Langs de lijn op De Toekomst #18 ‘Jimmy Hill’
door Jan Verdonk

Een aantal keer per jaar probeer ik wedstrijden van de Ajax-jeugd op De Toekomst te bezoeken. Niets zo leuk als met eigen ogen de jonge Amsterdamse talentjes aan het werk te zien. Bovendien is het razend interessant alle opmerkingen om je heen te horen, van fans, volgers, ouders en talentjes uit andere teams. Het levert een dieper inzicht op van het wel en wee van de Ajax-jeugdopleiding. In de rubriek “Langs de lijn op De Toekomst” ga ik namens Ajax1.nl de komende tijd in gesprek met enkele van deze mensen. In deel 18 praat ik met Ruud van Dijk, bij velen bekend als ‘Jimmy Hill’, voormalig columnist voor www.afca.nl en www.f-side.nl. Deze supporterstak heeft in de rubriek tot nu toe nog geen stem gehad, maar heeft in Ruud een uitstekende vertegenwoordiger. Zo heeft hij de gouden jaren van Cruijff en Keizer in het geheugen gegrift staan, maar hij loopt ook met grote regelmaat rond op De Toekomst. Naar eigen zeggen is hij vooral iemand met een helicopterview als het gaat om de grote lijn.

‘Een nonconformistische fundamentalist, die met alle clichés en hun gebruikers die ervan uitgaan dat Ajax Europa nooit meer zal domineren, mijn achterste afveegt’, zo typeert Ruud van Dijk zichzelf. Stevige teksten die de volgers van Ruud op bijvoorbeeld Twitter nauwelijks zullen verbazen. Ruud heeft zijn hart op zijn tong liggen, iets dat hem bijzonder geschikt maakt voor deze rubriek. Hij is niet voor niets columnist geweest voor www.afca.nl en www.f-side.nl. Het is daarom misschien ook maar het beste hem zichzelf voor te laten stellen.

Kun je jezelf even voorstellen aan de lezers? Wie ben je, en waarom kun je wat zeggen over de jeugdopleiding van Ajax?

‘Mijn naam is Ruud. Ik ben 53 jaar en volg Ajax sinds ik me kan herinneren intensief. Sinds de verhuizing uit de Watergraafsmeer ben ik met regelmaat te vinden op de Toekomst. Het werd toen logistiek voor mij makkelijker de jeugd van dichtbij te gaan volgen. Sinds Cruijff en in zijn spoor Co Adriaanse vanaf halverwege de tachtiger jaren de basis legden voor het voortbrengen van fantastisch talent als Rijkaard, Bergkamp, Winter, Roy, Kluivert, Seedorf, Davids, Musampa en ga zo maar door, was het een diepere wens om zulke parels al in de jeugd van dichtbij te kunnen aanschouwen. In dat opzicht is die verder afgrijselijke verhuizing voor mij dus wel gunstig geweest. Het is bovendien de reden waarom ik nu denk een gefundeerde mening over onze jeugd te kunnen hebben. Sommigen kennen mij overigens nog als de immer genuanceerde en onbevooroordeelde – kuch – columnist Jimmy Hill.’

Het is dus duidelijk dat je Ajax al lang volgt. Omdat je alle Europese gloriejaren hebt meegemaakt, heb je ongetwijfeld een helder beeld van hoe Ajax 1 zou moeten spelen. Kun je vertellen hoe dat ideale Ajax er voor jou uitziet, los van de namen?

‘Ondanks dat ik een diehard Cruijffiaan ben, vind ik de speelstijl zoals Louis van Gaal die met het gouden Ajax van begin jaren negentig hanteerde het meest aantrekkelijk. De tegenstander opsluitend op eigen helft, met een centrale verdediger die doorschuift. Backs die de ruimtes bewaken waar die inschuivende centrale verdediger die openlaat, en die het middenveld voeden en ontlasten terwijl zij op hun beurt met hun creativiteit de mogelijkheden scheppen voor de voorwaartsen. Uiteraard ook met vleugels, en wel een linkspoot op links en een rechtspoot op rechts. Ik moet echt niks hebben van die flauwekul dat een linkspoot op rechts, en vice versa, zo verrassend kan zijn. Die onzin doet geweldig afbreuk aan een eenvoudige voetbalbeginsel: man aan je goeie kant voorbij, en een loepzuivere voorzet afleveren. Een bijzonder mooi onderdeel van de aanval, juist ook een die de naam Ajax groot heeft gemaakt. Het geleuter dat dat te makkelijk te verdedigen zou zijn, wordt keer op keer gelogenstraft als je de Europese velden wekelijks bekijkt. Waar het om gaat is dat die buitenspelers de brutaliteit en het kunstje in hun vezels hebben, een kenmerk van de Ajacied.

