Hoe beleeft een Ajacied de dag van de Europa League-finale? Lees het in dit liveblog*.
08:00 In de verte klinken de met spanning geladen klanken van Ludivico Einaudi’s Nightbook. De klanken komen dichterbij. Zodra de klanken mijn bewustzijn hebben bereikt, trekken mijn oogleden zich daadkrachtig terug uit hun slaapstand. Ik beloon mijn keuze om Einauidi als wekker in te stellen met een schouderklopje. Enkele zonnestraaltjes proberen voorzichtig door het gordijn naar binnen te gluren. ‘Acht uur, shit, moet ik werken? Wat voor dag is het vandaag? Waar ben ik?’ en meer vragen naar de bekende weg schieten door mijn hoofd. Een blik op mijn telefoon geeft weldra het antwoord. Appjes van zenuwachtige collega Ajax-fans die net als ik geen oog hebben dichtgedaan verraden: het is D-day. Daarom heb ik dus niet of nauwelijks geslapen. Ik bracht de nacht grotendeels op mijn rug door, starend naar het plafond. De fantasiefabriek in mijn hersenpan bleef maar beelden op dit plafond projecteren. Het puntertje van Kluivert, de frommelgoal van Nick Viergever, Van der Sar die zijn stem verheft om een Ajax-doelman aan te heffen. Het hield maar niet op. Hoe ik ook draaide en keerde, beelden bleven langsflitsen. ‘Wat als’-scenario’s zorgden voor rillingen, soms van angst, soms van intens geluk, afhankelijk van het scenario. Het begrip woelen heeft vannacht een compleet nieuwe dimensie gekregen. Ik kan mijn eigen lichaam nauwelijks nog vertrouwen, na een nacht met zo weinig slaap zou ik immers uitgeblust moeten zijn. Het tegendeel is waar. Ik sta strak. Strakker dan een gemiddeld afstandsschot van Sunday Oliseh. De adrenaline wint het van de vermoeidheid.
09:51 Onrust overheerst. Ik heb reeds 11,56 kilometer geijsbeerd. Hartkloppingen en vlinderachtige kriebels in de buik maken ontbijten schier onmogelijk.
10:33 Douchen. Weer acht minuten dichter bij de start van de wedstrijd.
10:59 Eigenlijk ga ik het liefst alvast naar het Museumplein. Wachten duurde nog nooit zo lang.
11:46 Het is niet meer nodig om in de sfeer te komen. Toch kijk ik nog wat beelden terug. Ajax – Schalke met Engels commentaar. Na 14 minuten houd ik het voor gezien. Onrust noopt me tot het aanvangen van de tweede ijsbeeretappe. Een vlakke tocht van 7,57 kilometer die eindigt met een plaatselijke omloop in mijn tuin. Vlak na de bel voor de laatste ronde word ik gebeld. De etappe wordt hierdoor verlengd met nog eens 2,33 kilometer.
13:14 Intensief overleg met de vrienden. Kunnen we niet alvast de stad in? Wie is hoe laat waar? Waar gaan we eten? Vooraf bier halen? Trammetje of fiets? Wat denken jullie? 2-1? Verlenging? Speelt Rooney? Wat doen we als het Museumplein al vol is? Zullen we anders nu vast die kant op gaan?
13:46 Oké, nog één sportjournaal.
14:11 Pffffff
14:13 Arrrrrgh
14:14 Meeeeeeh
14:16 Pfrblwm
14:17 Pfffffff
14:59 Wat moet die pakketbezorger wel niet denken? Ik was nauwelijks in staat een handtekening te zetten. Het deerde hem in ieder geval niet zichtbaar.
15:15 ‘Ik hou het niet meer jongens, ik ga alvast die kant op’
15:19 ‘Ok, zie je vanavond’
15:39 Ik heb de fiets vast klaargezet, voor de voordeur.
15:41 De fiets gaat weer terug, we hadden afgesproken met de tram te gaan
15:51 Mijn ov-chipkaart ligt alvast klaar bij de deur
15:54 Bij nader inzien is het veel handiger om mijn ov-chipkaart in mijn portemonnee te bewaren, zoals altijd.
