Klaas-Jan Huntelaar heeft naar eigen zeggen een ‘hectisch’ jaar achter de rug bij Ajax. De spits, die afgelopen zomer terugkeerde in Amsterdam, kreeg kort na zijn komst te maken met het drama rond ‘Appie’ Nouri, werd vervolgens uitgeschakeld voor Europees voetbal en deze maand kwam daar het ontslag van trainer Marcel Keizer bovenop.
In gesprek met Ajax TV vertelt Huntelaar dat de matige start van het seizoen hem het minste doet: “Voor mezelf kwam die klap minder hard aan dan nu tegen FC Twente in de beker. Er waren zoveel dingen die voor afleiding zorgden, waardoor voetbal niet helemaal op de eerste plek stond”, zegt Huntelaar, doelend op de gebeurtenissen met Nouri. “Doordat de start niet goed was, wordt iedere wedstrijd al snel cruciaal. Op iedere wedstrijd ligt meer druk, omdat je aansluiting moet houden.”
De routinier kwam in de zomer terug met de ambitie om van waarde te zijn voor het ‘frisse en jonge team’. Dat is volgens hem gelukt. “Ik wilde Europees doorkomen, zo lang mogelijk in de beker blijven en kampioen worden. Twee van die voornemens zijn nu weg en dat is een domper. Het kampioenschap is nu de prioriteit.”
Huntelaar speelde 14 wedstrijden in de competitie, waarvan 10 als basisspeler, waarin hij zes keer tot scoren kwam. Met name in lastige uitwedstrijden kreeg ‘The Hunter’ de voorkeur boven zijn concurrent Kasper Dolberg, zoals de Klassieker in Rotterdam. “Dat is voor mij persoonlijk de mooiste wedstrijd die je kunt spelen als je bij Ajax speelt. Er komt veel emotie bij, dé wedstrijd en dat brengt adrenaline en plezier met zich mee. Het is altijd lekker om daar te zijn, die vijandige sfeer brengt net even dat beetje extra naar boven.”