Daarnaast horen ze dan natuurlijk wel de vrijheid te krijgen van de trainer. Hup, dollen die houten klaas voor je! Zo’n Robben wordt verafgood, maar ik kan er niet naar kijken. Het is gewoon verkeerd om. Het klopt niet. Het is ook niet zomaar dat hij uit Groningen komt en in Eindhoven en München ‘furore’ maakt. Zulk spel heeft niets met Amsterdam en Ajax te maken. Ik snap dan ook vaak niets van het papegaaiengedrag van De Boer, die er ook een handje van heeft om spelers verkeerd om op het veld te zetten. Zoals hij nu met een ‘10’ probeert te spelen, slaat ook nergens op. Dat kun je doen als je hele elftal dat 40 meter van de eigen zestien beheerst. De achterste linie komt echter nauwelijks bij de eigen zestien vandaan. Veel succes Klaassen, ren je rot! Overigens hoort een beetje profspeler tegenwoordig tweebenig te zijn. Dan zit die ‘verrassing’ naar binnen er sowieso al bij. Maar dan nog hoort hij met zijn aangeboren poot aan de goeie kant te staan.’

Fluwelen Revolutie

Als Cruijffiaan heeft Ruud een heel duidelijke mening over het verloop van de Fluwelen Revolutie tot nu toe. Het is een proces van vallen en opstaan, leren en bijschaven, en degenen die daar nu al vruchten van verwachten vergissen zich volgens Ruud. Er is daarvoor in de twintig voorgaande jaren te veel verkeerd gegaan in zijn ogen. Hij benadrukt echter wel het belang van taakomschrijvingen binnen de club, en van heldere kwaliteitscriteria.

Welke speelstijl of voorkeur je qua buitenspelers ook hebt, je komt nergens zonder de juiste basistechniek. Cruijff greep in in de opleiding omdat er op dat gebied van alles mankeerde aan doorbrekende spelers. Velen stellen dat het sinds de Fluwelen Revolutie de goede kant opgaat met de opleiding. Wat is jouw reactie op die stelling, bijvoorbeeld met jouw ideale Ajax in het achterhoofd?

‘Het is te vroeg om hard te stellen dat het de goede kant opgaat. Duidelijk was wel dat er verandering plaats moest vinden. Er is bijna twintig jaar wanbeleid gevoerd waarin er kapitalen zijn verbrast aan allerlei peperdure kulprojecten en (mis)kopen. Er was een verstarde, verouderde, of eigenlijk gewoon helemaal geen visie bij de algehele leiding, en dus ook op De Toekomst. Bij jeugdspelers was er daardoor nauwelijks nog iets terug te zien van aloude en waardevolle Ajax-kenmerken. Dat Cruijff zich roerde en er wat van wilde gaan maken was een godsgeschenk. Maar iedereen die denkt dat de nieuwe visie met bijbehorende aanpak nu al zijn vruchten afwerpt of kan werpen vergist zich. Iets wat je in twintig jaar naar de mallemoeren helpt herstel je niet even in vijf jaartjes. De vergaande professionalisering die Michels in de jaren zestig doorvoerde wierp ook pas jaren later zijn vruchten af.

De boel lijkt op De Toekomst naar mijn mening net op de rit te raken. Bovendien is die nieuwe aanpak natuurlijk ook niet meteen een geolied geheel. Het drastisch omgooien van zaken die zo lang gewoon geweest zijn kost tijd. Het stuit op weerstand bij lui die allergisch zijn voor verandering of bang zijn voor hun eigen clubhachje, en het vereist een mentaliteitsomslag bij spelertjes, ouders en begeleiders. Het is een proces van jaren, dat zich daarna ook nog maar eens moet gaan uitbetalen. Geduld en kwaliteitsvlijt zijn de toverwoorden. Vooral aan dat laatste ontbreekt het absoluut niet bij Jonk en co. Wat ik vooral van jeugdspelers zou willen zien, is op de allereerste plaats de trots om in dat shirt te mogen spelen, waarbij ze maar op één ding gefocust zijn: Ajax 1 halen. Toegezongen worden door een beestachtig 410 moet een grotere ambitie zijn dan de nietszeggende miljoenen die eventueel elders op te halen zijn.

