Nieuwste boek moet jonge fans kennis over en liefde voor Ajax bijbrengen

101 dingen die je moet weten over Ajax. Dat is de titel van het nieuwste boek van Menno Pot. Het boek wordt uitgegeven door uitgeverij Brandt en het eerste exemplaar werd woensdag in boekhandel Linnaeus, op een steenworp afstand van wijlen stadion De Meer, overhandigd aan Ronald de Boer. Het viel samen met de aftrap van de kinderboekenweek. Een bewuste keuze, want het boek is vooral bedoeld voor de jeugdige Ajax-fan (hoewel het ook aan te raden is voor ouderen die hun kennis over de mooiste club van Nederland willen bijspijkeren). De auteur vatte het bij de presentatie mooi samen: “Ik heb bij mezelf gedacht ‘wat voor boek had ik op die leeftijd zelf graag willen lezen?’ Dat boek heb ik nu geschreven.”

Het boek

101 dingen die je over Ajax moet weten is als het ware een (relatief) korte geschiedenisles. Gebruik makend van 101 hoofdstukken vol feiten, wetenswaardigheden en anekdotes pakt Menno Pot de nieuwsgierige lezer bij de hand en neemt hem mee terug naar de oprichting, langs De Meer, langs het Olympisch Stadion, naar de Arena. Hierbij schuwt hij uitstapjes naar de beurs en zelfs naar Kaapstad niet. Genoeg om een goed beeld te krijgen van de club, van zijn historie en de cultuur rond de club. Kinderen zitten vol vragen, Menno beantwoordt ze.

‘Het is het boek dat ik zelf graag had willen lezen op die leeftijd’

De presentatie

Ronald de Boer werd op de zonovergoten woensdagmiddag de gelukkige eerste eigenaar van 101 dingen die je moet weten over Ajax. Hij was volgens de schrijver van het boek de uitgelezen persoon om het eerste exemplaar in ontvangst te nemen. Niet alleen was de auteur bij zowel het debuut als het afscheid van De Boer bij Ajax, ook maakte De Boer veel van de in het boek beschreven gebeurtenissen mee.

Zelf zag De Boer ook wel de voordelen van het boek: “Ik heb nu zelf twee dochters en de oudste is nu 3, die kan ik nu langzaam uit dit boek gaan voorlezen, dan kan ze ook eens horen waar ik allemaal geweest ben. Ik hoop dat dat een beetje bij haar blijft.” Ook had De Boer nog mooie woorden over voor Menno: Hij zit altijd heel dichtbij de waarheid. Ik vind ook dat hij mooi schrijft. Ik vind het mooi dat hij nu ook een boek heeft gemaakt voor de wat jongere lezers. Ajax is voor iedereen, dus ook voor de jeugd. Ik ben zeer vereerd dat ik het eerste exemplaar overhandigd heb gekregen.”

Zowel de auteur als de ontvanger van het eerste exemplaar waren zichtbaar op hun gemak. Ze namen tijd om handtekeningen te zetten, even te poseren voor de foto en stelden jonge fans die naar de Middenweg waren gekomen voor een persoonlijk aandenken op hun gemak.

De auteur

Menno Pot zelf genoot overduidelijk van de heuglijke middag. Terwijl zijn kroost (deels in Ajax-kledij gestoken) ronddartelden in de boekwinkel nam hij uitgebreid de tijd om vrijuit te vertellen over zijn boek en over Ajax. Het verraadt zijn enthousiasme over zijn project.

“Je zou het niet zeggen voor een luchtig boek voor kinderen, maar het was echt een zware bevalling. Ik heb een beetje onderschat hoeveel tijd ik er eigenlijk voor had”, begint hij. “Maar ik ben heel blij dat het er nu is, ik ben er ook heel trots op en vind het er erg mooi uitzien. Ook al is het geschiedenis die Ajax-deskundigen al wel kennen, voor jeugd was zoiets er nog niet. Dus ik heb niet het idee dat het een overbodig boek is. Ik vond het heel leuk om dit voor jongeren op een leuke manier te brengen, om na te denken over hoe je voor een jongere uit gaat leggen wat een beursgang is. Dat moet je als schrijver leuk vinden.”

Hier ligt meteen een van de grootste uitdagingen. Om het boek begrijpelijk en leuk te maken voor een jonger publiek, moet het taalgebruik vereenvoudigd worden. Een uitdaging die Menno juist leuk lijkt te vinden: “Ja, kortere zinnen maken. Als ik ging schrijven, dan ging ik er doorheen en moest ik heel veel zinnen in tweeën hakken. En je moet alles net even een stap verder uitleggen dan je zelf nodig zou hebben. En dat is heel leuk om te doen.”

Een informatief boek vol feitjes en weetjes brengt een risico met zich mee. Men verwacht namelijk dat jij alles weet over het betreffende onderwerp. Menno is echter niet bang om getest te worden als Ajax-encyclopedie. “Ik zou niet zo heel slecht scoren, ik durf inmiddels wel een quizje te doen”, zegt hij vol zelfvertrouwen.