15:57 Met pijn en moeite een banaan naar binnen gewerkt. Trots.
16:01 Groen licht! Vriend 1 is klaar met werken en klaar om de stad in te gaan. In gestrekte draf dartel ik naar de voordeur. Jas mee of niet? Fuck it, ik ga gewoon.
16:04 Ik maak rechtsomkeert om de voordeur op slot te doen. Verdomme wat kan die adrenaline een verschrikkelijk stofje zijn. Hoe lang nog tot de start van de wedstrijd?
16:33 De tram arriveert bij de gewenste halte. In de hoop de zenuwen enigszins tot kalmte te kunnen manen pakken we onze eerste in een serie van biertjes.
17:55 Onze uitgebreide voorbeschouwing wordt ruw verstoord door een ‘Al op Museumplein?’ in de groepsapp. Het plein gaat zo open en we moeten er op tijd zijn omdat we goede plekken moeten hebben. Snel een frietje – die verrassend makkelijk naar binnen gaat – scoren en op naar het Museumplein. “Negentig minuuuuuuuten laaaaaaaaang. Voor onze club uit Amsterdaaaaaaaaaam.”
18:15 Meer vrienden sluiten zich aan. De groep, en hiermee ook de spanning, groeit. We doden de tijd met zinloze voorbeschouwingen en voorspellingen, en het vernachelen van onze stem. “Negentig minuuuuuuuten laaaaaaaaang. Voor onze club uit Amsterdaaaaaaaaaam.”
19:11 De opstelling is bekend. Geen verrassingen. “Fuck, weer geen Tete” en “Jammer dat hij Donny niet durft op te stellen” klinkt het om me heen. Het geeft wel weer reden voor wat extra zinloze voorbeschouwingen en voorspellingen. Het komt nu wel heel dichtbij allemaal. Brrrrr.
19:45 De voorbeschouwingen beginnen ook op tv. Sfeerbeelden en geluiden uit het stadion maken de situatie ondraaglijk. De zestig langste minuten uit mijn leven zijn ingegaan.
20:33 Het aftellen is begonnen. Stilstaan is onmogelijk. We zijn tot de conclusie gekomen dat het tamelijk bizar is wat dit spelletje met je doet. “Negentig minuuuuuuuten laaaaaaaaang. Voor onze club uit Amsterdaaaaaaaaaam.”
20:40 De spelers komen het veld op. Het is nog steeds moeilijk te bevatten dat jouw team daar opgesteld staat, in een Europese Finale. De eerste tekenen van een beginnende schorheid dienen zich aan.
20:45 Het eerste fluitsignaal. Gejuich gaat op. Ziyech zet druk, wat hem direct toejuichingen in woord en gebaar oplevert. Er giert van alles door mijn lichaam, en dan heb ik het niet eens over het inmiddels lauw geworden pils.
20:49 Zo voelt een hart in de keel dus.
20:56 JAAAAAAAAAAAAAAAA. JAAAAAAAAAAAAAAAAAAA. Davy Klaassen drukt zijn voorhoofd tegen de bal, die vervolgens snoeihard in het dak van het doel belandt. Alle opgehoopte spanning komt eruit in de vorm van vreugde. Hoe is dit mogelijk? Het grote Manchester United staat op achterstand. Tegen óns Ajax. Op het Museumplein grijpen mensen elkaar vast en beginnen spontaan de Deense wals te dansen terwijl alle drank die zojuist de lucht in is gegaan in op de hoofden van de uitzinnige supporters klettert. Een droomstart voor Ajax, in een wedstrijd die tot dan toe nog weinig spectaculair was. Ik probeer het voor mezelf op een rijtje te zetten, maar dat lukt gewoonweg niet. We staan in een Europese finale, tegen een Europese grootmacht. En we staan voor. Bij de eerstvolgende aanval van de Red Devils dient de eerste angstgolf zich aan. Ze moeten nog 79 minuten overleven. In een Europese finale. Tegen een Europese grootmacht. “Negentig minuuuuuuuten laaaaaaaaang. Voor onze club uit Amsterdaaaaaaaaaam.”
