Ché Nunnely is momenteel de rechtsbuiten van Ajax O19. Via FC Omniworld en FC Utrecht kwam hij in Amsterdam terecht. Hij kon na FC Utrecht kiezen uit alle Nederlandse topclubs, maar koos voor Ajax: “Ik kon naar PSV, Feyenoord, FC Twente en bijna alle andere clubs. Sinds kleins af aan is Ajax mijn lievelingsclub en ik woon ook nog eens dichtbij, dus voor mij was de keuze niet moeilijk”, vertelt Nunnely, die in Almere woont, aan Goal.
Toen hij 16 was geworden, besloot Ajax hem meteen een driejarig contract aan te bieden: “Dat voelde echt geweldig. Iedereen was blij voor me, ook mensen uit mijn buurt. Ze zagen de kleine jongen, die altijd met de bal te vinden was, zijn eerste contract tekenen op zijn 16e.”
Andere spelers besloten zodra ze 16 werden meteen te vertrekken. Eén van hen was Donyell Malen, het maatje van Nunnely: “We waren een duo. Ik gaf de voorzetten en hij schoot ze binnen als spits.” Maar het duo werd dus uit elkaar gehaald, omdat Malen besloot de stap naar Arsenal te maken. Ook Nunnely had de stap naar het buitenland kunnen maken, maar koos daar bewust niet voor: “Mooie clubs als Manchester United, Manchester City, Paris Saint-Germain en Bayern München wilden me absoluut hebben. Toch wilde ik bij Ajax blijven, want hier ligt mijn toekomst. Op dat moment voelde ik me vrij. Ik had mijn basisplek, trainers hadden vertrouwen in me en ik wilde mijn vertrouwde omgeving simpelweg niet aan de kant zetten.”
Eerst wil hij belangrijk worden bij Ajax 1 en misschien wel in Oranje staan, het liefst binnen vijf jaar. “Misschien ben ik op mijn twintigste zo goed, dat er een hele mooie club komt. Het punt is dat ik niet weet hoe snel ik me ontwikkel. Ik hoop dat ik het publiek kan vermaken als ik er sta. Ze moeten natuurlijk wel weten wie Ché is.”