Arek Milik zit nog altijd in over zijn wissel tijdens De Graafschap-Ajax. De Poolse spits werd door Frank de Boer een half uur voor het einde van de wedstrijd naar de kant gehaald. “Ik ben een aanvaller en Frank de Boer had me moeten laten staan. Zelfs als ik slecht speel, kan ik scoren. Ik had dit seizoen niet voor niks al 21 doelpunten voor Ajax gemaakt”, vertelt Milik in gesprek met De Telegraaf.

“Na de wissel wilde ik gelijk naar de kleedkamer, maar ik kon mijn ploeggenoten niet in de steek laten”, vervolgt de international die deze zomer met Polen naar het EK in Frankrijk gaat. “Waarom koos hij voor Mike van der Hoorn en Anwar El Ghazi? Dat zijn geen spitsen. Ik had echt het idee dat ik mijn ploeg kon helpen. Of het ook was gelukt, weet ik niet. Maar in mijn hoofd maakte ik wel honderd keer de winnende treffer tegen De Graafschap. Juist bij 0-0 of 1-1, als ik niet goed speel, krijg ik iets over me dat ik een wedstrijd moet beslissen. Dan ben ik op mijn best.”

De clubtopscorer geeft ook aan dat hij het vertrouwen van De Boer het afgelopen seizoen heeft gemist. “Voor een spits is het vertrouwen van de coach broodnodig. Bij Ajax wist ik nooit waar ik aan toe was. Zelfs toen ik in de laatste tien wedstrijden twaalf keer scoorde, wist ik niet of ik het volgende duel van de eerste tot de laatste minuut zou spelen.”

“Het kampioenschap mislopen, was verbijsterend. Na een week pijn lijden op vakantie, kon ik me gelukkig op een nieuw doel focussen: het EK”, vervolgt de 22-jarige spits, die nog niet weet of hij blijft of vertrekt. “Het is te vroeg om te zeggen of ik volgend seizoen nog in Amsterdam speel. Ik ben nog speler van Ajax, maar heb een aantal aanbiedingen. Pas na het EK wil ik samen met de club een keuze maken. Ik zal in elk geval een gesprek moeten voeren met de nieuwe trainer (Peter Bosz). Nee, De Boer heb ik niet meer gesproken, alleen een hand gegeven.”