Het seizoen van Ajax gaat vooralsnog niet over rozen. Het elftal van succestrainer Frank de Boer is in constante worsteling met zichzelf en zoekt naar de juiste balans. In de voorgaande seizoenen werd die na de winterstop steevast gevonden, maar na een week met teleurstellende wedstrijden tegen Real Madrid (1-4) en FC Utrecht (1-1) zijn de messen alweer geslepen. Aangezien Johan Cruijff de fluwelen revolutie startte met een column na de verliespartij tegen Real Madrid twee jaar geleden, was het tijd voor een tussenrapport.
Het cijfer voor Cruijff en co werd een ruime onvoldoende. De vaderlandse sportjournalistiek ging daarbij echter wel voorbij aan de inhoud, feiten en de simpele wetten van een veranderingsproces.
Twee-eenheid
Cruijff en Ajax zijn voor eeuwig met elkaar verweven en horen bij elkaar. Cruijff en Ajax staan voor dezelfde waarden: een duurzame lange termijn visie, grotendeels gericht op het opleiden van eigen jeugd. Een eerste elftal dat zich onderscheidt door aanvallend, verzorgd voetbal en individuele kwaliteit en dat garant staat voor spektakel.
Met die ideologie wist Ajax het respect af te dwingen van de gehele voetbalwereld en miljoenen fans aan zich te binden. Dat daar ook nog eens een prijzenregen uit voortkwam, was bijzonder mooi meegenomen. In de jaren zestig en zeventig was Cruijff als voetballer betrokken bij het zaaien en oogsten van deze successen. In de jaren tachtig was Cruijff als speler, technisch adviseur en technisch directeur betrokken bij het zaaien van een nieuw succesteam.
Of Ajax de Cruijff-filosofie uitdraagt of Cruijff de Ajax-filosofie, is een interessante kip-ei discussie, die ik nu niet ga voeren. Dat die discussie tot in het eindeloze gevoerd kan worden, toont echter wel aan dat een scheidslijn aanbrengen tussen de Cruijff-filosofie en de Ajax-filosofie puur kunstmatig is. De visie Cruijff is de visie Ajax en het Plan Cruijff is in feite het Plan Ajax.
Als ze in Amsterdam terug willen naar de oorsprong, dan is het betrekken van de legendarische nummer veertien een logisch gevolg.
Ajax is Ajax niet meer
Het is opvallend dat in de beschouwingen over de column van Cruijff van twee jaar gelden klakkeloos voorbij wordt gegaan aan de belangrijkste conclusies. Begrijpend lezen is blijkbaar lastig, want zijn probleem lag niet bij de nederlaag tegen Real Madrid. Dat zag Cruijff duidelijk als gevolg van het fundamentele probleem, dat hij in zijn titel kernachtig benoemde: “Dit is Ajax niet meer.”
Uit diezelfde column komen eveneens de volgende passages naar voren:
“Tweeënhalf jaar geleden verscheen het rapport Coronel, met daarin allerlei conclusies en suggesties voor de toekomst. Als je ziet wat daar van terechtgekomen is, dan is het één groot drama. Qua financiën, qua opleiding, qua scouting, qua aankoopbeleid en qua voetbal. Wat Ajax tegen zowel Willem II als Real liet zien, had helemaal niets meer met de normen en waarden te maken waar de club altijd voor gestaan heeft.”
“Vanuit de ledenraad tot de directie is het dus één rode draad van mensen die elkaar dekken, terwijl de club steeds verder wegzakt. Allemaal zijn ze aan de haal gegaan met het paradepaardje.”
“In het belang van de club zou daarom iedereen moeten vertrekken. En dan helemaal opnieuw beginnen, net zoals in 1965. Toen nam Ajax de twee beste beslissingen ooit, door Rinus Michels als hoofdtrainer aan te stellen en Jany van der Veen nog nadrukkelijker bij de opleiding en scouting te betrekken. Twee mensen die niet alleen met Ajax waren opgegroeid, maar ook wisten waar de club voor stond en wat er nodig was om Ajax weer Ajax te laten zijn.”
