Abdelhak Nouri heeft vroeger veel gevoetbald op het ‘Nigel de Jong’-pleintje in Geuzenveld. Het talent heeft er veel schoenen versleten en legde daar de basis voor zijn voetbalkwaliteiten. Ajax TV zocht het pleintje samen met hem op. “Ik loop hier nog iedere dag langs, maar ik voetbal hier niet zo veel meer als eerst. Tijdens de vakantie kan ik hier nog wel eens voetballen, maar soms doe ik het liever niet. Ik kom dan expres met wat nettere schoenen bij het pleintje aan zodat ik niet hoef te spelen. Dan zit ik eerst naast het pleintje en dan wordt er aan mij gevraagd of ik mee wil doen. Meestal begin ik te spelen als keeper, maar al snel wissel ik mijn nettere schoenen om met iemand die niet speelt zodat ik wél kan voetballen. Dat is heel raar. Het zit ergens in mijn hoofd dat ik per se moet voetballen. Het is een soort verslaving of ziekte”, vertelt Nouri aan Ajax TV.

Voorbeeld

“Toen ik even oud was als de jongens die hier nu spelen, had ik niet echt een voorbeeld van de A-junioren”, vervolgt het talent. “Nu is het zo dat alle, of in ieder geval het merendeel, van de jongens hier tegen mij opkijkt. Dat is toch nieuw voor mij. Dan denk ik: ‘Hoe kan dat?’. Maar daar ben ik alleen maar trots op. Daar doe ik het eigenlijk ook best wel voor. Ik wil een voorbeeld zijn voor de jongens die hier voetballen. Zodat ze verstandige keuzes gaan maken in het leven.”

Ajax

“Om voor Ajax te spelen, ja, die gedachte verandert gewoon niet bij mij. Ik speel er nu ongeveer elf jaar en je zou denken dat het dan normaal wordt, maar voor mij wordt het niet normaal. Ik kijk er nog steeds tegen op. Ik speel bij Ajax, ik ben daar zo trots op. Dat kan ik met mijn borst vooruit zeggen. Ik heb daar ook hard voor gewerkt. Om je eigen stad en je eigen club te mogen vertegenwoordigen, dat is toch geweldig!”

De 18-jarige middenvelder wacht nu geduldig zijn kans af. “Ik wacht er nu op om me vast bij het eerste aan te kunnen sluiten. Ik denk dat het wachten zal worden beloont met iets moois. Dus daar heb ik geduld voor. En dat heb ik ook al elf jaar gehad. Dus daarin verandert niet zoveel voor mij. Ik wil gewoon het liefst voetballen op het hoogste niveau en de mensen laten genieten. Daar zal ik alles voor doen. Mijn droom is dan ook voor honderd procent om van dit pleintje naar de ArenA te gaan.”