaast manifesteerden zij zich ook nog eens tot ideale schoonzonen. Als hem dat met Ziyech ook zou lukken, konden we het gat met PSV nog wel eens gaan dichten, dacht ik. Helaas.
Het zou voor beide partijen beter zijn als hij Ajax deze zomer gaat verlaten. Hij voelt zich ondergewaardeerd en bij Ajax weten ze ook niet zo goed wat ze met hem aanmoeten. De kwaliteiten voor een volgende stap heeft hij ongetwijfeld, maar wat mij zo pessimistisch maakt, is dat ik dat ook dacht van Afellay, Aissati, El Hamdaoui, Labyad, Maher en Bakkali, eveneens Marokkaans-Nederlandse (Belgisch) voetballers met ontzettend veel talent. Voor ieder van deze spelers geldt natuurlijk een ander verhaal, maar de uitkomst is bij allen hetzelfde; teleurstelling.
Ik hoop oprecht dat Ziyech niet ten onder gaat aan zijn eigen trots en dat er een moment komt waarop hij wel met kritiek leert omgaan. Anders vrees ik dat we zijn naam over een paar jaar ook in het bovenstaande rijtje zullen terugzien.
Tijmen Koelemeijer