“Van hun levenswerk is weinig meer over. Voor een Ajacied als ik, doet dat heel veel pijn.”
Veranderingsproces
Met de oproep aan ex-voetballers om zich kandidaat te stellen voor de Ledenraad en de intrede van Cruijff in het technisch platform, waaruit het Plan Cruijff gedeeltelijk voortkwam, begon een groot veranderingsproces, met als uiteindelijke doel om Ajax weer Ajax te laten zijn. Iedereen die ook maar een beetje verstand heeft van veranderingsprocessen in organisaties weet dat zoiets veel tijd kost.
Om een veranderingsproces te analyseren, is het handig een maatstaf te hanteren. Ik neem de vier fasen van groepsontwikkeling van Bruce Tuckman als kapstok. Tuckman veronderstelt dat een veranderingsproces binnen een groep bestaat uit vier fasen: forming (vormen van een team), storming (bepalen van strategie), norming (normen bepalen) en performing (presteren).
Op voetbaltechnisch gebied Ajax dit seizoen pas in de derde fase belandt. Het formeren van het technisch hart ging nog relatief snel. Daarmee waren de belangrijkste posten in de club (hoofdtrainer, vaste asssistent en hoofd opleiding) bepaald, maar doordat een directeur met voetbalachtergrond uitbleef, zat Ajax vast in de storming-fase. In de directie kreeg het technisch hart te maken met achtereenvolgens Rik van den Boog, Jeroen Slop, Henri van der Aat, Martin Sturkenboom, Danny Blind en de schaduw van Louis van Gaal. In de zomer van 2011 hing Blind ook nog eens boven de markt als technisch manager.
Voetbaltechnisch
Pas deze zomer kwam de gewenste directeur met voetbalachtergrond. In een razend tempo doorliep het nieuwe technische kader de fase van forming en storming, waardoor Ajax nu op technisch gebied in de norming-fase is beland.
Pas toen Marc Overmars was aangesteld, overigens zonder statutaire titel en dus niet tekenbevoegd, kon Ajax bijvoorbeeld beginnen aan het hervormen van iets fundamenteels als de scouting. Bij de jeugdscouting is hier een eerste stap gezet en is er gekozen voor kortere lijnen tussen scouts en technisch management.
In de opleiding zijn ook de nodige veranderingen doorgevoerd. De nadruk ligt bij Ajax nadrukkelijker dan ooit op individuele ontwikkeling. De elftalstructuren zijn losgelaten. Er wordt gewerkt met een onder-, midden- en bovenbouw. Als een speler het niveau van zijn elftal ontstijgt, dan wordt hij niet krampachtig bij dat elftal gehouden om de prestaties te bevorderen, maar doorgeschoven naar een hoger niveau. Een groep individuele trainers schaaft ondertussen de details bij.
De vruchten van deze aanpak zullen echter niet morgen geplukt kunnen worden. Het gaat jaren duren voordat de eerste speler doorbreekt die zijn hele opleiding genoten heeft volgens de Cruijff-filosofie.
Op medisch gebied is de focus verschoven van het genezen van blessures, naar het voorkomen van blessures. Dat probeert men door de focus te leggen op fysieke ontwikkeling van het individu. Daardoor is de medische staf ook bezig met het verbeteren van spelers.
Illustratief voor de werkwijze van Ajax in de afgelopen jaren is het feit dat jeugdspelers geen krachttraining voor hun benen kregen. De reden? Dan hadden ze zaterdag spierpijn, wat ten koste gaat van het resultaat. Daardoor komen er alleen spillebeentjes uit de opleiding. Een vervelende erfenis.
Twee weken geleden kwam Johan Cruijff naar Amsterdam om het Plan Cruijff (Plan Ajax!) en de geest van het Plan toe te lichten. Voor het eerst werd aan de hele organisatie duidelijk gemaakt waar Ajax als geheel naar toe moet en dat het doel enkel bereikt kan worden als de gehele organisatie, dus niet slechts “de techniek”, wordt aangepast. Dat die toelichting nu pas kan volgen betekent dat Ajax na twee jaar eindelijk in de fase van norming terecht is gekomen. Let wel: op technisch vlak.