Over het selecteren op en ontwikkelen van (Ajax-)kwaliteit maak ik me sinds Jonk de boel op De Toekomst runt geen enkele zorgen. Als hij ook die liefde en trots voor alles waarvoor Ajax staat in alle selecties echt weet te laten ontluiken, dan komt het helemaal in orde. Ik ben voorstander van het verbeteren en verharden van de huidige poesjesmentaliteit. Hipsterknotjes en zuurstokschoenen, huilbuien krijg ik ervan. Maar als ik hoor dat als trainingsvorm bijvoorbeeld een stuk of tien spelers met een bal het asfalt op gestuurd wordt met de boodschap “zoek het maar uit, maak er een vette pot paaltjesvoetbal van ofzo”, dan smul ik daarvan. Dan komen de echten bovendrijven. Geheid. Sta je dan na de training met je gladde haar en roze schoenen, maar ook met bloedende knieën en een blauw oog. Dat zal je leren, watje! Naast ontwikkelen en verbeteren van allerlei bijkomende aspecten zoals atletisch vermogen, lichaamshouding, balans, voeding en ga zo maar door, is het stuk ‘opvoeding’ in mijn ogen een net zo belangrijke factor die bepaalt of Ajax 1 zich uiteindelijk wel weer met de absolute top kan gaan meten.’

Je bent dus hoopvol gestemd door Jonk, maar je geeft ook aan dat de opleiding nu nog geen geolied geheel kan zijn. Waar zie je nu de grootste ruimte voor verbetering?

Als je nu naar het eerste kijkt, dan moet het opkrikken van functionele techniek en handelingssnelheid prioriteit krijgen. Ik vraag me soms af wat De Boer ze de hele week laat doen. Oefenen op basiszaken kan het in ieder geval niet zijn. De techniek is echt belabberd. Inspelen met de juiste snelheid, zodanig aannemen dat een snelle spelvoortzetting verzekerd is, dribbelen met continue controle over de bal, kaatsen, een fatsoenlijke steekpass waarmee een linie wordt overgeslagen of waar een speler alleen mee voor de keeper wordt gezet, je ziet het niet of nauwelijks. Het lijkt soms wel een vrouwenelftal dat voor het eerst een bal ziet.

Bij de A1 en bij diverse spelertjes in de B en C zag je daar vorig seizoen al verbetering. Daar moet echter nog meer focus op vind ik. Gewoon simpele basistechniek. Kijk naar Van Rhijn of Veltman. Sorry, maar in mijn beleving kunnen die gewoon niet voetballen. Net of ze op soldatenkisten op dat veld lopen. Iedere balbehandeling doet pijn aan je ogen. Echt iedere A-junior van vorig seizoen had een basistechniek waar die twee alleen maar van kunnen dromen. Als je dat doortrekt kun je dus ook stellen dat de jeugdscouting daar een punt heeft, waar het bijzonder kritisch mee aan de slag moet.’

We zien nu dat jongens als Van de Beek een tussenstap maken in Jong Ajax. Jonk zou ze naar verluidt sneller zien doorstromen naar het eerste. Hoe sta jij hierin?

‘Ik vind dat ook. Juist grote talenten als Donny, Appie en Vaclav zouden direct ‘van A naar 1’ moeten. Jong Ajax is voor dergelijke spelers een stap terug, in mijn ogen in vrijwel alle facetten. Het argument dat ze daar meer fysieke tegenstand treffen en daar mentaal sterker van zouden worden en dus op die punten ‘gestaalder’ bij Ajax 1 kunnen instromen, is kolder. Op het hoogste niveau gebeurt dat namelijk nog veel sneller. Bovendien kunnen zij zich op dat hoogste niveau meteen spiegelen aan en leren van de besten. Daarnaast, en dat is ook niet onbelangrijk, werkt die tussenstap natuurlijk ook nog eens demotiverend. Je bent en wordt beschouwd als toptalent, maar je mag eerst even in het tweede pielen tussen de vleesgeworden middelmatigheid. Lekker dan…’

De basistechniek, zo concludeerde je eerder, verdient grote aandacht. Een belangrijke vraag is dan vervolgens of de jeugdtrainers de capaciteiten en kennis in huis hebben om de jeugdspelers dat bij te brengen. In hoeverre heb jij de indruk dat die zaken aanwezig zijn?