21:11 De minuten kruipen voorbij, trager dan een sprint van Jhonny van Beukering. Ajax heeft wat veelbelovende aanvallen laten zien, maar speelt het slordig uit. Pogba komt er niet aan te pas tegen Hakim Ziyech. Trots sla ik alles gade, ik druk mijn borst fier naar voren, maar van binnen ga ik kapot. Bang voor dat ene momentje. Tot nu toe is er niets dat wijst op zo’n momentje, op een lullig afstandsschot van Manchester na. Maar een ongeluk zit in een klein hoekje. Ik denk terug aan de slotfase van de eerste helft bij Lyon. Op het moment dat ik de buiteling van Lacazette in mijn hoofd zie passeren, zie ik op het scherm de scheidsrechter een gele kaart in de lucht houden, gericht aan Joël Veltman. Precies volgens het scenario. Het scenario waarin Ajax er uiteindelijk wel met de cup vandoor gaat. Ik houd mezelf voor dat de gele prent daarom alleen maar een goed teken is. Zoals ik constant bezig ben met het zoeken naar positieve signalen. Inmiddels is er weer een minuut verstreken. We zijn weer een minuut dichter bij de overwinning. Een positief signaal.
21:31 Het is rust. Er is niets aan het handje. Enigszins gerustgesteld begint een zoektocht naar een wc, of een voorwerp dat als wc kan fungeren. 61% van de mensen op het plein heeft al in de broek geplast. Van spanning, gecombineerd met een constante bierstroom door de slokdarm – de repeterende gietbeweging is het directe gevolg van de spanning – en de onwil om ook maar iets van de eerste helft te missen. We zijn dichtbij iets heel bijzonders. De bevrijding is nabij. Maar er volgen nog vijfenveertig minuten. Vijfenveertig bloedstollende minuten. Een ultieme test voor mijn bloedvatenstelsel en het functioneren van mijn hart. Ik doe een poging tot evalueren met mijn vrienden, maar mijn stem laat het nog nauwelijks toe.
21:47 Ik ben achter de rug van de (voor mij onbekende) persoon voor me gedoken. Ongelofelijk, hoe kon Rashford die kans missen. De man waar ik het meest bang voor ben heeft zojuist geheel vrijstaand naast gekopt. Dit gaat een beproeving worden. Nog 43 minuten, en het slotoffensief lijkt nu al begonnen. Help!
22:14 Bertje, Bertje, Bertje toch. Waarom speel je deze enorme kans zo slecht uit? Er vallen ruimtes en Ajax krijgt een serie enorme kansen. Mijn vrienden en ik vragen ons openlijk af waarom ze het ons zo moeilijk maken. Ajax, maar ook zijn fans zijn bezig met de grootste prestatie van deze eeuw. Maar het wil maar niet beslist worden. Het zweet gutst van mijn hoofd. Ik sta niet meer voor mezelf in. Het is ik tegen de zenuwen. Ik tegen de euforie. Nog iets meer dan een kwartier. Op karakter.
22:22 Ik heb zojuist de liefde verklaard aan Donny van de Beek. Toen ik het net zag trillen ben ik meteen op de knieën gegaan. Donny van de Beek, de koning van het aluminium. Hij is het die dit keer de binnenkant van de paal raakt, de verbouwereerde doelman Sergio Romero ziet de bal hierna alsnog in het net verdwijnen. Dit kan niet meer fout gaan toch? Op welke manier kan die nog fout gaan? Ik ga het echt meemaken. 24 mei 2017. 2-0. Nog nooit was een twee zo mooi. Nog nooit vulde een twee de ronde vormen van de nul zo goed aan teneinde een prachtig gecomponeerd beeld te vormen. 2-0. Kijk er nog eens goed naar. Het staat met hele dikke, gitzwarte inkt op mijn netvlies getatoeëerd. “Donny van de Beek, van de Beek, Dooooooonny van de Beeheek!”
