Tegen het einde van de zomerse transferperiode verliet Noa Lang onverwacht toch Ajax. De buitenspeler sprak zijn doelstellingen meerdere malen uit aan de media en Ajax, maar kreeg niet de minuten om die doelstellingen te halen. De creatieve linksbuiten koos voor minuten en dat leidde tot een definitief vertrek uit Amsterdam.

Lang debuteerde op 13 maart 2019 tegen PEC Zwolle, maar vele Ajacieden herrineren niet zijn Eredivisie-debuut, maar zijn basisdebuut op 1 december 2019 in de Grolsch Veste. Door vele blessures in de aanval kwam er een plekje vrij voor de zelfverzekerde 21-jarige aanvaller en rest van de dag werd een jongensdroom. Met een hattrick op zijn naam, 2-5 overwinning en zichzelf naast Henk de Groot gezet als tweede basisdebutant met een hattrick, was Noa Lang de grote man. De wedstrijden daarna kreeg hij meer minuten dan normaal, maar de buitenspeler wilde meer en ging op huurbasis naar het stadion waar het allemaal begon. De Grolsch Veste.

Persoonlijk kwam Lang heel positief terug naar de club en ging hij weer met nieuwe goede energie aan bak bij zijn droomclub. Echter steekt de aanvaller nu niet zijn energie in Ajax, maar in Club Brugge. Noa Lang verhuisde naar Brugge, nadat de Belgische grootmacht zich meerdere keren had gemeld. “In eerste instantie wilde ik helemaal niet met Brugge praten en had ik de club 1 of 2 keer bedankt voor de interesse, maar daarna bleef de club maar bij Ajax aankloppen en zei mijn zaakwaarnemer een gesprekje kan geen kwaad,” vertelt Lang in gesprek met FOX Sports. De gesprekken die volgden waren heel positief. Ajax en Club Brugge kwamen eruit, maar de conclusie was niet een verhuurperiode met terugkomst, maar een verhuurperiode waarna Brugge de aanvaller definitief moet overnemen. Lang zag dat in eerste instantie niet zitten en wilde net als vorig seizoen op de normale manier verhuurd worden. “Het eerste gesprek leidde uiteindelijk tot meer. Het werd steeds interessanter, maar ik heb duidelijk aangegeven niet verkocht te willen worden, maar de trainer wilde mij alleen verkopen. Hij is uiteindelijk de baas en naar de baas wordt geluisterd.”

In een van de eerste filmpjes van Lang in het shirt van Brugge kreeg de aanvaller beelden te zien van Club Brugge – Anderlecht. De zelfverzekerde aanvaller maakte meteen een grapje: “Gaat het scoren in België zo makkelijk?” Na zijn eerste seizoenshelft staat Lang na 11 wedstrijden op 3 assists en 5 goals. Gaat het scoren echt zo makkelijk in België of heeft Erik ten Hag hem te makkelijk laten gaan?

De aanvaller werd in Nederland vaak geschetst als een moeilijke jongen. De Belgische media is het daar helemaal niet mee eens. Na zijn eerste minuten lieten de kranten zich voorzichtig uit over Lang. Eenmaal aan het einde van 2020 vliegen de koppen met Lang zijn naam erop wekelijks uit de printer. “Lang maakt de hoge verwachtingen waar”, “Mede dankzij Lang maakt Club Brugge alsnog een positief einde mee”, maar niet alleen de Vlaamse media, ook de Franstalige media was onder indruk van de prestaties van de jonge aanvaller. “Prachtige hakbal van Noa Lang stelt de Club Brugge-familie gerust.” De positiviteit spat ervan af, maar de aanvaller zelf had niks anders verwacht. “Ik wist dat ik hier zal gaan slagen. Ik ben een hele zelfverzekerde jongen, maar als het dan in de werkelijkheid ook echt zo goed gaat is heel leuk natuurlijk. Ik heb het erg naar mijn zin. Het is allemaal heel anders dan voorheen, maar dat hoort erbij.”

Lang woont alleen in België en heeft een rustig plekje toegewezen gekregen. “Het is even wennen. Ik kan niet echt koken, maar gelukkig geeft mijn oma mij altijd heel veel eten mee wat ik zo kan opwarmen.” Lang is blij dat hij nu wekelijks op het hoogste niveau speelt, maar had liever op een andere manier met Ajax uit elkaar gegaan. “Ajax is mijn club en dat zal altijd zo blijven. Helaas is het op deze manier gegaan, maar wie ben ik om te gaan roepen: nee, ik moet spelen. Ik ben 21. Op je 21ste moet je wekelijks spelen op het hoogste niveau en helemaal als je weet dat je het aankan. Ik verwijt niemand iets, maar ik weet zeker dat een groot gedeelte binnen Ajax het anders had gewild.”