‘Zoals ik al stelde vind ik dat primair een zaak van de scouting. Een jeugdtrainer moet er vanuit kunnen gaan dat hij met een selectie spelertjes werkt waarbij zeker ook op de basis is gescout. Het verder ontwikkelen en onderhouden van die basistechniek mag dan ook voor een gemiddelde trainer geen enkel probleem zijn. Spelers als Van Rhijn en Veltman horen dan niet bij Ajax. Dat ze zo goed als de hele opleiding hebben doorlopen, geeft wel aan dat er iets helemaal niet goed zat.

Ik ben niet voldoende ingevoerd met de capaciteiten van de jeugdtrainers. Wat voor mij belangrijk is, is dat de visie helder is en van bovenaf opgelegd wordt, compleet met doelstellingen, criteria, meetmomenten en evaluaties. Je moet je dus continu afvragen wie er waar is tekortgeschoten en waar het juist goed ging. Vervolgens kijk je hoe je daar verbetering in brengt. Dat proces is zoals ik eerder al zei nog maar net in gang gezet. Bovendien moet die visie vooral ook in de Arena omarmt, uitgewerkt en uitgevoerd worden, zodat het niet meer alleen maar Jonk is die het Cruijff-gedachtengoed uitdraagt en uitvoert. Deze Ajax-filosofie moet in alle geledingen rondwaren. Ook de gemiddelde kwaliteit van (jeugd-)trainers gaat dan als vanzelf omhoog, omdat aan de hand van strakke criteria en kwaliteitscontrole het kaf vanzelf van het koren gescheiden wordt.’

Die criteria moeten dan natuurlijk wel opgelegd worden op de een of andere manier, dat gaat niet vanzelf. Door een aantal mensen wordt er echter een gebrek aan leiderschap gezien bij Ajax, waardoor de criteria die jij noemt niet van de grond komen. Hoe zie jij dat?

‘Dat is mijns inziens exact de reden dat Ling als adviseur is aangesteld. Cruijff had dat meteen keihard door moeten drukken, maar heeft gedurende de smerige oorlog die vanuit de krochten van de club tegen hem gevoerd werd, toch hier en daar de lieve vrede willen bewaren. De mogelijke schade was vooraf immers niet in te schatten. Hierdoor zijn er echter wel jaren verloren. Via Lings bevindingen zal het nu dan toch eindelijk moeten komen tot uitwerking en verankering van taakomschrijvingen, en competenties die binnen de clubvisie bij diverse functies horen. Vanaf De Toekomst is daar naar verluidt tot vervelends toe op aangedrongen, zonder effect.

De directie heeft op dat gebied vier jaar navel zitten staren en zich niets aangetrokken van de Cruijff-visie, die in december 2011 door heel Ajax omarmt werd als clubvisie. Dankzij vier naar nu blijkt waardeloze titels op rij, heeft dat zonder ophef kunnen gebeuren. Met alle gevolgen van dien. Ajax 1 heeft vier jaar stilgestaan en is dus achteruit gesukkeld. Er was te weinig oog voor de lange termijn en er is te veel eigen beleid gehanteerd door én Kinsbergen, én Overmars én De Boer. Dat ging ten koste van de clubvisie, waarvan de gevolgen nu te voelen zijn. Na 35 aankopen in vier jaar lopen er nu zo veel kneuzen rond dat die de inmiddels aanstormende jeugd danig in de weg lopen. Ling heeft de taak de boel in kaart te brengen, en juist die structuren aan te bevelen waarbinnen die competenties en criteria niet zijn te buigen en hanteren naar ieders eigen believen.’

Jouw hoop is dus gevestigd op adviseur Ling, waarna een directie die tot nu toe zelf die structuur niet aan heeft kunnen brengen, aan de slag gaat met die aanbevelingen?

