Marcel Keizer werd in december ontslagen als trainer van Ajax, maar kan zichzelf in eigen ogen niets verwijten. Aan het eind van zijn periode als trainer werden de resultaten beter. Ook werden de jonge talenten een steeds belangrijker deel van het basisteam en maakte zij grote progressie. In gesprek met De Telegraaf spreekt Keizer over de ontwikkeling van onder andere Frenkie de Jong en Justin Kluivert.

Waar de periode onder Marcel Keizer wisselvallig begon, werd het spel aan het einde van zijn periode steeds beter en aanvallender. Ook had de trainer meer punten dan onder Peter Bosz. “Ik had één punt meer, ja. Maar wat het moeilijk te accepteren maakt, is dat we juist op het moment van mijn ontslag goed en aanvallend voetbal speelden. De cijfers dat we het vaakst scoorden en de meeste kansen creëerden, onderschrijven dat gevoel.” De trainer verwijt zichzelf dan ook niets. “Met alles wat ik in me had, ben ik erin gegaan. Dus ik verwijt mezelf niet zo veel.”

Door het vele wisselen in de basisopstellingen ontstond de indruk dat Keizer een twijfelaar was. “Ik ben geen twijfelaar, maar dat beeld kan zijn ontstaan. Het probleem was dat die jonkies er nog niet waren, maar eraan kwamen. Frenkie de Jong heb ik in de tweede wedstrijd van het seizoen, tegen FC Groningen, al een kans gegeven. Natuurlijk zag ik het in hem zitten. Dat is later wel gebleken. Maar ook hij moest het wel laten zien. Toen hij dat niet deed, ging hij er weer even uit. En zo is het ook met Justin Kluivert gegaan. Tot ze er klaar voor waren. Het was binnen de selectie ook wat betreft de spitspositie bijvoorbeeld  volstrekt duidelijk en die jongens hebben er ook nooit een probleem van gemaakt.”

Toen er een vaste formatie stond, ging het beter lopen. “Dat klopt. Achterin was het de grootste zoektocht. Maar dat was logisch. De selectie was onevenwichtig samengesteld. We moesten binnen de mogelijkheden van de spelersgroep lang naar opbouwende variatie zoeken. Ajax hoort met een man extra op het middenveld te spelen. Normaal doe ik dat met een opkomende back en een buitenspeler naar binnen . Maar die mogelijkheid zat gewoon niet in de selectie.”

 Over de ontwikkeling van de grote talenten uit de selectie van Ajax is Keizer erg tevreden. “De selectie heeft zich tot een team met een moderne, aanvallende speelstijl ontwikkeld. Daarnaast zijn de talenten veel beter geworden. Kijk naar Matthijs de Ligt, Donny van de Beek, David Neres, Justin Kluivert, Carel Eiting, Noussair Mazraoui en Frenkie de Jong. Belangrijk is dat ze speeltijd krijgen op een hoog niveau. Dankzij hun persoonlijke instelling en harde werken heb ik ze als trainer mijn voetbalprincipes kunnen bijbrengen.” Toch moest Kluivert lange tijd Amin Younes voor zich dulden. “Justin is nu hartstikke goed. Maar in de bekerwedstrijden bij Scheveningen en tegen De Dijk stond hij ook linksbuiten en speelde hij nog niet op dit niveau. Het mooie van die jonge gasten is dat je ze elke week beter ziet worden”, aldus Keizer.