Inmiddels heeft de auteur drie Ajaxboeken geschreven. Boeken die erg van elkaar verschillen. Het begon met de roman Vak 127 (fictie), gevolgd door Sporen van Ajax, een geschiedkundig boek voor volwassenen (non-fictie). 101 dingen die je moet weten over Ajax was voor hem niet het leukste boek om te schrijven. Dit komt met name door de tijdsdruk waar hij zojuist aan refereerde. “Het was een gevecht tegen de tijd. Ik heb het heel druk, heb nu twee kinderen en het was vechten om de uren te vinden af en toe. Het schrijfproces vond ik echter wel leuk, het nadenken over het aanslaan van een compleet nieuwe toon. De drie boeken waren heel verschillende takken van sport en dat vind ik heel erg leuk.”

Clubcultuur

Het boek kan gezien worden als een soort cursus, een opleiding tot Ajax-supporter voor beginnende fans, beaamt de schrijver: “Ik denk dat heel goed beslagen ten ijs komen als ze dit lezen. Dan weten ze al heel veel dingen die volwassenen niet weten.” Met name de footprint van de club, zijn historie en de cultuur vindt Menno zeer belangrijk.

“Ook bij volwassenen ontbreekt vaak het besef dat het volgen van een voetbalclub veel leuker wordt als je ook wat van de geschiedenis weet. Als je kunt duiden waar het allemaal vandaan komt, dan is het veel leuker om te volgen en het snijdt dan ook meer hout. Bijna alles wat Ajax doet is als het ware historisch verklaarbaar. Je leert dan ook echt het DNA van de club kennen.”

“Ik vind het zelf juist wel leuk om na te denken over de minder feitelijke zaken”, vervolgt hij. “Als je het hebt over wat nou een typische Ajacied is, wie de publiekslievelingen van deze club zijn, wat zijn dat dan voor types, wat hebben ze met elkaar gemeen? Eigenlijk zie je dan dat ze hier al een eeuw lang van dezelfde types houden. Dan begin je iets van een clubziel te begrijpen, dat probeer ik de jongeren mee te geven.”

Gekanker

De Ajax-supporters zijn bekend om hun gezeik op de club. Of, zoals ze dat in Amsterdam trachten te zeggen, gekanker. Het is zelfs onderdeel van de cultuur van de club. De kritische houding van de achterban wordt dan ook ‘in verschillende bewoordingen’ beschreven in dit historische boekwerk. “Gezeik hoort nu eenmaal bij deze club, het zal er altijd zijn. Het is een verschrikkelijk moeilijke club. Het gescheld op de club, dat het zo’n kil bedrijf is en dat het allemaal om geld draait is allemaal al eens eerder gebeurd, met de invoering van het betaald voetbal bijvoorbeeld.”

Hoogte- en dieptepunten

In feite zijn de Ajax-supporters verwend. Dit bespeurt Menno vooral bij zijn eigen ‘luidruchtige’ generatie, de generatie die de successen uit de jaren ’90 heel bewust meemaakte (een meerderheid in het stadion momenteel). Historisch gezien zijn deze successen vrij uitzonderlijk, weet de auteur te vermelden. “Uiteindelijk zijn het in die 116 jaar maar ongeveer 6 jaren geweest waarin we wereldtop waren. Al die andere 110 jaren waren we dat niet, nu ook niet.”

Als voorbeeld noemt hij het begin van de jaren ’80: “We stelden Europees gezien niets voor. We hadden geen enkele verwachtingen. We vlogen er vijf of zes jaar achter elkaar in de eerste ronde uit. Alleen als je tegen een club uit Cyprus of Malta moest, dan haalde je nog weleens een twee ronde. Maar dan vloog je er daarna direct uit.”

‘Het is een verschrikkelijk moeilijke club’

Het lijkt erop dat je als supporter dieptepunten gekend moet hebben om hoogtepunten te kunnen waarderen. Om er een positieve draai aan te geven: De golfbeweging van hoogte- en dieptepunten is volgens Menno typerend voor Ajax: “Een terugkerend ding in de Ajax-historie is dat alle grote successen volgden op een ongelofelijk dieptepunt. Op het moment dat iedereen Ajax afschrijft, zijn ze op hun best. Die conjunctuur zie je heel duidelijk als je naar de geschiedenis kijkt. En dan zie je dus dat die dieptepunten achteraf gezien ook wel een zeker nut hebben gehad. Veel mensen zijn vergeten dat de gouden tijd in de jaren ’70 volgde op het enige Eredivisieseizoen in de geschiedenis dat Ajax bijna degradeerde, echt nét niet gedegradeerd in 1965. Voor de successen in de jaren ’90 zou je dingen als het staafincident wellicht als zodanig kunnen duiden.”

Een hoopvolle boodschap, want het gaat momenteel bepaald niet best met Ajax. Dit wordt bevestigd door de verder vrij positief ingestelde schrijver: “Iedere club die er een beetje de beuk ingooide was al gauw te sterk. Zelfs Jablonec bijvoorbeeld, dat had ook op tien verschillende manieren fout kunnen gaan. Wat dat betreft was vorig jaar een soort dieptepunt op internationaal niveau, slechter is het nooit geweest.”

