Frank de Boer ziet Mounir El Hamdaoui niet snel meer terugkeren in de A-selectie van Ajax. De oefenmeester van de Amsterdammers vindt zijn relatie met de spits te zeer verstoord om hem nog in genade aan te nemen.

“Dat wordt wel lastig. De kloof werd eind vorig seizoen vergroot toen we een gesprek hadden voor het duel met SC Heerenveen”, blikt De Boer terug in het nieuwe magazine van NUsport. “Daarin gaf ik aan dat hij niet zou spelen. Dat had hij wel verwacht.””Toen zei hij: ‘je begrijpt wel dat onze wegen zich zullen scheiden na dit seizoen’. Ik zei: ‘misschien is dat ook wel beter voor beiden’. Vandaar dat hij zich bij Jong Ajax moest melden, want ik wil alleen jongens die heel graag voor mij willen spelen.”

Vervelend mannetje
De samenwerking tussen El Hamdaoui en De Boer kreeg meteen een knauw, toen de spits bij de eerste wedstrijd onder de Noord-Hollander (uit bij AC Milan) op de bank belandde. Later raakte de relatie nog verder verstoord.

De Boer: “Natuurlijk vind ik het jammer dat ik ‘m niet voor me heb kunnen winnen, want ik heb het idee dat ik met ieder karakter kan werken. Absoluut. Maar tót een bepaalde grens.”

“Hij zei tegen mij: ‘ja, je moet mij niet te veel wissel zetten, want dan word ik een vervelend mannetje. Dat zeg ik maar eerlijk want dat is gewoon zo’. Dan kan ik niet met hem verder, want voor het teamproces is het dodelijk als er iemand naast mij zit die vervelend gaat doen. Dan moet ik hem een uitzonderingspositie geven en dat wil ik niet.”

Persona non grata
Naast de problemen op het persoonlijke vlak, liep het voetballend niet lekker met de Marokkaanse spits. El Hamdaoui raakte zijn basisplaats definitief kwijt aan Siem de Jong.

“Ik vond Mounir ook als voetballer niet in het elftal passen. Door hoe hij speelde, gingen andere jongens anders voetballen”, verklaart De Boer zijn keuze. “In het systeem van Jol, met alle aandacht voor Suarez en El Hamdaoui, paste hij heel goed. Maar ik speel meer volgens de Ajax-filosofie waarbij alle spelers betrokken zijn bij aanvallen en verdedigen. Waarbij iedereen even belangrijk is.”