© Proshots

Abdelhak Nouri laat in gesprek met Metro weten dat hij het met iedereen in de selectie goed kan vinden. Iedereen in de selectie kan goed met elkaar opschieten en respecteert elkaar. Volgens het talent zou de samenleving daar een voorbeeld aan moeten nemen. “Mijn geloof staat op één. Ik denk dat iedereen die ergens in gelooft, dat vooraan moet zetten omdat het belangrijk is. Ik bid ook bij Ajax ja. De mensen hier zijn zo vriendelijk om mij daar mijn tijd voor te geven. Dan krijg ik een lege kleedkamer waar ik mijn gebed kan leiden. We respecteren elkaar hier allemaal bij Ajax. De verruwing in de samenleving vind ik teleurstellend. Het doet je gewoon pijn. Zoals we bij Ajax met allemaal verschillende mensen met elkaar omgaan, zo zou het in de samenleving ook moeten zijn. Het is jammer dat het niet zo is.”

In oktober kreeg Nouri de Bronzen Stier in de Jupiler League. Deze prijs werd hem overhandigd door Hakim Ziyech. “Een Bronzen Stier voor beste speler van de eerste periode in de Jupiler League. Ze hadden gevraagd of Hakim die aan mij wilde uitreiken. Ik vond het heel mooi dat hij als teamgenoot die prijs aan mij overhandigde. We hebben een heel goede band. Op de Toekomst zitten we ook naast elkaar in de kleedkamer. Maar we kunnen allemaal wel goed met elkaar opschieten in deze ploeg. Ik ga met iedereen in de selectie goed om en ook binnen Ajax is mijn band met iedereen uitstekend. Maar Hakim en ik hebben met onze Marokkaanse achtergrond dezelfde cultuur en dat zorgt toch nog voor iets extra’s.”

In de selectie van Ajax stromen steeds meer talenten door. De 19-jarige middenvelder merkt daarin een positieve ontwikkeling. “Als je bij de selectie komt is het fijn als je al wat mensen goed kent. Justin Kluivert kent mij goed en ik loop ietsje langer dan hij rond in de selectie dus dat is fijn voor hem. Maar ook jongens als Jairo Riedewald en Kenny Tete ken ik al zolang. Dan gaat het allemaal wat makkelijker als je bij de groep komt. Zij hebben alle situaties al meegemaakt en vertellen dat. Dat is wel fijn. Toen Jairo en Kenny bij het eerste kwamen, waren er helemaal geen jongelingen. Dus voor hun was het wel wat lastiger, denk ik.”