‘Ik kan me zo voorstellen dat dat een nogal andere directie wordt. Kinsbergen is al weg en als ik het voor het zeggen had, ging Overmars er gisteren nog uit. Die heeft volkomen gefaald in de uitvoering. In plaats van voetbaldirecteur te zijn die de voetbaltechnische filosofie uitvoert en bewaakt, en die een dienende rol richting de opleiding als de hoofdader van de club vervult, hadden ze hem beter penningmeester kunnen maken. Hij is goed voor de centen, maar de lijst met voetbalflops die hij in vier seizoenen heeft opgebouwd, moet een absoluut record zijn. Voordeel van zijn zuinigheid is wel dat een afkoopsom voor zijn ontslag geen enkel probleem is.’

Voetbalflops zijn er twintig jaar voor de Fluwelen Revolutie natuurlijk ook genoeg geweest. Zo’n 20 jaar geleden kwam de eerste hoofd opleiding in de persoon van Co Adriaanse. Wat opvalt is dat hij, en vervolgens Westerhof, Zwamborn, Blind, Van den Brom en Olde Riekerink, er allen niet langer dan vijf jaar zaten, en vaak beduidend korter. Al deze verschillende ideeën hebben de club niet geholpen. Wie houd jij verantwoordelijk voor het feit dat de organisatiestructuur zo was dat dit kon gebeuren?

‘Een voetbalvisieloos clubbestuur onder leiding van Michael van Praag is daar verantwoordelijk voor geweest. Van Praag, Van Os en Coronel hadden alleen oog voor megalomane zaken. Zij zouden de club wel even op Amerikaanse zakenleest geschoeide financiële hoogten brengen en houden. Met de beursgang, logodiefstal en flopverhuizing hebben zij de ziel van de club begraven. Hun opvolgers zijn allen trekpoppen van het oldboys-netwerk gebleken, die totaal geen oog hadden voor de teloorgang van datgene dat het kloppende hart van roemrucht Ajax was, is en zál blijven: de eigen opleiding. De ene na de andere flapdrol heeft zonder sturing of begeleidende en bindende visie maar aan mogen klooien naar eigen, over het algemeen gebrekkig, inzicht. En van bovenaf maar blijven denken dat geld iets oplost. Het tegendeel is waar. Geld lost niets op. Sterker, te veel geld maakt alles kapot. Als er één ding bewezen is vanaf halverwege de jaren negentig tot op de dag van vandaag, dan is dat het. Ik ben niet gek, geld is nodig. Maar zodra je het gebruikt omdat je te lui wordt om creatieve en innovatieve kwaliteit te blijven ontwikkelen, wat juist de bron zou moeten zijn van nieuwe financiële middelen, heb je kennelijk te veel.’

Kritische noten voor huidige Ajax-jeugdopleiding

Ruud mag dan hoopvol gestemd zijn na het aantreden van Jonk, in de rubriek tot nu toe waren er ook al wat wanklanken te noteren. Geconfronteerd met deze kritische noten, plaatst Ruud graag enkele nuances.

Nu zie je dus met een Jonk langzamerhand verbeteringen. Toch zijn er in deze rubriek ook al wat kritische noten over voor de huidige gang van zaken op De Toekomst voorbijgekomen. Ik wil er een paar met je bespreken. Sommigen stellen dat Ajax door de nadruk op performance trainers verder verwijderd raakt van het verhaal waarmee ze groot zijn geworden. Hoe zie jij dit?

‘Je moet ook niet star blijven en blind zijn voor nieuwe trainingsvormen. Deze kunnen je dermate prikkels geven dat je mogelijk juist die stappen gaat maken die uiteindelijk Ajax 1 weer aan doet sluiten bij de top, wat wel het doel is. Het is niet zo dat die opleiding zo lekker nostalgisch moet zijn en blijven zoals die 25 jaar geleden was. Die was toen vooruitstrevend en bracht de club roem en glorie. Door veel te lang vast te houden aan dogma’s zijn we inmiddels echter wel links en rechts ingehaald door de ene na de andere Europese Schubbekutteveen. Het moet zich allemaal nog echt gaan bewijzen, maar om succesvol te kunnen zijn moet er natuurlijk ook collectief vertrouwen zijn of ontstaan in de nieuwe of andere werkwijzen en methodes, die door de deskundigen gehanteerd worden. Ook hier komt de eerder aangehaalde kwaliteitscontrole van pas. Alles is te meten. Iedere methode en oefening heeft een beoogd resultaat als doel. Zodra blijkt dat een bepaalde nieuwe of andere aanpak niets extra’s oplevert, neem ik aan dat er verder gekeken gaat worden.’