Met twee kampioenschappen op rij ligt er sportief een mooie basis om op te gaan bouwen. Dit seizoen heeft Ajax veel moeten verkopen om de financiële situatie op orde te krijgen. Dat nadeel heeft echter ook een groot voordeel: er staat nu een jong elftal, waarvoor de lat ieder jaar een stukje hoger gelegd kan worden.
Die ontwikkeling zou met vallen en opstaan gaan, maar als die de komende jaren uitblijft, dan mag je het technisch hart daarop afrekenen. De echte verandering is deze zomer pas begonnen. Nu oordelen is daarom veel te vroeg.
Zakelijk
Waar het hele land over elkaar buitelt als het gaat om de analyse van het voetbaltechnische plan en in de waan lijkt te verkeren dat de Visie van Cruijff daarbij ophoudt , mist men een belangrijk punt. In zijn column van twee jaar geleden sprak Cruijff behalve over voetbaltechnische zaken namelijk ook nadrukkelijk over het zakelijke aspect. Een paar maanden eerder had hij dat ook al eens gedaan. De club moest weer geleid worden door mensen die van de club houden, zodat de huishouding op orde kon worden gebracht en de toekomst van Ajax gewaarborgd zou zijn.
De transferzomer werd weliswaar gebruikt om de Champions League-jas te verwisselen voor een Europa League-jas, maar daarmee is Ajax er nog lang niet. Ook op zakelijk gebied zal Ajax toe moeten groeien naar een topsportcultuur, waarin het voor iedere werknemer draait om prestaties.
Die prestaties staan uiteindelijk allemaal in dienst van het voetbal, of zoals Cruijff het zelf zegt: “Essentieel is dat alles, maar dan ook alles, in het teken van het eerste elftal komt te staan. Het voetbal is in de nieuwe organisatie de top van de piramide en daar stelt de rest van de club zich op in. Voor mij niet meer dan logisch, omdat Ajax van onder tot boven weer een voetbalclub moet zijn.”
Vreemd genoeg is dit nauwelijks opgepikt in de media, want dit raakt wel de kern van de zaak: de Visie Cruijff is alomvattend en reikt verder dan het voetbaltechnische gedeelte.
Cultuur van middelmaat
Momenteel heerst er echter een cultuur van middelmaat bij Ajax, wat feitelijk inherent is aan de organisatievorm.
Volgens onderzoeken zijn er vier à vijf miljoen fans van Ajax, maar om duistere redenen is slechts een select clubje van circa zeshonderd mensen lid van de club. Zomaar lid worden is geheel onmogelijk, slechts de zittende leden dragen nieuwe leden voor, gebruikmakend van volkomen intransparante procedures. Die zeshonderd leden kiezen vervolgens een Bestuursraad van zeven leden, die weer een RvC samenstellen, die op hun beurt weer een directie kan aanstellen.
Nergens in dit systeem en tijdens deze intransparante procedures draait het om kwaliteit. De juiste mensen te vriend houden is belangrijker dan presteren, waardoor de status quo en middelmaat in stand worden gehouden. Alle zeshonderd leden van Ajax zullen individueel ongetwijfeld het beste met de club voor hebben, maar als collectief houden ze elkaar al jaren in een verstikkende wurggreep, waar ze maar niet uit lijken te kunnen (of willen?) ontkomen.
Een illustratieve vrucht van het systeem is het feit dat Henri van der Aat en Jeroen Slop, ondanks hevig verzet tegen het team en de visie van Cruijff, tot in de rechtszaal aan toe, nog altijd met zijn tweeën de statutaire directie van Ajax vormen. Marc Overmars is zoals gezegd slechts titulair directeur voetbalzaken.
Slop is vast en zeker een bijzondere aardige man, maar weinigen zijn onder de indruk van zijn prestaties. In zijn periode als directeur verdampten tientallen miljoenen, maar in plaats van aan de handrem te trekken, keek Slop jarenlang de andere kant op. Dat is het ergens ook wel begrijpelijk: werken bij Ajax blijft immers een jongensdroom, de hypotheek moet worden betaald en waarom zou je de Don Quichot uithangen in een cultuur waar eigenbelang gemeengoed is? Dat het nemen van de juiste beslissing (aan de handrem trekken) zou hebben geleid tot zijn vertrek, toont aan hoe verziekt de organisatie is.
