© Proshots

John Heitinga staat dit seizoen voor het eerst actief als trainer. De Ajacied heeft de verantwoordelijkheid over Ajax O19. In zijn blog op Ajax.nl vertelt hij over zijn liefde voor Ajax en zijn eerste stappen in het trainerschap. “Bij welke club ik de mooiste tijd heb gehad? Daar kan ik kort over zijn, want dat is absoluut Ajax. Als kleine jongen droomde ik van het spelen in de hoofdmacht en mocht ik als verjaardagscadeau eens meetrainen. Vervolgens doorliep ik de gehele jeugdopleiding. Mijn debuut tegen Feyenoord, op 26 augustus 2001, is een moment dat ik koester. We wonnen in De Kuip met 1-2. Mijn onvoorwaardelijke liefde voor Ajax zorgde ervoor dat ik in 2015 terugkeerde en is ook de reden dat ik nog steeds in dienst ben van deze prachtige club.”

“Sinds dit seizoen ben ik actief als hoofdcoach van Ajax O19, het vlaggenschip van de jeugdopleiding”, vervolgt hij. “Het begon allemaal bij Jong Ajax, waar ik als assistent van Marcel Keizer een topjaar had. Ik zette mijn eerste stappen als leergierige trainer. Mede door de enorme hoeveelheid knowhow om me heen, krijg ik nu de kans om mezelf goed en snel te ontwikkelen als trainer. De kans om op eigen benen te staan, wil ik met twee handen aangrijpen.”

Het debuut voor Heitinga als trainer verliep niet zoals gewenst. PSV O19 versloeg de Amsterdammers met 5-0. “We speelden ons eerste officiële duel voor de Super Cup tegen PSV. Dat resulteerde in een flinke oorwassing: 0-5. Op zulke momenten ben ik furieus en zou ik het liefst zelf het veld in stappen om het voor te doen. Het zijn leerzame momenten voor de jongens, maar ook voor mij als beginnend trainer. Die bevlogenheid heb ik altijd in mij gehad. Er zit weinig verschil tussen mij als voetballer en als trainer. Ik speelde altijd met mijn hart, en dat is als coach niet anders. Ik zeg wel eens gekscherend tegen de jongens: ‘jullie weten toch hoe ik als speler was? Dat wil ik ook in het veld zien’. Er moet met passie gespeeld worden. Er is een hoop werk aan de winkel. Dit Ajax O19 kent vele nieuwelingen en verschillende nationaliteiten, waaronder bijvoorbeeld een Deen, Australiër en een Fin. Er zitten spelers tussen met kwaliteiten, maar het moet nog een team worden. Dat heeft tijd nodig. Het is gaaf om dat teamproces van dichtbij aan te mogen sturen en mee te mogen maken. Ik zat in dezelfde situatie toen ik de overstap maakte naar clubs in Spanje, Engeland en Duitsland. Bij Atlético Madrid, Everton, Fulham en Hertha BSC moest ik mij ook aanpassen. Ik probeer deze kennis en ervaring te delen met de jongens. Want met alleen talent kom je er niet. We moeten er een hecht collectief van maken, waarbij de ontwikkeling van de spelers centraal staat. Dat zie ik als een enorme uitdaging.”