© Proshots

Matthijs de Ligt speelde dit seizoen al voor veel verschillende teams. Zo maakt het talent geregeld minuten in het eerste, speelt hij met Jong Ajax in de Jupiler League en speelde hij met Ajax O19 in de UEFA Youth League. De 17-jarige verdediger maakt het niet zo veel uit in welk team hij speelt. “Zo gaat dat het hele seizoen al. Ik hoor meestal een paar dagen van tevoren bij welk team ik moet spelen. Het verschilt echt per week. Er is niet echt een duidelijke afspraak gemaakt over waar ik speel. Ik speel in het team waar ze me het meest nodig hebben. Ik vind het niet vervelend. Ik kan er goed mee omgaan. Elk elftal heeft wel iets”, zegt De Ligt in gesprek met de NOS.

“Bij Ajax O19 speel je met al je vrienden, bij Jong Ajax speel je met goede spelers ook lastige wedstrijden en in het eerste doe ik vooral heel veel ervaring op. Ik vind het daarom niet erg om te schipperen tussen verschillende teams”, vervolgt het Talent van de Toekomst van 2016, die zich weinig aantrekt van wat er over hem geschreven wordt. “Ik zie wel waar ik eindig, zo sta ik erin. De media zijn de ene keer positief, de andere keer negatief. Het is heel leuk om dit allemaal mee te maken, maar de media beslissen niet over mijn toekomst. Dat doen de club, de trainer en ikzelf. Daar heb ik de andere mensen niet voor nodig. Ik trek me er niet heel veel van aan.”

“Met Justin Kluivert heb ik het er soms over. Bij hem is het nog extremer, die aandacht. Helemaal in zijn beginperiode was het allemaal geweldig. En nu moet hij terug naar de O19 en het daar weer laten zien. Maar ik denk dat Justin en ik sterk genoeg zijn om het eerste te halen.”

Ondanks alle ervaringen en prikkels die De Ligt op doet in het eerste, is hij ook kritisch op zichzelf. De jongeling is van mening dat hij afgelopen donderdag het kopduel met Andreas Cornelius (de maker van de 2-1 tijdens FC Kopenhagen-Ajax, red.) had moeten winnen. “Ik voel me nu prima. Maar ik had dat duel moeten winnen. Dat vind ik nog steeds. Ik heb gehoord dat de trainer zei dat het kan gebeuren, maar het was gewoon een fout. Het zit nog steeds wel in mijn hoofd, maar ik moet het vergeten. Ik kan er niks meer aan doen.”