Van der Aat is een verhaal op zich. “Iedereen bij Ajax vindt die Van der Aat een arrogante zak”, vertelde Johan Derksen een paar weken geleden in Voetbal International. Dat kan getolereerd worden als daar bijzondere prestaties tegenover staan, maar dat is hier ook niet het geval. In tegendeel zelfs, op commercieel gebied is Ajax er onder zijn bewind op achteruit gegaan. Toch is ook hij tot op de dag van vandaag in dienst.
Ondertussen is Ajax al meer dan een jaar op zoek naar een algemeen directeur, al kun je jezelf afvragen of een model met een algemeen directeur wel het juiste model is. Nog voordat deze persoon op zijn stoel zit, lijkt hij al te kunnen rekenen op een typisch Ajax-welkom: ernstige beschadiging door de vijfde colonne. Rob Been junior en Tshen la Ling bleven met een besmeurd imago achter, terwijl Marco van Basten voor de klus bedankte toen hij merkte dat er nog voordat hij was gaan zitten aan zijn stoelpoten gezaagd werd.
Als Ajax vooruit wil, dan moet het deze vicieuze cirkel doorbreken. Tot de nieuwe directie er zit, staat Ajax op zakelijk gebied echter stil. Op voetbaltechnisch gebied worden nu stappen gezet, maar als de zakelijke kant achterblijft , dan gaat dat uiteindelijk ten koste van het voetbal.
Waar de Amsterdammers in willen en moeten belanden, is de ‘virtuoze cirkel’. Succes op voetbaltechnisch gebied leidt tot betere prestaties. Betere prestaties leiden tot meer inkomsten. Meer inkomsten leiden tot meer mogelijkheden om te investeren in het voetbal. Dat leidt weer tot betere prestaties enzovoort.
Wanneer betere prestaties echter niet leiden tot (veel) meer inkomsten, wordt de cirkel doorbroken. Daarom is er ook een hervorming op zakelijk vlak noodzakelijk om voetbaltechnisch vooruit te komen. De directeur die de virtuoze cirkel onderkent, faciliteert en zelfs een extra duw kan geven (door extra structurele, niet-voetbalgerelateerde inkomsten) is de juiste man voor Ajax.
Lange adem
Als de door Cruijff gewenste organisatie staat, dus ook de zakelijke kant, dan is het wachten totdat daar de vruchten van geplukt worden. Hoe dat kan werken, is goed te zien bij Barcelona. Toen Cruijff daar als speler binnenkwam, begon hij zich, uiteindelijk samen met Rinus Michels, direct te bemoeien met de jeugdopleiding.
In Catalonië lieten ze die bijdehante Nederlander maar gewoon zijn gang gaan. De jeugdopleiding kon ze niet veel schelen en als hij daar wel aandacht aan wilde schenken, dan ging hij zijn gang maar. Zo werd er een fundament neergelegd, dat hij als trainer later nog eens perfectioneerde.
De trainers die in de loop der jaren passeerden, interesseerden zich bijzonder weinig voor de jeugdopleiding, waardoor de mensen op La Masia de waarden die Cruijff in de opleiding belangrijk vond internaliseerden. Op het moment dat er Cruijff-aanhangers werden aangesteld in het bestuur en als hoofdtrainer, kon er daarom direct geoogst worden. Daarmee is FC Barcelona het lichtend voorbeeld voor Ajax, maar er is wel een grote achterstand te overbruggen.
Ajax moet weer Ajax worden, op alle vlakken, en daarna tot in lengte van dagen Ajax blijven. Pas dan is de missie van Cruijff geslaagd. Zo ver is Ajax nog lang niet, maar dat valt Cruijff, ondanks het feit dat ook hij de afgelopen maanden de nodige fouten gemaakt heeft, niet aan te rekenen. Zijn revolutie is er één van de lange adem.