Vanaf het seizoen 2020/2021 moeten alle competitiewedstrijden in de Eredivisie verplicht worden afgewerkt op natuurgras, meldt De Telegraaf. Daarmee wordt gelijkertijd het kunstgras verbannen.
Tijdens een bijeenkomst vorige week in het Zürich en bij de UEFA in Nyon is dit besluit genomen in het bijzijn van meerdere clubdirecteuren. Aanstaande maandag volgt een laatste vergadering binnen de Eredivisie CV en dan moet het besluit woensdag bekrachtigd worden tijdens de Algemene Vergadering Betaald Voetbal.
De bedoeling van de trip, waar ook de meeste Eredivisie-directeuren bij aanwezig waren, was om een volledige veranderingsagenda te presenteren met als doel het terugwinnen van het internationale verloren gegane terrein van het Nederlandse voetbal. Op dit moment is men het alleen over eens dat het kunstgras vanaf 2020 definitief verbannen moet worden uit de hoogste Nederlandse voetbalafdeling. De standpunten die betrekking hebben op de verdeling van televisiegelden en een nieuwe voetbalpiramide liggen nog te ver uiteen. Men hoopt maandag opnieuw tot een deal te komen, maar betrokkenen achter dit kansloos. Te veel clubs stellen namelijk het eigen belang – niet degraderen uit de Eredivisie – boven het algemeen belang.
De meeste clubs denken dat een Ere- en Eerste Divisie met zestien clubs zonder beloften elftallen in de Eerste Divisie het niveau van het Nederlandse voetbal een impuls zal geven. “Helaas regeert bij veel clubs de angst voor degradatie en komt het algemeen belang op de tweede plaats, terwijl met zestien clubs in de Jupiler League de kans op promoveren ook weer groter is”, baalt een Eredivisie-directeur. „We maken onszelf belachelijk dat we na tweeënhalf jaar praten slechts kunnen afspreken om op natuurgras te gaan spelen. Maar zo liggen de kaarten, tenzij maandag iedereen over zijn eigen schaduw heen durft te stappen. Al verwacht ik dat niet.”
Hierdoor gaan de plannen voor een Ere- en Eerste Divisie met zestien clubs niet door en komen er geen kampioensplay-offs. De jong-elftallen bijven ook deel maken van de Eerste Divisie. De topclubs waren bereid om televisiegelden en inkomsten uit Europees voetbal af te slaan als vangnet voor gedegradeerde clubs, maar er is op dit moment te weinig animo voor deze plannen.