Dat mogen we inderdaad wel hopen. Een ander punt dat vaak genoemd wordt is gebrekkige communicatie naar ouders. Er zou te weinig met ze gesproken worden. Nu is de omgang met ouders altijd lastig, ook op scholen, maar er zitten ook ouders bij met mooie ideeën. Hoe zou de omgang met ouders door een club als Ajax idealiter geregeld moeten zijn volgens jou?

‘Daar ben ik vrij conservatief in. Ouders horen zich niet te bemoeien met aanpak van de club. Als het niet bevalt, haal je je kind maar weg. Ik ben niet van die cultuur dat voor ieder kind en elk ouderpaar een speciaal oor moet zijn. Niet op school, niet op de sportclub en niet in het gezin. Een persoon een kroket, allemaal een kroket, zei mijn ex altijd, en dat werkt perfect. Sommige dingen veranderen niet. Mensen vooral niet. Er wordt teveel geleuterd. Op de club gelden clubregels. Dat geef je je kind mee als je hem naar die club brengt, klaar! Als hij daardoor gaat huilen doe je hem maar op ballet.’

Dat is in ieder geval een duidelijke mening. Een ander verwijt is dat bij het aanstellen van trainers, zeker in de bovenbouw, loyaliteit en persoonlijke netwerkjes belangrijker zouden zijn dan kwaliteit. In hoeverre herken jij dit, en hoe sta jij in het algemeen ten opzichte van het gebruik van persoonlijke netwerkjes bij de zoektocht naar personeel?

‘Tja, ik denk juist dat dat twintig jaar het geval is geweest en dat de negatieve reacties op mutaties juist uit die hoek van het nu ontrafelde ‘ons-kent-ons-nest’ komen. Een spiegelreflex zeg maar. Ik vind zeker dat je sowieso de schijn van vriendjespolitiek zou moeten vermijden, maar aan de andere kant ontkom je er ook niet helemaal aan. Iedereen heeft zo zijn netwerk. Of je nou wetenschapper, tuinier of voetbaltrainer bent. Zolang je binnen de regels en wetten manoeuvreert, valt er niet veel op tegen te hebben denk ik. Bovenal dient het streven naar het beste het criterium te zijn.’

Een andere, regelmatig gehoorde kritiek is dat het allemaal leuk en aardig is wat er nu gebeurt op De Toekomst, maar dat er bijvoorbeeld nog steeds veel te weinig op tweebenigheid wordt gehamerd in opleiding. Heb je het idee dat de basistechniek zoals die benodigd is voor jouw ideale Ajax nu voldoende wordt aangeleerd bij Ajax, los van de scoutingsvraag?

‘Tweebenigheid is in het moderne voetbal zeker belangrijk en daar is dan ook aandacht voor. Het is echter ook zo dat de tijd die je daarin stopt, niet aan iets anders besteed kan worden. Het is een beetje hinken op twee gedachten. Probeer je allemaal complete maar gemiddelde spelers te kweken, of focus je op het exceptionele dat het uiteindelijke doel dient: een Ajax 1 vol kwaliteit op iedere positie. Leuk als bijvoorbeeld een centrale verdediger tweebenig is geworden door er zeeën van tijd in te steken, maar als zijn positiespel en/of luchtduels daar onder geleden hebben, heeft de focus naar mijn idee verkeerd gelegen.’

Toekomstige horden op de weg

Door de steeds verder uitbreidende invloed van het grote geld uit bijvoorbeeld de Premier League, zijn er inmiddels mensen die zich afvragen of een succesvolle Fluwelen Revolutie wel zin zou hebben. Leggen we het immers niet toch af tegen de speeltjes van miljardairs? En hoe houden we het vertrek van jonge talenten als Donyell Malen tegen?

Stel, Ajax slaagt erin alles op orde te krijgen. We zien nietszeggende ploegjes als Stoke City en Leicester City al jongens als Shaqiri en Inler halen. Het financiële verschil neemt toe. Moet Ajax niet out-of-the-box gaan denken en de mogelijkheden onderzoeken om zich bijvoorbeeld aan te sluiten bij de Bundesliga, of het initiatief nemen voor een BeNeLiga? Hoe sta jij daarin?

