Een column geschreven door Joost Schunselaar.

Ik ben een rasoptimist. In elke column die ik schrijf spreek ik de hoop uit dat Ajax weer eens kampioen gaat worden, een Europese beker wint of enig ander succes boekt. Vaak weet ik mezelf zo te overtuigen dat de hoop omslaat in verwachting. Eigenlijk verwacht ik elk jaar dat Ajax weer de beste van Nederland zal zijn. Jaar na jaar word ik echter teleurgesteld in mijn verwachtingen en wordt mijn hoop aan diggelen geslagen. Elk jaar was ik er van overtuigd dat het weer zou gaan gebeuren, dat het Leidscheplein weer vol zou lopen en dat wij onze helden weer een keer met echte trots zouden kunnen toejuichen. Het Leidscheplein veranderde echter niet in een kolkende rood-witte massa en elk jaar bleef ik verpieterd achter. Toch zal ik mij niet door deze tegenspoed laten bekeren tot het pessimsme. Het zit gewoon eenmaal niet in mijn aard om alles donker in te zien en nooit een sprankje hoop te hebben. Nee, zo ben ik niet. Ik hoop en ik verwacht, dat ben ik.

 Ook dit jaar ben ik optimist. Natuurlijk had ook ik dagen waarop ik het allemaal wat minder rooskleurig zag, maar ergens diep in mijn hart zat nog dat sprankje hoop. Deze hoop overleefde het toen toen Martin Jol Ajax veranderde in een kick-and-rush ploeg. De hoop overleefde het toen Ajax in de Champions League werd vernederd door Real Madrid. De hoop overleefde het toen Suarez werd verkocht aan Liverpool. De hoop overleefde zelfs de interne oorlog die plaatsvond, of misschien wel nog steeds plaatsvindt. Deze hoop overleeft alles en dat is blijkbaar niet zonder reden. Want hoewel het dertigste kampioenschap in de geschiedenis van Ajax er misschien wel meer dan ooit niet in leek te zitten, is er nu weer een streepje licht aan het einde van de tunnel te zien.

De achterstand op koplopers FC Twente en PSV bedraagt drie wedstrijden voor het einde van de competitie één punt. Wie dat halverwege het seizoen had beweerd, was voor gek verklaard. Maar voetbal is gek. Over FC Twente hoeven we ons in principe niet druk te maken. De laatste wedstrijd van de Eredivisie is namelijk Ajax-FC Twente. Zo lang onze club in de komende wedstrijden tegen Excelsior en SC Heerenveen geen punten verspeeld, heeft Ajax het lot om de Tukkers voorbij te streven in eigen hand. Mijn sprankje hoop maakt zich dan ook geen zorgen om de club uit Enschede, het is meer de club uit de lampjesstad waarmee ze in de maag zit. Ook PSV heeft één punt voorsprong, maar dan met een veel beter doelsaldo. Ik zie de Eindhovenaren thuis in het eigen Philips-stadion geen punten verspelen tegen het vreemdelingenlegioen van Vitesse. Waar ik eerst sterk geloofde in de kracht van FC Groningen, acht ik ze nu toch niet meer in staat om punten van PSV af te snoepen. Daarmee blijft er maar één wedstrijd over waarin de grote concurrent tegen puntverlies aan zal moeten lopen en dat is aanstaande zondag tegen … Feyenoord.

Misschien is het de ironie die zich niet onbetuigd wil laten. Hoe kan het anders dat het lot van mijn hoop, het lot van ons kampioenschap in de handen van Feyenoord, onze grootste rivaal, ligt. Vorig jaar was er twee wedstrijden voor het einde van het seizoen sprake van dezelfde situatie. Destijds was het de taak aan de club uit Rotterdam om FC Twente te dwingen tot een gelijkspel of nederlaag. Het team leek echter geneigd mee te gaan in de sfeer die onder de fans van Feyenoord heerste. Het zou toch niet zo zijn dat Feyenoord Ajax kampioen zou maken?! Nee, dat mocht niet gebeuren vonden de fans en de spelers leken hier in mee te gaan. Ook voor de aanstaande kraker Feyenoord-PSV hoor je onder de Feyenoord-supporters stemmen opgaan om de punten aan de Eindhovenaren cadeau te doen. Nu ben ik zelf een fanatieke Ajacied en ik moet toegeven dat ik het seizoen van Feyenoord tot op heden met enig gegniffel heb aanschouwd. Toch heb ik ze nooit degradatie toegewenst. Ten eerste wil ik blijven genieten van de Klassieker, maar bovenal is dit omdat ik mij heb gericht op het seizoen van Ajax en niet op dat van Feyenoord. Voor mij is het even onbegrijpelijk als zielig dat de haat tegen de andere club groter is dan de liefde voor de eigen club.  

Toch geloof ik in een goede afloop. Hoe dat komt? Door dat ene sprankje hoop. Die laat mij zien en geloven dat Feyenoord het niet zomaar uit handen zal geven. Eerder dit seizoen leed Feyenoord de grootste nederlaag in de clubhistorie in Eindhoven tegen PSV. Met een 10-0 eindstand op het scorebord en het schaamrood op de kaken liepen de Feyenoord-spelers van het veld. Nog dagenlang werd er gesproken over de oorwassing en de uitslag ging de hele wereld rond. Dat heeft pijn gedaan in Rotterdam en omstreken, heel erg veel pijn. Het lijkt mij dan ook logisch dat Feyenoord revanche wil. Bovendien is het voor de Rotterdamse club erg onverstandig om de wedstrijd te laten lopen. Feyenoord heeft ondanks het rampzalige seizoen een kans om de play-offs voor Europees voetbal te halen. Gezien de financiële situatie van de club zou dit erg welkom zijn en bovendien een geweldige ervaring voor de jonge knulletjes die het Feyenoord-shirt dragen. Mijn hoop op een kampioenschap van Ajax zal daarom in ieder geval tot aanstaande zondag stand houden en daarna zien we of mijn hoop weer een flinke deuk oploopt of dat er nu eindelijk eens met mijn hoop rekening wordt gehouden. En anders? Dan richt mijn hoop zich weer op volgend seizoen. Ik ben en blijf nu eenmaal optimist in hart en nieren.