22:36 We zitten al drie minute in blessuretijd, de overwinning lijkt binnen. Maar toch wacht iedereen met smart op het eindsignaal. Naast me staat Dirk Kuyt met een stopwatch te zwaaien. Een van mijn vrienden is al sinds de 1-0 bezig met het aftellen naar nul. Na de reguliere speeltijd begon hij opnieuw, ditmaal bij driehonderd. “Honderdennegentien, honderdenachttien, honderdenzeventien”, klinkt het achter me. De sfeer is bijzonder. Mensen zweven tussen ultieme vreugde, ongeduld, hoop en onrust. Er wordt wel gejuicht, maar men durft nog niet voluit te gaan. Nog 113 seconden, dan is Amsterdam een magische stad.
22:38 Het eindsignaal klinkt. Amsterdam wordt gek. Euforie daalt neer op de door vuurwerk verlichte stad. Op het Museumplein is de euforie zo groot dat men niet goed weet wat te doen. Links naast me zit een man op zijn knieën in een plas bier en begint met zijn handen in de grond te wroeten. Het gat dat hierdoor ontstaat gebruikt hij om zijn gezicht in te drukken en wild van links naar rechts te schudden alsof het gelaat zich in de boezem van een rijkelijk bedeelde pornoactrice bevindt. Zestien meter verderop vormt een groepje vrouwen een ouderwets hoopje op het platgetrapte gras. Omstanders maken gretig van de gelegenheid gebruik om zich ook op de berg mensenlichamen te storten. Ik sta stokstijf naar het scherm te kijken. In een waas zie ik van alles langs me heen vliegen. Mensen, gerstenat, kledingstukken. Het is gek soort trip. Alsof ik in mijn eentje in een kleine trein zit en alles om me heen in grote vaart langs zie flitsen.
22:40 Ik ben bij zinnen. Het is geland. Ajax heeft de Europa League gewonnen. Nu pas merk ik dat ik zelf al anderhalve minuut lang de onderste steen ben van een door vrienden opgebouwd hoopje. Ik draag de lichamen van vrienden en onbekenden. Uitzinnige onbekenden die in de afgelopen pak em beet twee uur ook mijn vrienden zijn geworden. We zijn bloedverwanten, we hebben allen wit-rood-wit bloed door de aderen stromen. Deze hoop mensen viert hetzelfde feest. Morgen zal ik ze niet herkennen op straat, maar nu wil ik ze alleen maar omhelzen. Ik ben blij dat ik hun enorme gewicht mag dragen, ook al kost het me enkele gekneusde ribben.
00:50 Nog nooit zag ik een stad op deze manier. Een feest dat niet te regisseren valt. Fictieve roze brillen zijn niet weg te denken uit het straatbeeld. Op de pleinen, in de kroegen. Aan de bar staat een jongen van twaalf een rijtje tequilashotjes weg te tikken. Het kan niemand wat deren. Mensen slingeren door de ruimte aan kroonluchters die er niet eens zijn. We kunnen allemaal vliegen. We zijn allemaal twintig centimeter gegroeid. Onsterfelijkheid is geen illusie meer. Deze stad gaat niet meer stoppen met druisen. Ik ga niet meer stoppen met lachen. Oh wat ben ik blij dat ik dit heb mogen meemaken. Ik ben spontaan gaan geloven in wel twintig verschillende goden. “Negentig minuuuuuuuten laaaaaaaaang. Voor onze club uit Amsterdaaaaaaaaaam.”
04:17 Uitgeput bereik ik mijn huis. Vandaag heb ik alles gegeven. Alles wat een fan kan doen. Meer dan negentig minuten lang, voor onze club uit Amsterdam. Het heeft me mijn stem en bizar veel energie gekost. Toch maak ik nog vier ererondjes – mijn Ajax-shirt in het luchtledige zwaaiend – door de huiskamer alvorens voldaan de dekens om mijn schouders te slaan.
Donderdag, 09:11 Ik word wakker en besef dat het geen droom was. Wij zijn Ajax, wij zijn de beste.
*De gebeurtenissen in dit liveblog zijn fictief. Onder andere de beschreven gebeurtenissen in de nog te spelen wedstrijd zijn voor minstens 90 procent toe te schrijven aan diepgewortelde hoop en kunnen onmogelijk als feitelijke juistheden beschouwd worden. Over de uitslag kan dan ook zeker gecorrespondeerd worden.