In het huidige voetballandschap is het volgens Menno niet mogelijk voor Ajax om weer grote successen te halen. Hij houdt zich echter vast aan de sterke fluctuaties in de prestatiecurve van Ajax en aan de wispelturigheid van de voetbalwereld: “Voetbal heeft gelukkig de neiging om heel radicaal te veranderen. Als er een bankencrisis uitbreekt waardoor er een groot voetballand omvalt, dan zou Ajax boven kunnen drijven, maar zoals de situatie nu is niet.”

Met plezier door de regen om Ajax te zien

Dit seizoen heeft de Ajax-fan die hij toch vooral is het plezier in het volgen van zijn club weer hervonden. Hij ziet duidelijk herstel na de eerder besproken dieptepunten: “Ik geloof heel erg in wat Peter Bosz aan het doen is. Ik merk dat ik het voor het eerst in een jaar of vier weer leuk vindt om naar Ajax te gaan, dat ik met enig plezier door de regen naar de metro fietste afgelopen weekend. Ik heb zin om die ploeg te zien spelen, want het staat allemaal twintig meter verder naar voren dan de afgelopen jaren het geval was. Laten we dat vooral veel credit en tijd geven.”

‘Elk kind dat zich blindstaart op Messi, mist een kans’

Messi en Ronaldo

Toch ziet Menno lijdzaam toe hoe steeds meer kinderen rondlopen in shirtjes van Messi en Ronaldo. Hij wil met zijn boek dan ook een (cultuur)omslag teweegbrengen: “Ik begrijp het wel. Je staart je als kind blind op de beste voetballers die er zijn, en die hebben we momenteel bij Ajax niet. Anderzijds begrijp ik er niets van. Het zijn wel clubs die zo’n 1500 kilometer verderop liggen en waar Spaans gesproken wordt. Hoe kan dat nu ooit zo dichtbij je liggen als Ajax bij je kan liggen?”

Het moet voor de jeugd dan ook weer logischer worden om Ajax in het hart te sluiten, is de schrijver van mening: “Ajax is dichterbij, je kunt de humor op de tribune verstaan en snappen. Het is allemaal aanraakbaar, je kunt zo de Toekomst op lopen, voor niets, en Sjaak Swart en andere ex-Ajacieden tegen het lijf lopen. Dan is een grote naam als Ajax toch ineens heel klein, heel toegankelijk en laagdrempelig. Dat kan echt een beetje van jou worden. Elk kind dat zich blindstaart op Messi mist daar toch een kans, vind ik.”

Jongens als Nouri kunnen wellicht voor een kentering zorgen (“Want die spreken natuurlijk wel aan”), analyseert de Ajax-historicus (zo mogen we hem na dit boek vast wel noemen). De oudere generatie speelt hier echter ook een rol in. “Je moet je als Ajacied, van welke leeftijd dan ook, niet blindstaren op Europese successen.”

Muziek boven Ajax

Liefhebbers van de Ajacied Menno Pot zullen dit boek moeten koesteren. Op de vraag wat zijn volgende project wordt, antwoordt hij resoluut “niet Ajax”, terwijl hij ondertussen een geduldig wachtende fan op leeftijd verblijdt met een handtekening. Saillant detail: de man is werkelijk zo blij als een kind, zo is te zien aan zijn glunderende ogen. De cirkel is rond.

‘Ik geloof heel erg in wat Peter Bosz aan het doen is’

Wellicht is het dus ook een mooi moment voor Menno om zich op andere zaken te gaan richten. Hij wil graag nog iets met zijn andere passie doen (hij begon zijn carrière ooit als popjournalist). Hij vindt zichzelf meer een muziekjournalist dan Ajax-schrijver en hij komt schoorvoetend tot de conclusie dat hij zonder Ajax zou kunnen leven, maar zonder muziek niet. Hij moet zelfs erkennen dat het toch allemaal maar gewoon een spelletje is.

Naar eigen zeggen is hij zijn wilde Ajaxharen ook al wel verloren: “Ik ben nu 41 en sta er lichtvoetiger in dan ooit. Dat is echt zó aan te raden. Heerlijk. Die woede als het dan slecht ging, ik ben het volledig kwijt. Vroeger was je de eerste twee dagen van de week nog chagrijnig als Ajax had verloren. Dat is me totaal ontgleden en dat ervaar ik als een bevrijding. Ik ben de club er alleen maar leuker van gaan vinden. Het is heel leuk om de club te leren kennen en te zien dat het ook maar gewoon mensen zijn die hun best doen. Zelfs diegenen die fouten maken doen dat naar eer en geweten over het algemeen. Enige mildheid is leuk.”

Of het voor alle supporters opgaat is de vraag, maar het relativeringsvermogen en de rust die er in de loop der jaren bij deze Ajax-fan zijn ingeslopen zijn hoopgevend voor iedere Ajax-supporter (zeker ook voor de partners en familie van deze supporters). Goed voor de bloeddruk. En als het kookpunt toch is bereikt: ga even lekker zitten, pak er een boekje bij. Geniet van (voorlopig?) het laatste Ajax-kunstwerkje van Menno Pot.

Bestel het boek hier.