Mulder over geweldig Ajax-moment: "Dat nemen ze mij niet meer af"

Jan Mulder
Jan Mulder Foto: © Pro Shots

Jan Mulder viert zondag 4 mei zijn 80e verjaardag en blikt in gesprek met Ajax TV terug op zijn periode bij het gouden Ajax van de jaren zeventig. De oud-spits maakte in 1972 de overstap van Anderlecht naar Amsterdam, maar kampte vrijwel direct met blessures.

"Ik droomde van Ajax, maar uiteindelijk was het meer een tranendal dan een succesverhaal." Mulder liep zijn knieblessure op tijdens een onschuldig moment. "Ik weet nog dat ik met mijn zoon een balletje over aan het trappen was en toen raakte ik geblesseerd aan mijn knie. Bij de dokter werd ik niet goed behandeld. Drie maanden later werd ik pas geopereerd. Ik werd moedeloos van al die blessures. Achteraf gezien vind ik het nog knap dat ik er niet aan onderdoor ben gegaan."

De spits moest vaak toekijken hoe zijn ploeg prijzen won, zoals bij de Europa Cup I in 1973. Johan Cruijff was daarin de grote man. "Johan was niet te vervangen, dat was het einde van een tijdperk", zegt Mulder over diens vertrek naar FC Barcelona. Toch kreeg Mulder begin 1974 zijn moment om zijn waarde te bewijzen voor Ajax. 

In de Europese Supercup-finales tegen AC Milan was hij wél fit en basisspeler. "De beker was nieuw en de grootste beker ooit. Ontilbaar. Ik speelde toen weer." Ajax verloor het eerste duel met 1-0, maar walste in het Olympisch Stadion met 6-0 over de Italianen heen. "Dat was de enige 'cup' die ik met Ajax gewonnen heb. In de geschiedenis van de club is het een voetnoot, maar in mijn leven niet. Ik gaf het sein voor een schitterende overwinning tegen een goed AC Milan."

De openingstreffer van Mulder liet het Olympisch Stadion ontploffen. "Het geluid van het Olympisch Stadion hoort bij mij, dat vind ik leuk. We hadden toen een aanvalsdreiging die wereldberoemd was. Het was een wedstrijd die paste in de grote Ajax-traditie. Wat waren we goed. Ik koester zo’n avond, dat nemen ze mij niet meer af", aldus de speler die nu werkt als analist.

Lees meer:
0 reacties