Ik vind dat je vast moet houden aan je filosofie en strategie, en dat je dat moet doen met de middelen die je hebt. Die middelen zijn ook bij Ajax niet misselijk. Wat doe je er mee en wat haal je uit de bestaande mogelijkheden? Daar gaat het om. Al dat geld is vluchtig. Ik vind dat je daar zelfs uit principe niet aan mee moet willen doen. Het gaat alle perken en normen te buiten. Er wordt gedachtengoed gekweekt bij publiek, spelers, opleiders en clubbestuurders dat geld zaligmakend is en de enige weg naar succes is. Het verschil is altijd groot geweest. In de twee glorieperiodes van Ajax had de club geen cent. Maar ze speelden wel heel stinkend rijk Europa plat. Geld stinkt, arbeid adelt en kwaliteit komt altijd bovendrijven.’

Een ander terugkerend probleem is dat er, ook als ze een contract aangeboden krijgen, nog steeds jongens als Donyell Malen vertrekken. Zie jij dit na het aangepaste jeugdcontractbeleid als incident? En hoe kan Ajax in jouw ogen de kans op herhaling minimaliseren?

‘Ook dat zal zich herhalen. Je kunt niet alles controleren en uitsluiten. Zeker onder invloed van het wijdvertakte en rotte makelaarswereldje zullen spelertjes en ouders verkeerde keuzes blijven maken. Daar kun je je als club denk ik nooit honderd procent tegen wapenen. Wat je wel kunt doen, is van bovenaf naar beneden alles en iedereen heropvoeden en doordrenken met het gedachtengoed dat je als club zult blijven hanteren. Een prettige sfeer waarin collectief knalhard gewerkt wordt ter ere van dat shirt, van dat Ajax-hart. Waarbij je als jeugdspeler uiteindelijk kunt kiezen voor de verleidingen van klatergoud, of voor de trots en eergevoel waarmee alle geledingen van de club doordrenkt horen te raken, iets dat je overigens ook niet aan de bedelstaf helpt. Ook bij Ajax kun je je ‘binnen’ voetballen. Maar het belang daarvan, daar moet zo onderhand eens paal en perk aan gesteld worden, in de kern van de filosofie die je wilt hanteren en uitdragen. Ik geloof er heilig in dat zo’n proces op gang is te brengen en ongehoord sportief en moreel succesvol kan zijn.’

Laten we het hopen Ruud. Tot slot dan nog even een positieve vraag. Waar word jij momenteel op De Toekomst het meest enthousiast van?

‘Ik kijk vooral naar spelers op zich. Daishawn Redan is mijn favoriet. Die heerlijke gedrevenheid, gekoppeld aan zijn specifieke kwaliteiten, zijn een lust voor mijn oog. Verder ben ik fan van Carel Eiting, Sven Botman en Che Nunnely, spelers met heel eigen kwaliteiten waar nog heel veel rek in lijkt te zitten, en die ik zeker ooit in Ajax 1 hoop terug te zien. En wie is sinds afgelopen zaterdag geen fan van Silvano Vos ? Let op zijn hele houding, zijn lichaamsbouw, zijn rust, dat kan wat worden. En dan vergeet ik nog die kleine Kluivert. Een andere speler, maar dezelfde allure als zijn pa. Justin mag niet onvermeld blijven.’

Met deze laatste positieve woorden sluiten we het gesprek af. Graag wil ik Ruud bedanken voor zijn medewerking aan de rubriek, en aan de mooie helicopterview die hij ons heeft gegeven. De door hem genoemde punten zullen worden meegenomen naar volgende interviews. Namens Ajax1.nl wens ik hem de komende jaren heel veel kijkplezier op De Toekomst en in de Arena!

Eerdere editie(s) van deze rubriek vind je hier:

————————————- Ajax nieuws Ajax1.nl Jimmy Hill

Denk jij ook van waarde te kunnen zijn voor deze rubriek, en wil je jouw verhaal net als Ruud van Dijk met mij delen? Mail dan naar janverdonk_ajax1@hotmail.com of neem contact met me op via LinkedIn (https://www.linkedin.com/in/janverdonk1984)