© Proshots

Jairo Riedewald speelde gisteravond tegen Olympique Marseille niet centraal achterin, maar op het middenveld. Het experiment pakte goed uit, want het 19-jarige talent speelde een uitstekende wedstrijd. De linkspoot kijkt zelf ook tevreden terug op zijn optreden. “Op de ‘6’ positie worden er andere dingen gevraagd. Je moet meer druk zetten, je kan andere passjes geven. Ik vond het wel aardig gaan. Ik heb veel ballen veroverd, heb geprobeerd zoveel mogelijk vooruit te spelen, als een soort rustpunt de balans op het middenveld te bewaken. Daar moest ik van de trainer ook voor zorgen en ik vind dat ik dat wel redelijk heb gedaan”, vertelt hij in gesprek met Ajax TV.

“Alleen ik ben ook kritisch op mezelf. In de tweede helft werd het veld te groot”, vervolgt hij. “Dan moet ik volwassen zijn en zeggen: ‘jongens, nu even geen druk zetten, we worden weggetikt’. Dat heb ik af en toe een beetje laten lopen, maar ik vond het wel aardig gaan.”

Ook Peter Bosz is tevreden over het optreden van Riedewald. De trainer geeft aan dat hij, ook zonder de blessure van Bazoer, hem sowieso al op het middenveld wilde gaan neerzetten. “Laat ik voorop stellen dat het hele team een goede wedstrijd speelde. Ik vond dat Jairo een goede wedstrijd speelde. Ik was al van plan om hem daar neer te zetten, ook als Bazoer wel kon spelen. Je bent als trainer altijd op zoek naar balans in je elftal. Die balans hadden we op het middenveld nog niet gevonden. Jairo is van nature meer een verdediger, maar kan ook erg goed voetballen en is snel. Vandaag pakte het goed uit.”

Zelf ziet Riedewald ook dat hij zijn verdedigende kwaliteiten goed kan gebruiken op het middenveld. Om die reden ziet hij niet direct af van een positieswitch. “Of ik het ambieer? Het is wel een leuke positie. Er worden wel andere dingen gevraagd, maar ik vind het wel leuk omdat je sneller moet handelen en sneller combinaties moet maken. Je kan je ook gaan bemoeien met enkele aanvallen. Zo heb ik tegen Marseille Anwar een paar keer mooi weggestoken. Daar geniet ik ook van als voetballer. Ik vind het leuk om door te dekken op het middenveld en dat kan allemaal op ‘6’. Maar op ‘4’ kan je ook weer bepaalde dingen doen, dus ik hou alle opties open. Waar de trainer mij nodig heeft, zal ik mijn best doen.”